Libertinage. Jaargang 5(1952)– [tijdschrift] Libertinage– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 361] [p. 361] [Adriaan Morriën: gedichten] Engelen Engelen werden zeldzaam sinds wij fotograferen. Zij trokken zich in de omgeving van het Vaticaan terug, Om Italiaanse meisjes, op haar thuisweg door het bos, Nog te verrassen met een lach, een smalle laan vol licht. Deskundig in wat lang veranderd en verouderd is, Doen zij meer dan aan dood aan voorgeboorte denken, De handwerkslieden van een Middeleeuws gemis. Zij zijn geslachtloos, met de schijn van beide Geslachten: daarom droomt een meisje dat haar Raphael een jongen is. En jongens zien een meisje met een vlammend en tweesnijdend Zwaard in de hand, maar met haar armen tot de schouders bloot, Maria vóór haar onbevlekte, doch bevleugelde ontvangenis, Zoals zij ook, met zwarte haren en Latijnse blos, De hoge hals met zonnegoud bestrooid, De katholieke steden langs de Middellandse Zee bevolken. De engelen vermijden het rumoer der steden. Zij zijn de ongeboren folkloristen van het platteland, De kleine dorpen in de bergen, opgebouwd uit ruwe steen, De boerderijen met hun geur van zelfgebakken brood, De stille paden waar de herfst communie houdt, Op duizend meter hoogte, dichter ook bij God. De Zuidelijke zomers zijn wanhopiger dan onze winters, Maar visioenen waren nooit erg protestant. Zij zouden vogels kunnen wezen En zijn het ook een ogenblik als zij verdwijnen. Hun wiekslag neemt hen op, met lange lijnen, Te groot zelfs voor de blauwe hemel van een primitief verstand. Hun vlucht is vol beloften, vol onzekerheid Voor die hen zien: is het hun wens dat wij versterven, Terwijl de bergen reeds zo eenzaam maken, Of zijn zij doodgewoon hun hemel kwijt? Adriaan Morriën [pagina 362] [p. 362] Oorlog en Vrede De oorlog is langer voorbij dan hij heeft geduurd. Toen ging de tijd voorzichtig, nu verstrijkt hij snel. Mag ik naar oorlog verlangen om langer te leven Of moet ik op vrede hopen om eerder te sterven? Too late a proposal I proposed to her, but she proved to be married. She showed me her husband, smoking and drinking at the bar. She looked so young, so girlishly light and fresh... I could not imagine her to undress without my being present, Or that she would be able to lie down beside her husband, While his fingers, now bolding the cigarette, Searched under her clothes to feel her skin and warmth And touched all the favourite spots I would have liked to know. The smiled as she told me, a little sadly it seemed, Yet full of satisfaction, like a mother still in her youth, With love around her lips and children in her smile. Adriaan Morriën [pagina 363] [p. 363] Uitstel Soms denkt hij dat hij spoedig dood zal gaan. Het werk dringt niet meer en het dringende werk Is zo omvattend dat er niet aan valt te beginnen. Zijn dagen gaan met dromen en nietsdoen voorbij, Een geweldig plezier is de begeleiding van zijn wanhoop, Een grote toekomstige rust ligt over zijn onrust gespreid. Hij heeft beter lief, zijn lichaam verschaft meer genot. In de stad waar hij woont is hij op bezoek. Hij wandelt langs haar water als een posthume toerist, De eeuwenoude architectuur schijnt hem hedendaags, Stadsduiven cirkelen door de utopische lucht. Hij heeft meer tijd om met zijn kinderen te spelen Dan toen hij leefde zonder angst voor een onmiddellijke dood. Hun ogen zijn doorzichtig, hun gezichten ongevuld. Vrolijkheid brengt hem op de rand van tranen ... Medelijden meer met de wereld dan met zichzelf, Nieuwsgierigheid naar de toekomst van een ster, De avondkrant op de dag van zijn begrafenis, De geur van koffie wanneer hij er niet meer is. Dan blijft hij leven zonder te begrijpen En ieder uur duurt langer dan zijn dood. Adriaan Morriën Vorige Volgende