Erg eenzaam ook
Met roven heeft hij het niet nauw genomen,
en eerlijk is het bijgevolg nog nooit gegaan.
Van haar heeft hij het hart gestolen, zijn ogen
heeft hij blind gemaakt, en nu hij heeft besloten
om zijn dromen te geloven, nu deelt hij niets meer,
ook niet het licht waarin hij staat.
Hij neemt alleen, hij neemt bijvoorbeeld aan
dat wij voor hem gaan knielen, het liefste nog
op onze ziel, maar wij zijn goed in schijn
en blijven van onszelf, al buigen we nog dieper
dan hij vraagt en vegen we de grond waarop hij loopt
met onze haren, we delven tegelijk zijn koninkrijk,
het is erg koud daar, erg benauwd, erg vuil,
maar hij zal blij zijn in zijn kuil.
Geschreven in opdracht van Poetry International voor ‘All the Rembrandts’, Rijksmuseum, Amsterdam 2006, bij ‘Jozef vertelt zijn dromen’ van Rembrandt