Het Liegend Konijn. Jaargang 2(2004)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Nadagen naakt en afgeschraapt ben ik zoals mij vroeger als klein en als kind al was ingegeven: te proberen zonder alles te zijn, zonder iedereen, zonder hartenbreekster: om de krenking voor te blijven en uit te bannen en zoveel mogelijk buiten de dagelijkse gang hoop te stellen op de eigen congestie en verrukt terecht te worden in dat stil barende, dat uitgestrekt niemandsloze [pagina 89] [p. 89] gelukt geluk, zoals ik weg uit mij en uit alle anderen in wie ik wel eens genegenheid of liefde of haat teweeg heb gebracht: niet alleen wat ik ben waar ik ben maar ook wat als mij in haar opbruiste als een wervelwind en neerschuimde als avondkoelte heb ik zo in aanstond vervluchtigd dat ik teruggeweken lig in de generositeit van volledige en willoze uitgezonderdheid [pagina 90] [p. 90] die breekt als oude liefde mij omhuift terwijl ze zich tegelijkertijd behaagt en wellustigt aan een vreemde geur met kuiltjes in de wangen, hetgeen mij onverbiddelijk terugdwingt in mijn geldingsdrang; niets dat van haar komt is nog bedwelmend zoals vroeger en de kruimels die mij toevallen zijn schaars en bij de gratie gods: me ophouden in het uitblijven van haar passie ketent mij aan een streven zonder uitzicht [pagina 91] [p. 91] aldus dan toch ben ik in plaats van weg te wijken in de vrijheid van gevende vreugde, verstrikt geraakt in een kinderlijke smeking om aandacht die zelfs niet wenst begenadigd te worden, een hakende en zuchtende, een centrumloze die gevangen zit in zijn wachten op wat definitief voorbij is: de opschrik in haar ogen, de aandrift in haar armen, de bereidheid tot een schaterlach bij elk woord dat nog gezegd wilde zijn Vorige Volgende