Het Liegend Konijn. Jaargang 1(2003)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] 7 's Winters vroren in de moestuin versteende takken uit de grond. Elders hoeken van barokke zerken. Ze zogen geloof ik overdag de warmte van de zon op ontdooiden de bodem rondom. 's Nachts zette vorst het water om in ijs en perste hun vormen verder uit de knarsende aarde tevoorschijn. Ik kon tot glas geworden wormen lezen in hun bast het dak van een schedel in arduin en zoveel meer dat onder mijn eigen fontanellen verdampt is zonder kilte om zich bloot te vriezen. Vervloekt heb ik al die verrijzenissen, elke zomer weer, toen wij op ballen schopten [pagina 77] [p. 77] en mijn voet bleef haken achter een berk of de vrouw van de baljuw. Vorige Volgende