| |
| |
| |
Kortrijkse persoons- en plaatsnamen in 1366
Toen het boven door J. De Cuyper behandeld dokument (Bijlage I) mij bekend werd, was het voor mij te laat om de daarin voorkomende persoonsnamen nog te behandelen in mijn studie over de ‘Persoonsnamen in de kasselrij Kortrijk in de tweede helft van de veertiende eeuw’. Daarom vond ik het wel goed de persoons- en plaatsnamen afzonderlijk in een artikel te behandelen. Met de verklaring wil ik bondig zijn; slechts een paar persoonsnamen waren me nieuw, de meeste worden in mijn doktorale dissertatie besproken, of kwamen in mijn vroegere uitgave van ‘Kortrijkse Persoonsnamen omstreeks 1400’Ga naar voetnoot(1) al voor. In het dokument komen ook 15 Kortrijkse plaatsnamen voor; slechts twee ervan kwamen in een vroeger artikelGa naar voetnoot(2) niet voor. Hier ook kan ik geregeld naar deze studie verwijzen.
| |
Persoonsnamen
1. | Adelgate, van den - in vico de Stockerstrate Jacobus de Aldegate (sic) = domum Jacobi de Adelgate.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 2. De ligging van het toponiem Adelgate is onbekend. |
2. | Amelghem, van - domum Arnoldi de Amelghem... vico lapideo.
Deze naam komt in de tweede helft van de veertiende eeuw ook voor in Harelbeke, Olsene en Zulte, met de variant van Ameghem. De FlouGa naar voetnoot(3) I, 231 noemt de pln. Amegem al in 1415 in Dentergem (grenst aan Olsene). |
3. | Amman, de - Stockerstrate inter domum Willelmi Ammans.
De Amman = Damman, zie Kortr. Psnn., blz. 5. Een amman was een gerechtelijk ambtenaar (trouwens amman < ambtman) zoals een schouteet of schout; vgl. Fn. Schouteet(ens). Vgl. 1424-25 ghezent was anden hamman
|
| |
| |
| ende vrijscepenen int casteel te Curtrike (Stadsrekening Kortrijk P. 99). |
4. | Baerd - Petrus Baerd... Stockerstrate.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 7. Aangezien ook in de middeleeuwen bij ons de baard meestal afgeschoren was, is Baerd vermoedelijk een bijnaam voor iemand die een baard droeg.
Het kan ook een patroniem zijn, een verkorting van Hugebaert, Isenbaerd of Notebaert. Deze laatste namen zijn eigenlijk brecht- of bert-namen; voor r wisselt e echter dikwijls af met a, vgl. dialekt steert - staart, peerd - paard, heerd - haard. Hugebaert is dus oorspronkelijk hugi-bert, Fr. Hubert. |
5. | Bane, de - domum Gerardi Bane...Stockerstrate.
Bane ‘slagveld; speelbaan, kaatsbaan; betreden en gangbare weg’ (Mnl. Wdb.Ga naar voetnoot(4) I, 556). De naam kan een beroepsbijnaam zijn van een kasseier; vgl. 1423 Heinricke den Kelchiedere (Kortr. psnn., blz. 245), 1272 Lambertus Factor viarum = WegemeggereGa naar voetnoot(5). Het kan ook de Bn. zijn van een balspeler in een speelbaan.
Andere betekenissen van bane zijn: ‘uiteinde van de weefla’Ga naar voetnoot(6); ‘bij mulders, goot langs waar het mul uit de molensteenen nedervalt in den mulzak’ (De BoGa naar voetnoot(7) 62); ‘het platte deel van den kop van eenen hamer’ (De Bo 62; WNT II, 808); ‘bovenvlak van een aambeeld; het naar boven gekeerde, schuine vlak van een graveerijzer; het ondervlak van eene schaaf (WNT II, 808). Ook in een van deze betekenissen kan de naam beroepsbijnaam zijn. |
6. | Bastard, de - fundum Egidij dicti Bastards in vico Potterstrate = domum Egidij Bastard.
Bijnaam voor een bastaard, een onwettig kind. Vgl. Kortr. Psnn., blz. 8. |
7. | Beere, de - domos...Symonis Beere...Stockerstrate.
Bijnaam naar de naam van het dier, vermoedelijk voor een ruw, bars en onvriendelijk mens. We wijzen er evenwel op dat beer niet alleen de naam van het wild dier (Bruin de beer) is maar ook van het mannelijk varken. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 10.
|
| |
| |
| Een De Beer kan zijn toenaam evenwel ook aan zijn huisnaam ontleend hebben. Vgl. 1501-2 huus in de Ryselstrate ghenaempt tbeerken een hoeckhuus tusschen...ende tpedersilstraeteGa naar voetnoot(8); het huis ‘De Beer’ bestaat in Kortrijk nog altijd op de hoek van het Persilstraatje (ten onrechte Persynstraat) en de Rijselstraat.
De naam bestaat ook in het Frans, vgl. 1402 voer Ywein Loers...weeseheeren = 1418 Ywein Lours scepene (Kortr. psnn., blz. 121). |
8. | Bert - in vico Insulensi...fundum Johannis Berts.
Verkorte vorm van een Germaanse brecht- of bert-naam, zoals Robert, Hu(ge)bert, Ingelbert, Norbert. Berht betekent ‘schitterend’, vgl. Eng. bright. |
9. | Beveren, van - domum Sigeri de Beverne... Potterstrate.
Van Beveren-Leie bij Harelbeke, roede van Harelbeke. Er is natuurlijk ook een Beveren-bij-Roeselare (nu bij Roeselare geannexeerd) en Beveren-Waas. |
10. | Blideleven - Johanna Blidelevens...in vico dicto Blidelevensstrate.
Bijnaam voor iemand die blijkbaar blij en gelukkig leeft. De naam komt ook in het Duits taalgebied voor, vgl. 1279 thidericus blidelevent in Rostock; BrockmuellerGa naar voetnoot(9) vat de naam op als ‘fröhlichlebend’ of ‘Frohleben’. |
11. | Bossche, van den - Sigerus de Bosco in vico de Stockerstrasse.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 22-24. Den Bosch, den Busch, Ten Bossche is een zeer verspreide plaatsnaam. |
12. | Brixis - fundum heredum Martini Brixis...in vico tendente versus Harlebecam.
Zie ook Kortr. Psnn. Heiligennaam, St.-Brixius, Brictius, Bricius of Britius, bisschop van Tours (444). Hij is ook de patroonheilige van Marke. Hieruit de familienamen Brice en Brijs of Brys. |
13. | Bru - fundum Arnoldi Bru...Stockerstrate.
Bru was een brouwsel, een brij of soep (Mnl. Wdb. I, 1462). Volgens De Bo 168 betekent bru in het Westvlaams: ‘een deeg van boekweitbloem of koorenmeel gemaakt en taai geroerd lijk dikke kadul’. |
| |
| |
14. | Bruwer, de - domum et fundum heredum Ghiselini Bruwers Curtraci extra portam Insulensem ad locum dictum Hondgate.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 27 en 30. Bruwer is een nevenvorm van brauwer ‘brouwer’; vgl. kauwen - Wvl. kuwen, Kortr. ‘kujen’, bv. ‘'k heb 't gekuuj(d) en hij kan 't nog nie slikken’. |
15. | Bultin - in vico Canonicorum inter domum...Lamberti Bultin.
Bultin ‘bulletin’ (GodefroyGa naar voetnoot(10) VIII, 395); Godefroy voegt eraan toe: ‘qui constate, qui publie officiellement qqch.’. Het kan dus zowel een beroepsbijnaam zijn van een klerk als van een omroeper of belleman.
Het kan ook een afleiding zijn op -in van bult(e), Bn. voor iemand met een bochel. Vgl. Bule, de Bultre (Kortr. Psnn., blz. 31). |
16. | Dale, van den - Potterstrate...fundum Danielis de Dale.
Zie ook K. Psnn., blz. 33-34. Ten Dale is een verspreide plaatsnaam; vgl. in Rumbeke: 1382 Jan van den Dale i stede die men heet ten Dale. |
17. | Damme, van den - Stockerstrate...domum Johannis de Damme = fundum Johannis de Damme filij Petri.
Het top. ten Damme is vrij verspreid. Het kan natuurlijk ook zijn van Damme, bij Brugge. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 34. |
18. | Doinze, van - in vico Harlebeccensi...fundum Johannis de Donza.
Lat. Donza, Mnl. Doinze, stad DeinzeGa naar voetnoot(11), nu in Oost-Vlaanderen, vroeger hoofdplaats van een van de vijf roeden van de kasselrij Kortrijk. Hieruit is ook de Fn. Van Duyse te verklaren. |
19. | Eeken, van der - in vico Tornacensi iuxta domum Johannis dicti Kints alias de Quercu.
Ter Eeke (1474) was o.m. een leengoed in Kortrijk (De Flou III, 831). Uit van der Eeken ontstond Vereeke; Frans: Duchêne, Duchesne, Ducheyne; Pikardisch: Duquesne, Dukesne, Duquesnoy. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 42-43. |
20. | Fraye, de - ultra Lisam...fundum Gilberti Fraye.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 47. Fra(e)y betekende ‘opgewekt, levenslustig, levendig; uitgelaten, pronkerig, zelfbehagen hebbende; schoon, prachtig’ (Mnl. Wdb. II, 845-6). Bijnaam voor een levenslustig mens of
|
| |
| |
| voor een snob, die altijd pronkerig gekleed gaat. Vgl. Moyaerd of Moeyaerd (van mooi), de Moye, Behaghel, Behaghelaert. |
21. | Geetin - fundum Petri Ghetins dicti Rikemans.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 50. De naam is een -in-diminutief van de diernaam geit, Wvl. geete; vgl. 1149-59 Godefrido Zigelin, dim. van Ziege ‘geit’ (Hagstroem 288); de Geytere ‘geitenhoeder’; verder hondin, cattin, pauwinGa naar voetnoot(12). |
22. | Grave, de - fundum Petri dicti Grave sitos Curtraci a parte occidentali iuxta fossata dicte ville inter domum et fundum Sigeri Serlambrechts; Stockerstrate...domum Symonis Graven.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 55. De adellijke naam ‘graaf’. Vgl. Baroen, de Borchgrave, de Keyzer, de Coninc. De Coninc kan gemakkelijk verklaard worden als ‘koning van een schuttersgilde’, vgl. 1394 den coninc van den scutters te Curtrike doe de papegay ghescoten was (Stadsrekening Kortrijk fo 23). Maar voor de Grave en de Keyzer staan de zaken anders; misschien zijn deze namen te verklaren uit een uithangbord ‘De Grave van Vlaenderen’ of ‘De Keyzer van Duutschland’. |
23. | Grize, de - fundum Johannis dicti Grize iuxta fossata ville.
Bijnaam voor iemand met grijs haar; vgl. de Brune, de Witte, de Roo, de Blonde, Bruneel, Rosseel, Rousseau, Rosseeuw, Blondeel. |
24. | Hert, de - domum...Johannis Herts.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 67-8, vgl. de Hiert (ibid.). De naam van het dier, vgl. (le) Cerf; volgens DauzatGa naar voetnoot(13) 98 kon de naam gegeven worden aan een hoorndrager.
De Tn. kan ook verklaard worden uit een huisnaam. |
25. | Hozemaker, de - domum Willelmi Hozemakers...Blidelevenstrate.
Een hose was oorspronkelijk een ‘beenbekleding van het dijbeen af of ook van de knie af’, later ‘kous, laars’ (Mnl. Wdb. III, 609), in het Duits betekent Hose ‘broek’. Een gelijkaardige ontwikkeling maakte het Franse woord chausse mee; dit betekende aanvankelijk ‘bedekking van het hele been’, later onderscheidde men een haut de chausse ‘broek’ van bas de chausse ‘kous’, vanwaar bas. Uit Fr. chausse, via Pikardisch causse ontstond Ndl. kous; Fr. chaussure kreeg de betekenis ‘schoeisel’.
Een hozemaker was dus een kousenmaker of laarzenmaker. |
| |
| |
26. | Huusman, de - in vico Canonicorum inter domum Petri Huusmans.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 75. Een huusman was een ‘landman, akkerman, landbouwer, boer, huisbestuurder, onedel man’ (Mnl. Wdb. III, 762). Fn. Huismans. |
27. | Jaghere, de - fundum Judoci Jaghere... Vliederstrate.
Beroepsnaam van een jager. |
28. | Joris - in vico Brugensi...domum...Symonis Joris.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 79. Uit de heiligennaam Georgius, maar kan ook een g/j-variant zijn van Goris uit Gregorius. |
29. | Caluwe, de - in vico Insulensi...fundum...Pauli Caluwe.
Mnl. voor kaal, vgl. Wvl. geluw, geelwe, gilwe voor Ndl. ‘geel’; scheluw ‘scheel’, Zeeuw - zee. Bijnaam voor een kaalkop. Wie lui is, noemen we een luiaard, lelijk een lelijkaard, snel een snellaard, enz..., zo werd een Caluwe of kale ook een Caluwaard of Callewaert genoemd. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 82-3. |
30. | Keest - Walterus Keest in vico Harlebeccensi.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 87. Keest betekent ‘het pit, het merg, het beste, het fijnste, de bloem van iets’ (Mnl. Wdb. III, 1270). De betekenissen die De Bo 445 aangeeft, kennen we evenwel nog in het Westvlaams: ‘kiem, de keesten van aardappels, de kraaksteen van pruimen, de kern van peren, appels, de keeste van een ei’. |
31. | Kint, t. - in vico Tornacensi iuxta domum Johannis dicti Kints alias de Quercu.
Kint ‘kind’; aankomende jongen of meisje; jong ridder; jong man van aanzienlijke geboorte; knecht, dienaar, leerling; schoolkind’ (Mnl. Wdb. III, 1436-40). |
32. | Clerc, de - extra portam Insulensem ad locum dictum Hondgate inter domum et fundum Johannis Clerici; in platea iuxta Lisam...fundum Rogeri Clerici.
Een clerc was oorspronkelijk iemand die de geestelijke wijdingen ontvangen had, vandaar het woord klerikaal en Fr. clergé. In de middeleeuwen waren de geestelijken de enigen die studeerden en ontwikkeld waren, zodat het woord clerc synoniem werd van ‘geleerde, schoolmeester, leerling, scholier’. Aangezien nu het ‘kunnen lezen en schrijven’ vroeger als het summum van de geleerdheid aangezien werd - vandaar de termen ‘geletterd’ en ‘ongeletterd’ en ‘analfabeet’ -, werd hij die kon lezen of schrijven, klerk genoemd. Zo werd clerc de beroepsnaam van de greffier
|
| |
| |
| of geheimschrijver. Vgl. in Kortrijk: 1387 ghegheven Michiel den Clerc van der canesien daer men de rekeninghe dede. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 93-94. |
33. | Codde - iuxta fossata ville...domum...Robini Codde = Robini Cods.
Codde ‘knots, knuppel’ (Mnl. Wdb. III, 1650-1). Bijnaam voor wie een knuppel heeft, of voor een knotsmaker of knotsdrager, een ‘gerechtelijk ambtenaar’ dan. |
34. | Koc, de - fundum Nicolai Koc Curtraci in vico Brugensi.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 98. Beroepsnaam van de kok; vgl. 1360 Diederic de Coc van sinen arbeide die hi dede doen hi coecteGa naar voetnoot(14). |
35. | Coppenhole, van - in vico Canonicorum inter domum Danielis de Coppenhole.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 101. Coppen(h)olle was een pln. in Desselgem, Kuurne, Oostrozebeke en Waregem (De Flou VIII, 298-302). |
36. | Couke - fundum Judoci Couke... in vico Insulensi.
Kan een beroepsbijnaam zijn van een koekenbakker. Zie ook Kortr. Psnn., blz. 103. |
37. | Lille, de - fundum Petri de Lille...Stockerstrate.
Vgl. Van Rijssele (Kortr. Psnn., blz. 166). |
38. | Man, de - domum Petri dicti Mans... in vico...apud Zwevenghem...fundum Petri Mans extra portam lapideam Curtracensem in vico currente versus parochiam de Zwevenghem.
Man ‘mens; man, knaap; echtgenoot; leenman, vasal; dienstman, ministeriaal, onderhorige; scheidsrechter’ (Mnl. Wdb. IV, 1074-86). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 126. |
39. | Manghelare, de - in vico Brugensi domum Arnoldi Manghelars... domum Arnoldi Manghelaers.
Mangelen betekende vooreerst ‘mengen, vermengen’, vgl. Kortrijks ‘mingelen’, verder ‘ruilen, verruilen, verwisselen, inruilen’, overdrachtelijk ook ‘zich verenigen, geslachtelijke gemeenschap hebben’ en ‘zich bemoeien’. Het betekent ook ‘handel drijven vechten, strijden, handgemeen worden’.
Een andere betekenis is ‘ontbreken, niet aanwezig zijn, er niet zijn’ (Mnl. Wdb. IV, 1103-5). |
| |
| |
40. | Marrin - extra portam Tornacensem iuxta puteum inter domos... et Willelmi Marrins.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 127. Kan de Germ. voornaam Marin zijn. Dauzat 417 kent zelfs de heiligennaam Marinus. Volgens deze laatste kan marin evenwel ook een beroepsnaam zijn. Zie ook nr. 41. |
41. | Martin - fundum Helini Martin Curtraci in vico lapideo; extra portam Tornacensem... inter domum... Willelmi Martins.
Maertin, naam van de heilige bisschop, Sint-Maarten, patroon van de stad Kortrijk. - Willem Martin is zonder enige twijfel te identificeren met Marrin (40), hoewel beide namen duidelijk geschreven zijn en beide ook bestaan. |
42. | Meester, de - fundum Oliveri Meesters... in vico Harlebeccensi.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 129. In het gildewezen kon men van knaap over gezel tot meester in het vak worden. Deze drie graden zijn vertegenwoordigd in familienamen, nl. de Cnape, Knaepen, (de) Gezelle, de Meester. Vgl. 1391 ghegheven meestre Godevaerte ten Temmerman van dat hi de valbrugghe ter Doernicpoerte vermaecte (Kortr. Psnn., blz. 196).
Meester was ook een akademische graad, bv. in de teologie. Zo was magister Stephanus de Meryaco, magister in het kerkelijk rechtGa naar voetnoot(15). |
43. | Meyere, de - Stockerstraet... domum Gossini Meyere.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 130. Meyer ‘hoofd van het personeel op een boerderij; rentmeester en opziener; vertegenwoordiger van de heer in het hofgerecht; minder ambtenaar met een zekere rechtsmacht bekleed; pachter van een hoeve’ (Mdl. Wdb. IV, 1336-40). Vgl. Fr. Lemaire (beide uit Lat. maior), Mayeur, Major. |
44. | Mersch, van der - Potterstrate inter domum... Ghiselini de Pratis.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 130. Ter Meersch was o.m. een leengoed in Kortrijk (1509) (De Flou X, 301-310). |
45. | Mets, de - Potterstrate...fundos...Petri Mets.
Vgl. de Mets en de Metsere in Kortr. Psnn., blz. 133. Mnl. mets(e), Mlat. macio, Fr. maçon, Duits Steinmetz, Ndl. ‘metser, metselaar’. |
46. | Minne - Stockerstrate...domini Willelmi Minne.
Minne is een verkorte vorm van de meisjesnaam Jaquemine of WilleminneGa naar voetnoot(16). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 134. |
| |
| |
47. | Mol, de - Johannes Mol Curtraci in vico Canonicorum.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 137. Mol was niet alleen de naam van het dier maar ook naam van voorwerpen of werktuigen (Mnl. Wdb. IV, 1860). Bijnaam voor een blinde of beroepsbijnaam. |
48. | Morin - Stockerstrate inter domum Petri Morini.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 137. Vleivorm op -in van een Germ. -maur/mor-naam. |
49. | Mouden, van - Potterstrate fundum Walteri de Mouden.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 140-141. Mouden is Moen, in de roede van Harelbeke. |
50. | Mule - fundum Johannis Mule (Vliederstrate).
Mule kan ‘muil of pantoffel’ betekenen (Mnl. Wdb. IV, 2007); bijnaam voor een schoen- of pantoffelmaker. Vgl. Fn. Patijn voor een Patijnmaker.
Mule is ook een ‘muil, bek, snuit’ (ibid.). De naam kan dan een bijnaam zijn naar een om een of andere reden opvallende mond. Vgl. Duits Maul. Een vrouw die graag en veel praat en kletst, wordt in het Kortrijks nog altijd ‘een mule’ genoemd, wie daarenboven roddelt, is ‘een vule mule’. |
51. | Nieuwpoert, van - fundum heredum Katharine de Novoportu Curtraci extra portam Tornacensem.
Het Westvlaams havenstadje Nieuwpoort. |
52. | Ouskin - fundos Johannis Ouskin...Stockerstrate.
Vleivorm (diminutief) van een Germ, naam als Osbrecht, Osgarda, Osgiva of OslifGa naar voetnoot(17). Indien Onskin moet gelezen worden, dan door ronding van a tot o voor n, uit Anskin, vleivorm van Anselm of Ansoud. |
53. | Pape, de - fundum Lamberti Smet olim dicti Presbiteri... in vico Brugensi.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 151. Een pape was een ‘priester’. |
54. | Pottere, de - extra portam lapideam Curtracensem in vico currente versus parochiam de Zwevenghem inter fossata ville Curtracensis ab una parte et domum Ostonis Pottere.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 157. Een potter is een pottenbakker of potgieter. Vgl. 1392 ghegheven Zwanen Spotters van herdin cannen daer in dat de wijn ghepresentert was den steden die ter maerct commen waren.
|
| |
| |
| In het Kortrijks is potter ook bijnaam voor gierige vrek, een parasiet, die erop uit is overal te profiteren. |
55. | Putte, van den - Potterstrate inter domum Rogeri de Puteo.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 158. Ten Putten was een heerlijkheid in Wervik (1736) en den Pidt een pln. in Tielt-Buiten (1640) (De Flou XIII, 133 en XII, 744). De naam kan natuurlijk overal ontstaan zijn waar iemand in de nabijheid van een put woonde. |
56. | Queinte (?) - fundum Nicolai dicti Queinte (sic) supra cornu platee qui dicitur Soiters Molenstrakin Curtraci extra portam Insulensem = inter domum Colini Quiente (sic)... extra portam Tornacensem = domos Nicolai Quonite (sic).
Onduidelijke naam; we konden ook niet uitmaken welke van de drie lezingen de juiste is. |
57. | Reut - Stockerstrate inter domum... Danielis Reut.
Reude ‘sterke hond, bulhond, bloedhond, mannetje van de hond; scheldwoord: booswicht, barbaar, onmens’ (Mnl. Wdb. VI, 1310). Vgl. ook reud, reu, rut ‘rekel, mannetjeshond’ (De Bo 808). Vgl. de Reude in Kortr. Psnn., blz. 172. |
58. | Rikeman - fundum Petri Ghetins dicti Rikemans.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 165. Vleivorm op -man (vgl. Janneman van Jan) van een Germ. -rik-naam, als Rikaerd.
Kan ook eenvoudig ‘rijk man’ betekenen. |
59. | Rikere, de - domos... Lote Rikers... Stockerstrate.
Van het ww. riken ‘machtig worden, in macht toenemen; rijk worden, geld verdienen, rijker worden’ (MW VI, 1415-6). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 164. |
60. | Rose - fundum Jacobi dicti Rose in vico dicto Potterstrate.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 169. Rose is vooreerst de ziekte ‘de roos’.
De toenaam kan ook verklaard worden uit een huisnaam; vgl. 1612 Jan Roose = 1605 Jan inde Roose tAntwerpenGa naar voetnoot(18).
Roese kan ook de meisjesnaam Rosa zijn, vgl. in Hulsterambacht: 1358 Jan Floeren soene over Roesen miin wiifGa naar voetnoot(19). |
| |
| |
61. | Sabrijs - Potterstrate... fundos Johannis Sabrijs = fundum Johannis Zabrijs.
Vermoedelijk een variant (met wisseling van de labialen v/b) van Saverijs. Dit is de Germ. naam Sabarik, Savarik. Vgl. Saverijs in Kortr. Psnn., blz. 176. |
62. | Sanders - fundum Egidij Sanders in vico dicto Potterstrate = Egidius Sanders.
Verkorting van Alexander. |
63. | Scade - fundum Petri Scade Curtraci in platea iuxta Lisam.
Scade heeft dezelfde betekenis als scader ‘hij die schade toebrengt, vijand, rover’Ga naar voetnoot(20). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 176. |
64. | Scelpe - domum Facellini Scelpe.
Schelpe ‘schelp, schaal; schub, bast van de noot, schilfer’ (Mnl. Wdb. VII, 411-3). Kan ook een huisnaam zijn. |
65. | Scuttere, de - fundum Jacomini Scuttere... in vico Canonicorum.
Dit woord heeft twee betekenissen: 1o ‘boogschutter, lid van een schuttersgild’; 2o ‘hij die vee schut, de beambte die loslopend vee vangt en in het schot opsluit (het dus schut)’ (Mnl. Wdb. VII, 828-8). |
66. | Zeexenmakere, de - vico lapideo... magistri Walteri Zeexenmakere.
Variant en kontaminatie van seisenmaker en sekelmaker ‘sikkelmaker, zeisenmaker’ (MW VII, 926-7). |
67. | Serlambrechts, de - fundum Sigeri Serlambrechts ab uno latere et plateam que vocatur Vliederstrate.
Ser is de genitief van he(e)r. Lambrecht is een Germ. voornaam; vandaar ook de Fnn. Lammins, Lammens, Lambrechts, Lampe, Lammertijn, Lamberty, Lambin, Lambo(te). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 183. |
68. | Zeughen - in platea iuxta Lisam inter domum Willelmi Zueghen.
Suege, seuge ‘zeug; naam van een insekt, pissebed; belegeringswerktuig, waaruit steenen geworpen werden’ (Mnl. Wdb. VII, 1494). Seuge ‘blok of rol, gezegd van lood’ (Mnl. Wdb. VII, 1024). |
69. | Smet, de - fundum Lamberti Smed olim dicti Presbeteri... in vico Brugensi.
Smet, nog altijd Wvl. voor ‘smid’Ga naar voetnoot(21). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 184. |
| |
| |
70. | Soete - vico lapideo... domum Symonis Zoets.
Soete was een meisjesnaam, verkorting van Avezoete, Heilzoete, enz.Ga naar voetnoot(22). Zie ook Kortr. Psnn., blz. 186. |
71. | Zoutenere, de - fundum Martini Zoutenere... in vico Harlebeccensi... inter domum Martini Zouteners.
Zoutenere = Souter ‘zouthandelaar, hij die gezouten waren verkoopt; zoutzieder’ (Mnl. Wdb. VII, 1613). |
72. | Speelman - Stockerstrate... domum Willelmi Speelmans.
Een speelman was een ‘muzikant, harpspeler, liedjeszanger, voordrager van verzen en kunstenmaker, danser, jongleur, toneelspeler’ (Mnl. Wdb. VII, 1662-4). |
73. | Struve - fundum Petri Struve... in vico Brugensi.
Struve ‘struif, dunne pannekoek’ (MW VII, 2352); vgl. Fn. Pancouke. |
74. | Toen - in vico Harlebeccensi inter domum Rogeri Toens.
Verkorting van Antoen, de heiligennaam Antonius. |
75. | Vader, de - domum... Robini Vaders... Blidelevenstrate.
Andere verwantschapsnamen zijn b.v. Zoons = Soens, de Neve, Cosijns = Cousin, Coussens, Fr. Père, Lepère, Parent. |
76. | Vaerwere, de - honesto viro Ostoni dicto Waerwere opidano Curtracensi principali fundatori dicte capellanie.
Zie ook Kortr. Psnn., blz. 201. Een vaerwer (vgl. Kortrijks varwe) was een ‘verver, lakenverver’. |
77. | Vijflo - domum Sigeri Vijflo... Stockerstrate.
Vgl. Vyveloe(t) in Kortr. Psnn., blz. 206; 1431 Jan Viveloo... in BruggheGa naar voetnoot(23). Viveloet is wrsl. een vleivorm op -lot van Viviaan, Vivien. Vgl. 1424 Vine van Vive Vivyens dochtereGa naar voetnoot(24). |
78. | Waermoes - ultra Lisam inter domum et fundum quondam Symoen Waermoes.
Warmoes, uit warm moes, betekent ‘groente, moeskruid’ (MW IX, 1769-71). Het is een beroepsbijnaam voor een warmoesier of warmoesman ‘groentenkweker, groenteboer’. |
79. | Wizewale - supra domum Johannis Wizewale Curtraci in vico Tornacensi.
|
| |
| |
| Wegens wisseling van de bilabialen m/w, vermoedelijk variant van Wismale, zie volgend item. Vgl. Kortrijks murm ‘murw’, zwalm ‘zwaluw’, me gaan ‘we gaan’. |
80. | Wismale - domum Rogeri Wismale Curtraci in vico Harlebeccensi.
De betekenis is niet heel duidelijk. Mael kan ‘echtgenoot’ (Mnl. Wdb. IV, 972) betekenen: ‘wijze echtgenot’? Mael, onz. (!) betekent ‘rechtszitting’ (o.c., 971); Bn. voor een wijs rechter? |
81. | Wijt - fundum Oliveri Wijts... in vico Tornacensi.
Wijt is de Germ. voornaam Wido, vanwaar Frans Guy, Guido(n). |
| |
Plaatsnamen
Daar slechts twee plaatsnamen in onze studie over de Kortr. Plnn. niet voorkwamen, nemen we hier de nummering van dat artikel over, waarmee we voor verklaring en uitleg meteen naar de IIde jaargang (1960, blz. 53-93) verwijzen.
14. |
Blijdelevenstraat - supra domum et fundum quos possidet Curtraci Johanna Blidelevens... in vico dicto Blidelevenstrate.
Uit dit excerpt blijkt duidelijk dat onze verklaring in Kortr. Plnn. 60 juist was; de straat kreeg haar naam inderdaad naar een persoonsnaam. |
22. |
Bruggestraat - in vico Brugensi. |
25. |
Doornikpoort - extra portam Tornacensem. |
43. |
Harelbekestraat - in vico Harlebeccensi. |
52. |
Hondsgat - extra portam Insulensem ad locum dictum Hondgate. |
63. |
Kanunnikenstraat - in vico Canonicorum. |
100. |
Neveldries - in vico de Stockerstrate iuxta predium nuncupatum Neveldriesch. |
133. |
Potterstraat - in vico Potterstrate. |
137. |
Rijselpoort - extra portam Insulensem.
x.(160bis) Soiters Molenstraatje - supra cornu platee qui dicitur Soiters Molenstrakin Curtraci extra portam Insulensem.
Het Molenstraatje waar een zekere Soiter woonde. |
165. |
Steenland - in vico Canonicorum inter domum Petri Huusmans ab una parte et ab alia tenentem ad viam de Steenlande. |
168. |
Steenpoort - extra portam lapideam. |
169. |
Steenstraat - in vico lapideo. |
| |
| |
170. |
Stokkersstraat - in vico de Stockerstrate.
x.(175bis) Vlierstraat - supra domum et fundum Petri dicti Grave sitos Curtraci a parte occidentali iuxta fossata dicte ville inter domum et fundum Sigeri Serlambrechts ab uno latere et plateam que vocatur Vliederstrate.
Vlieder, Ndl. vlier, Wvl. ook vlinder. Vgl. van der Vliederbeke = van der Vlienderbeke (Kortr. Psnn., blz. 209). |
185. |
Wolleplas - in vico lapideo iuxta locum dictum Wulleplasch. |
189. |
Zwevegemstraat - in vico... apud Zwevenghem... extra portam lapideam Curtracensem in vico currente versus parochiam de Zwevenghem. |
F. Debrabandere.
|
-
voetnoot(1)
- F. Debrabandere, Kortrijkse Persoonsnamen omstreeks 1400 (Werken uitg. door de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, nr. 8), Tongeren, 1958. - Afk. Kortr. Psnn.
-
voetnoot(2)
- F. Debrabandere, Kortrijkse Plaatsnamen voor 1400. De Leiegouw, 1960, jg. II, blz. 53-93, 255. - Afk. Kortr. Plnn.
-
voetnoot(3)
- K. De Flou, Woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen..., I-XVIII, Gent, 1914-38.
-
voetnoot(4)
- E. Verwijs - J. Verdam, Middelnederlandsch Woordenboek, 's-Gravenhage, 1885-1929. - Afk. Mnl. Wdb.
-
voetnoot(5)
- S. Hagstroem, Kölner Beinamen des 12. und 13. jahrhunderts I, Uppsala, 1949, blz. 387.
-
voetnoot(6)
- G. Gezelle, Loquela (uitg. J. Craeynest), Tielt, s.d., blz. 33.
-
voetnoot(7)
- L.L. De Bo - J. Samyn, Westvlaamsch Idioticon, Gent, 1892.
-
voetnoot(8)
- Rijksarchief Kortrijk, Akten en Kontrakten, fo 171 vo; excerpt van de hr. J. Berteele.
-
voetnoot(9)
- H. Brockmueller, Die Rostocker Personennamen bis 1304, Rostock, 1933, blz. 87. - De naam komt ook voor bij: H. Nueske, Die Greifswalder Familiennamen des 13. und 14. Jahrhunderts (1250-1400), Bamberg, 1929, blz. 69. -H. Bahlow, Die Stralsunder Bürgernamen um 1300. Balt. Stud. N. F., 1934, jg. XXXVI, blz. 49.
-
voetnoot(10)
- F. Godefroy, Dictionnaire de l'ancienne langue française, X vol., Paris, 1880-1902.
-
voetnoot(11)
- Voor oude naamvormen en verklaring van de stadsnaam, zie C. Tavernier - Vereecken, De stadsnaam Deinze. Med. Ver. Naamk., 1959, jg. XXXV, blz. 7-11.
-
voetnoot(12)
- O. Leys, Med. Ver. Naamk., 1956, jg. XXXII, blz. 80.
-
voetnoot(13)
- A. Dauzat, Dictionnaire des noms de familie et prénoms de France, Paris, 1951.
-
voetnoot(14)
- L. De Man, Middeleeuwse beroeps- en ambachtsnamen te Leuven. Belg. Ts. Phil. Gesch., 1949, jg. XXVII, blz. 604.
-
voetnoot(15)
- J. De Cuyper, De Leiegouw, 1960, jg. II, blz. 188.
-
voetnoot(16)
- F. Debrabandere, Med. Ver. Naamk., 1957, jg. XXXIII, blz. 10.
-
voetnoot(17)
- M. Gysseling - A.C.F. Koch, Diplomata Relgica ante annum millesimum centesimum scripta, Brussel, 1950, blz. 340, 133.
-
voetnoot(18)
- K. Roelandts, Nederlandse familienamen in historisch perspectief (Anthroponymica IV), Leuven-Brussel, 1951, blz. 24.
-
voetnoot(19)
- Rijksarchief Kortrijk, Fonds O.-L.-V. Charters, nr. 338.
-
voetnoot(20)
- O. Leys, De bij- en beroepsnamen van Germaanse oorsprong in de Westvlaamse oorkonden tot 1225. Med. Ver. Naamk., 1959, jg. XXXV, blz. 140.
-
voetnoot(21)
- F. Debrabandere, Familienamen rond het smidsvak (Album Dr. J. De Smet), Brugge, 1964.
-
voetnoot(22)
- F. Debrabandere, De Familienaam Soete. De Leiegouw, 1961, jg. III, blz. 11-14.
-
voetnoot(23)
- R.A. Parmentier, Indices op de Brugsche Poorterboeken, II dln., Brugge, 1938, I, 204.
-
voetnoot(24)
- Rijksarchief Kortrijk, Poortersboek, Stad 1413-1680, Kasselrij 1413-1600; fo 3.
|