Leysen-boeck der catholycken daerinne vergadert zyn wt verscheyden boecken veelderhande leysenen himni ende geestelycke liedekens
(1605)–Anoniem Leysen-boeck der catholijcken– AuteursrechtvrijRefereyn.Om d’oude ghewoonte, te onderhoudene
Soo moet den geest nieuwe jonste baren
Dat de vrientschap niet en schijnt te vercouwene
Soo wensch ick mijnen vrienden, sonder beswaren
Peys en vre die d’Engelen met blyde maren
Den Herders vercondichden, met soeten sangeGa naar voetnoot+
Goetwillige herten laet trueren varen
Hy is ons gheboren soo schriften verclaren
Daer d’Ouders naer hadden geroepen langheGa naar voetnoot+
Sondighe mensche, zijt ghy van herten banghe
| |
[pagina 56]
| |
Ga naar voetnoot+Siende Conscientie beloft van binnen
Loopt nae t’cribben metten ganghe
Op dat elc volcomen troosy, ontfange
Vna onsen verlosser, mensch werden wt minnen
Wilt altesamen een nieu leven beginnen
En wilt afworpen d’out sondich sneven
Ga naar voetnoot+Soo sult ghy metten nieuwen Coninc gewinnen
Een vrolijc nieu jaer, en een duechtlijck leven.
Ga naar voetnoot+Weest dit nieu Iaer in deuchden wackere
En laet u oock geenen arbeyt verdrieten
Ga naar voetnoot+Trecket out oncruyt wt uwen Ackere
Wilt donvruchtbaer, eerde met traenkens begint
Soo mogen der plantkens van duechden schieten
Ga naar voetnoot+Wilt den tijt der genaden niet versuymen
Wilt ghy der menscheyt Christi ghenieten
Want wat sout ons baten, dat wy Christen hint
Ga naar voetnoot+Als wy leefden naer der Heydenen rostuynen
Metten oudenaer laet vallen d’oude pluymen
En wilt aentrecken, een nieu habijt.
Ga naar voetnoot+Doet Christum ane, wilt wt Adam ruymen
Den dach is oppe, wilt niet meer sluymen
Ga naar voetnoot+Met ws Heeren penningen doet nu profijt
Ga naar voetnoot+Graeffe niet in d’eerde, oft u naect verwijt
Want hy sal meer eysschen dan hy heeft gegeven
Ghy sult vercrijgen, eest dat ghy u wel gunt
Een vrolijc nieu jaer, en een duechtlijc leven.
Ga naar voetnoot+Ghy en derft niet vreesen, leeft ghy duechdelijc
Een vrolijc nieu Iaer ons sekerlijc naect
Ga naar voetnoot+Een puer consciëntie, is altijt vruechdelijc
Ga naar voetnoot+Daer een quade eewige bitterheyt smaect
Ga naar voetnoot+Christus Iesus, heeft ons wt liefden hermaect
Ga naar voetnoot+Van dooden levends door zijn incarnatie
Ga naar voetnoot+Op dat van ons sou werden versaeckt
Alle doode wercken, weerdich ghelaeckt
| |
[pagina 57]
| |
En dat wy souden leven door zijn gratie
Als kinderen Gods eerlijck, in ons conversatieGa naar voetnoot+
Hierom is Christus, een kindeken geboren
Dat hy ons soude door zijn visitatieGa naar voetnoot+
Brengen in d’eeuwige iubilatie
Die wy door Adams misdaet, hadden verlorenGa naar voetnoot+
Tot levende steenen zijn wy vercoren
In s’heuvels Ierusalem t’zijne verhevenGa naar voetnoot+
Neemt uwen roep waer, ghy crijcht al vorenGa naar voetnoot+
Een salich nieu Iaer, een duechtlijck leven.
Hebt ghy in u lijden geweest onverduldich
Versoent den heere, door patiëntie
Hebt ghy in eten in drincken overtuldich
Gheweest, hoet datte doet abstinentie
Hebt ghy te veel gesproken, houdt silentie
Hebt ghy uwen naesten, door hart oft envije
Sijn fame berooft, in zijn absentie
Wilt ghy u vernieuwen door penitentie
Doet hem restitutie, tis noch te tije
Hebt ghy door verwaende hooverdijeGa naar voetnoot+
V selven ghepresen, ander menschen veracht
Verootmoedicht u, denct niemant, snooder dan gye
Hebt ghy onsuyverheyt, oft boeverije
Metten wercken gedaen, oft metter herten gedacht
Castijt u vleesch so dat ghijts u voort wacht
T’quaet meer te doene, dat ghy hebt bedrevenGa naar voetnoot+
Bidt Godt dat hy u verleen, hy heeft de macht
Een vrolijck nieu Iae, een duechdelijck leven.
Besnijt u herte, dat uwen vyandenGa naar voetnoot+
Gheen quaet en ionne, door nijdich bespien
Van quaden wercken bedwingt oock u handenGa naar voetnoot+
En u oogen, dat zy niet onbetamelijck en sienGa naar voetnoot+
Snoert ooc u tonge, en wilt haer verbien
Te spreken daer yemant, door mocht werden onstichtGa naar voetnoot+
| |
[pagina 58]
| |
Ga naar voetnoot+Sluyt u ooren dat sy niet en hooren van dien
Daer de ziele door mocht worden gequetst misschien
Ga naar voetnoot+Door de vensteren compt menigen dootlijcken schicht
Sijt ghy kinderen des daechs wandelt in dlicht
Ga naar voetnoot+Dat God in u wercken wert geglorificeert
Ga naar voetnoot+Doet aen de wapenen gods, dat gy niet en swicht
Ga naar voetnoot+Inden strijt als u de vyant bevicht
Ga naar voetnoot+Tvleesch u quelt en de werelt tenteert
Ga naar voetnoot+Met vreesen, en beven, niet en presumeert
Werct u salicheyt, t’staet in Paulo gheschreven
Ghy sult verwerven, ist dat ghy u dus regeert
Een vrolijc nieu Iaer, en een duechtlijc leven.
Prince.
Begeert ghy te wesen s’hemels besittere
Ga naar voetnoot+Eert den nieuwen Coninc en dient hem geerne
Ga naar voetnoot+Rijst met duecht te doene, al duncket u bittere
Naer de suer sloestere, volcht de soete keerne
Luystert na gods woort, pijnt dz niet tonbeerne
Merct hoet de sonden laect, en duechden prijst
Vreest ghy te vallen, inde helsche Caveerbe
Ga naar voetnoot+Dwoort Gods, is u een clear lanteerne
Het warachtich licht, dat de dolende wijst
Ga naar voetnoot+Sijt ghy wten wech der salicheyt gebijst
Ga naar voetnoot+Wandelt nae Gods woort, tis den rechten regele
Ga naar voetnoot+Soect te Bethleem d’broot dat de siele spijst
Ga naar voetnoot+Al u smetten wascht af daer God al grijst
Ga naar voetnoot+Neempt Christus leven, tot eenen spigele
Naer Gods geboden, elc zijn wercken pegele
Aldus sal u gheluck, en voorspoet aencleven
God sal u gheven dits eenen vasten zegele
Een vrolijc nieu iaer, en een duechtlijck leven.
|
|