komen. We denken hierbij vooral aan de Roeland (Patria), de twee trapgevels ernaast (die allebei gerestaureerd moeten worden en waarvan de ene door de schreeuwerige reklamekleuren onherkenbaar is), de trapgevel hoek Korte Steenstraat, de klokgevel nr. 31 (Terminus, eveneens verknoeid door de reklame), de gevel met segmentbogig fronton nr. 28, het Damberd (nr. 43) en de gerestaureerde gevel ernaast (nr. 42). De bombardementen hebben natuurlijk veel kapot gemaakt en wat in de plaats kwam, heeft vaak het historische beeld geschonken, al heeft de Brusselse Bank met zijn voortreffelijke neo-klassicistische en indrukwekkende gevel bewezen, dat het ook anders kon. Ja, het moest ons van het hart, die grote witte muur, waarop met grote letters in schoonschrift ‘Grand Bazar’ geschreven staat, is een valse noot, een hele valse, in wat een harmonisch geheel zou moeten en had kunnen zijn. We zouden het zeer appreciëren, mocht het warenhuis een knap architekt aanspreken, met de opdracht een op een historische Markt verantwoorde gevel te ontwerpen. In Duitsland konden ze het wel, en daar was zoveel kapot. Er is trouwens toch werkloosheid...
Op dit gebied is er in Kortrijk nog heel wat te doen. Hebt u al gezien hoe afschuwelijk de drie huizen in de Kapittelstraat (nrs. 16-20) toegetakeld werden? We geven het toe: het zijn huizen zonder architekturale waarde, maar de naakte bakstenen waren honderd keer beter geweest dan de kitschige kleuren die er nu op liggen. Deze wankleurige huizen zijn een vloek in het straatbeeld, dat zoveel verbeterd was door de restauratie van het huis ‘Raepsaet’ (nr. 14). En tussen haakjes: wanneer zal de C.O.O. het huis nr. 9 restaureren? De gevel verdient beter en zou een waardig pendant kunnen worden van nr. 14.
In de Nieuwstraat 20-22 vielen me twee smalle geveltjes op. Door de twee huisjes tot één te verenigen, zou daar door een handig architekt een voortreffelijk geveltje van gemaakt kunnen worden. Ook de zijgevel van het Middenstandshuis in de Lekkerbeetstraat verdient een beter lot.
We hopen ook dat de zo typische, smalle stadsstraatjes niet verder verknoeid zullen worden, door ze hier en daar te verbreden. In de Peterseliestraat (Persynstraat) moesten daarvoor een paar prachtige geveltjes verdwijnen en de getande rooilijn heeft van de Sioenstraat een weinig aantrekkelijke ‘wandelstraat’ gemaakt. Precies die smalle straatjes maken mee de charme van een oude stad uit. Düsseldorf, hét schoolvoorbeeld van een helemaal nieuwe en moderne stad, heeft toch in zijn oude centrum de smalle straatjes bewaard.
Wil Kortrijk zijn aantrekkingskracht als inkoopstad en zijn aantrekkelijkheid niet verliezen, dan moet aan de amerikanizeringstendens een kordaat halt worden toegeroepen. Mocht het monumentenjaar dit bereikt hebben, dan is het niet vergeefs geweest.
F. Debrabandere.