Logo DBNL
De Leiegouw. Jaargang 3 (1961)

De Leiegouw. Jaargang 3

(1961)– [tijdschrift] Leiegouw, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bibliografie 1960-61

§ 1. Geschiedenis.

J. Allaert, De opheffing der onnuttige kloosters in West-Vlaanderen onder Keizer Jozef II (1783-1790). Lic.-verh. Leuven, 1960.
C. B., Namaking van Werviks laken door de drapiers van Eeklo. Biek. LXII (1961), 232.
J. Behets, Een beschrijving van de taalgrens in 1827. Wet. Tijd. XXI (1961), 307-310.
M. D., Patriottinnen te Rumbeke 1790. Biek. LXII (1961), 275-276.
L. Danhieux, Les registres paroissiaux de la Flandre occidentale. Tablettes des Flandres, VIII (1960), 123-133.
J. de Béthune, La crise linière et le paupérisme dans le Courtraisis entre 1825 et 1850. Ann. 35e Congr. Féd. hist. & arch. de Belg. à Courtrai 1953 (Gembloux, 1960), p. 72-133.
J. De Cuyper, De krisis in het kapittel van Kortrijk op het einde van de 14de eeuw. Tussenkomst van hertog Filips de Stoute. Leiegouw II (I960), 5-52; § 2. Kortrijk en het kapittel na de nederlaag van Westrozebeke (27 november 1382). ibid., 169-197.
J. De Cuyper, Inning en verkoop van tiendvruchten in Hulster-Ambacht voor rekening van het kapittel van Kortrijk 1381. Biek. LXII (1961), 83-87.
J. D[elbaere] - D[umoulin], Rumbeke. (Kataloog van de Geschied- en heemkundige tentoonstelling, p. 59-146) Rumbeke, 1961.
A. Delvoye, Episodes d'un temps troublé. Hand. G.O.K.K.(1) XXXI (1959-60), 223-256.
A. D[elvoye], Een Kortrijkse herenwoning op het einde der 18e eeuw. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 284.
R. De Man, Een reisverhaal uit de 17e eeuw (voortzetting). Zonneweelde XXX (1960), 96.
L. De Poortere, Kortrijk Sint-Rochus jubileert 1861-1961. Honderd jaar geschiedenis van een parochie. Izegem (Strobbe), 1960, 174 blz., geïll.
Recensie: A. V., Honderd jaar Sint-Rochus te Kortrijk. Biek. LXII (1961), 121.
A. D'Haenens, Gilles li Muisis, abt van de Sint-Maartensabdij te Doornik, en zijn oogheelkundige operatie in 1351. Leiegouw II (1960), 199-220.
A. D'Haenens, Une œuvre à restituer à Gilles li Muisis: La chronique dite de Jacques Muevin. Hand. Kon. Comm. Geschiedenis CXXVII (1961), 1-32.
K. Maddens, Geluwe op het einde van de XVIe en het begin van de XVIIe eeuw. Leiegouw II (1960), 109-140.
K. Maddens, Een Geluwse pachtbrief van 1574. Leiegouw II (1960), 257-260.
J. Soete - J. Descheemaeker, La bourgeoisie sous l'ancien Régime. La Vie Judiciaire 1960, no 746, p. 5-6; no 747, p. 4.
H. Van den Abeele, De wolven verleckert op 't mensenvlees, 1586-1783. Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze... XXVII (1960), 43-95.
Over het jagen en vangen van wolven en andere wilde dieren, o.m. in enkele gemeenten van de oude kasselrij Kortrijk (roede van Deinze).
J. Verbeemen, Liste des registres aux admissions de nouveaux bourgeois existant en Belgique. Tablettes du Brabant IV (1960), 229-246.
O.m. Deinze, Kortrijk, Tielt.
E. Verheust, Episode de la guerre scolaire dans le Courtraisis (1880). Le drame de Heule. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 121-154.
A. Viaene, Handel en nijverheid te Kortrijk in 1764. Leiegouw II (1960), 95-107.
A. Viaene, Handel en nijverheid te Menen in 1770-1780. Leiegouw II (1960), 237-251.
A. Viaene, De slag te Vanderote bij Kortrijk. 11 juli 1302. Biek. LXII (1961), 141-144. In zijn bekende ‘Beschrijving der Nederlanden’ situeert L. Guicciardini (1567) de bekende Gulden-Sporenslag ‘Curtrai... Vicino a questa terra, cio è a Vanderote’. Deze verwarring lijkt te berusten op een zetfout in een kroniek van Pieter d'Oudegherst: ‘commencérent a s'encourir a van de route’ i.p.v. ‘a vau de route’, d.w.z. ‘in wanorde’.
A. V[iaene], Joden in de legende van 1302. Biek. LXII (1961), 158.
A. Viaene, Een onvoltooid Breydel-epos uit 1794. De Guidonide van Beaucourt. Biek. LXII (1961), 171-182.
F.M.W.-D.S., Het oude Kortrijkse bunder. Biek. LXI (1960), 352.
C. Wyffels, Een fragment van de Kortrijkse stadsrekening van 1376-77. Leiegouw II (1960), 157-168.

§ 2. Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde.

G. Billiet, Aantekeningen over vier schilderijen tijdens de Franse Overheersing (1794) uit Kortrijk ontvoerd. Leiegouw II (1960), 221-236.
J. Brys, De kunstwerken in de St.-Pieterskerk te Tielt. Tielt, 1960, 32 blz.
F. De Backer, Waren er eertijds Romeinse legioenen te Kortrijk gelegerd? Geschiedenis in het Onderwijs, 25 sept. 1960, blz. 62.
J. D[e] C[uyper], Oude grafzerken en gedenkstenen in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. Leiegouw II (1960), 274-275.
J. D[e] C[uyper], Bij het afbreken, herstellen en herbouwen van oude monumenten te Kortrijk. Leiegouw II (1960), 275-277.
J. D[elbaere] - D[umoulin], Een smeedijzeren kruis op het kerkhof van Rumbeke. Biek. LXII (1961), 272-275.
A. Deschrevel, Het orgel in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Kortrijk. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 183-206.
Deze bijdrage verscheen reeds in De Praestant, tijdschrift voor orgelcultuur in de Nederlanden, VII (1958).
F. De Vleeschouwer, Panorama van de Kortrijkse schilderkunst. Hand. 35e Congr. Gesch. & Oudh. Kr. v. België te Kortrijk 1953 (Gembloux, 1960), blz. 57-67.
Dom P. Favorel, o.s.b., Romeinse muntschatten in West-Vlaanderen. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 3-64.
Vondsten in Beveren-Leie, Dadizele, Deerlijk, Dentergem, Emelgem, Harelbeke, Heule, Kortrijk, Lauwe, Marke, Menen, Pittem, Rumbeke, Waregem, Wervik, Wevelgem, Wingene, Zwevegem.
G.F. F[eytmans], Courtrai. Archéologie 1960, 2, p. 425.
Ch. Leva - J. Mertens, Kortrijk. Romeins kamp. Archeologie 1960, 2, p. 419.
A. Smeets, Twee Kortrijkse ‘dwergen’ aan de eer (Pol Patoor en Willem Deneckere). W.-Vl. IX (1960), 358-360.
M.G. Van den Abeelen, Camps romains à Courtrai. Archéologie 1960, 1, p. 169.
F. Van Molle, De Kruisoprichting van A. Van Dyck in de O.-L.-Vrouwekerk te Kortrijk. Een onderschuiving weerlegd. Hand. 35e Congr. Gesch. & Oudh. Kr. v. België te Kortrijk 1953 (Gembloux, 1960), p. 145-159 (geïll.).
J. Versyp, Nog ‘Engels’ borduurwerk te Kortrijk en te Brugge. Artes Textiles. Bijdragen tot de geschiedenis van de tapijt-, borduur- en textielkunst V (1959-60), 124-126 (geïll.).
Bespreekt een kazuifel van ± 1500 in de O.-L.-Vrouwekerk te Kortrijk.
A. V[iaene], Borduurwerk met de tapijtsteek van Maria-Jacoba Werbrouck 1801. Biek. LXII (1961), 252.
J. Viérin, Courtrai. Fossés en V. Archéologie 1959, 1, p. 146.
J. V[iérin], Tombe militaire du 1er siècle. Archéologie 1959, 1, p. 147-148.

§ 3. Biografie.

J.M. B[erteele], Brief van Pater Donche aan J. Goethals-Vercruysse. Leiegouw II (1960), 141-143.
J. Delbaere, Z.E.H. Edward De Gryse. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 65-81.
J. Delbaere, Jacobus Vandekerckhove. Pastoor-proprietarius van Rumbeke 1610-1622. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 83-107.
J. Delbaere, Ivo Rommel 1804-1882, gedurende 52 jaar schepen van Rumbeke. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 108-119.
J. D[elbare] - D[umoulin], Ignaas Bekaert-Baeckelandt van Kortrijk. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 284-290.
J. Geldhof, Professor Gustaaf Verriest. Zijn benoeming te Leuven. Biek. LXII (1961), 183-184.
F. Germonprez, In Memoriam dr. J. Soete, stadsbibliothecaris-archivaris te Kortrijk. W.-Vl. X (1961), 202-203.
† Jan Grauls, Dr. Martens aan de Leie. Wet. Tijd. XX (1960), 342-350.
R. Roemans, Bibliografie van Joris Eeckhout. Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze... XXVII (1960), 27-41.
Ch. Selosse, La vie et la correspondance de Jean-Baptiste Delanglez 1790-1837. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 155-182.
J. Soete, J. Goethals-Vercruysse (1759-1838) te Kortrijk herdacht. (Kataloog van de tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten, 6 nov.- 13 dec. 1960) Kortrijk, 1960, 8o, 144 blz., geïll.
Voorwoord van M. Duyck, schepen, en J. Soete (p. 5-6). Bijdrage van J. Soete: J. Goethals, zijn geschiedkundig werk, zijn bibliotheek (p. 9-46). Eigenlijke kataloog (p. 47-140).
F. Van Berckel, De tragische dood van Jooris van Severen en Jan Rijckoort (Abbeville, 20 mei 1940). Zulte, Oranje-uitgaven, 1960, 8o, 174 blz., geïll.
R. Van de Moortel, Joris Eeckhout (o Deinze 29-7-1888 - † Gent 28-2-1951). Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze... XXVII (1960), 7-25.
A. V[iaene], Gezelle met vakantie op Jersey. Biek. LXII (1961), 165.

§ 4. Letteren.

P. De Keyser, De driehoeksverhouding F.A. Snellaert, F.J. Blieck en Prudens Van Duyse (1836-1840). Spiegel der Letteren IV (1960), nr. 2, 81-98.
S. De Rouck, Hugo Verriest als literator. Zonneweelde XXXI (1961), 10-12.
W. Simaey, Jan Hofman (Kortrijk 2 maart 1758 - 2 augustus 1835). Leven en werk. Lic.-verh. Gent, 1961.
J. Storme, Massaspel: ‘In de Branding’. Kunst voor de massa en ware volksopvoeding. W.-Vl. IX (1960), 454-458.
Bespreekt het K.W.B.-spel van Fr. Germonprez, opgevoerd op de Grote Markt te Kortrijk op 11 juni 1960.
Chr. Verhaak, s.j., Zeger van Kortrijk, Kommentator van Perihermeneias. Inleidende studie en tekstuitgave. Doct. diss. Leuven, 1960, CLXXVIII + 572 blz.
Chr. Verhaak, s.j., Het Perihermeneiascommentaar van Zeger van Kortrijk. Vragen over authenticiteit en literaire afhankelijkheid. Bijdragen, Tijdschrift voor filosofie en theologie (Maastricht-Leuven-Nijmegen) XXII (1961), 161-186.
S. Weyts, Westvlaamse schrijfsters (Gabriëlle Demedts, Lieve Simoens, Jozefa van Houtland). W.-Vl. IX (1960), 347-349.

§ 5. Dialektstudie.

G. Altoos, Zegswijzen te Zwevezele. Biek. LXII (1961), 198, 212, 214.
G.P. Baert, Het sterfhuis van een Machelse herbergier en landbouwer 1825. Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze... XXVII (1960), 137-151.
Bevat benamingen van de voorwerpen in het inventaris.
G.P. B[aert], Wijsheid van een patriarch. Biek. LXI (1960), 352-353. Volksgezegden uit Stasegem.
L. Vanackere - H. Pauwels - G.P. Baert, Slaapkerel. Biek. LXII (1961), 157.
A. V[iaene], Hij is om zeep. Biek. LXII (1961), 92.
N.a.v. een citaat van pastoor Jan Coens van Kortrijk in zijn Confutatie... van den Biencorff (Leuven, 1598): ‘Sijn leeringhe... is ommertons al lange om seepe...’.
A. V[iaene], Joden van Sinte-Godelieve. Biek. LXII (1961), 285-286.

§ 6. Naamkunde.

F. Debrabandere, Kortrijkse plaatsnamen vóór 1400. Leiegouw II (1960), 53-93,255.
F. D., Onze moderne Kortrijkse straatnamen. Leiegouw II (1960), 256.
F. D., Familienaam Uutergaleyen. Biek. LXII (1961), 186.
F. Debrabandere, De naam Jozef in de middeleeuwen. Med. Ver. Naamk. XXXVII (1961), 70-73.
J.L.M. Mullie, De familienamen De Lannoy en Van de Lanoitte. Leiegouw II (1960), 253-254.
V. Tourneur, Le nom de Courtrai. Ann. 35e Congr. Féd. Hist. & arch. de Belg. à Courtrai 1953 (Gembloux, 1960), p. 47-55.
J. Vervenne, Oude herbergen te Wevelgem. Biek. LXII (1961), 71-76.

§ 7. Volkskunde.

G. Altoos, Met het galgejong op zak (Zwevezele). Biek. LXII (1961), 92-93.
V. Arickx, Aardbeving te Tielt in 1756. Biek. LXII (1961), 122.
V. Arickx, Een Duits heelmeester te Meulebeke in 1758. Biek. LXII (1961), 150.
G.P. B[aert], Garen zieden. Biek. LXII (1961), 59.
G.P. B[aert], Van de weetziekte betoverd en onttoverd. Biek. LXII (1961), 60-61.
G.P. B[aert], De gilde zitten te Machelen. Biek. LXII (1961), 209.
G.P. B[aert], Eerste vliegsport in de Leiestreek. Biek. LXII (1961), 217-218.
S. Bohez, Onderzoek naar de sagenmotieven in het land tussen Leie en Schelde. I. Geestenwereld; D. Luchtgeesten; E. Plaaggeesten; F. Spookdieren. Oostvl. Zanten XXXV (1960), 191-212. - G. Spookdingen; H. Geesten in de gedaante van mensen; I. Terugkerende doden; J. Bespookte plaatsen. O.Z. XXXVI (1961), 16-34; II. Toverwereld. A. Heksen, ibid., 59-76; B. Tovenaars en toverboeken, 145-162; C. Waarzeggers en waarzegsters, 191-192; D. Weerwolven, 192-202.
P. Declercq, Bakelandt en zijn bende. Bakelandt als plaatsvervangend milicien te Izegem. Relaes en treurlied. Biek. LXII (1961), 117-118.
P. Declercq, De herberg ‘Den Hert’ te Izegem. Biek. LXII (1961), 216.
P. Declercq, Poppenspel verboden te Izegem, 1742. Biek. LXII (1961), 249.
L. Defraeye, Verering van de H. Colomba te Kortrijk. Biek. LXII (1961), 156.
L. Defraeye, Ophopend lied. Oostvl. Zanten XXXVI (1961), 51-52.
J. D[elbare] - D[umoulin], Grenspaal te Herzeeuw. Biek. LXII (1961), 58.
J. Delbaere, Oude hoefsmederijen. Biek. LXII (1961), 188.
J. Geldhof, Izegem (pottenbakkers). Ons Heem XV (1961), 198-199.
A. Impe - A. Lenoir, Pottenbakkerij ‘De Rode Poort te Tielt. Ons Heem XV (1961), 219-220.
P. Leopold, o.c.d., ‘O.-L.-Vrouw ten Ackere’ ingehuldigd te Kortrijk. Kapel en Beeld XIII (1961), 29-31.
A. Lowyck, Kort overzicht van de geschiedenis van de Westvlaamse tegelbakkerijen in Vlaams aardewerk. Ons Heem XV (1961), 160-161.
A. L[owyck], De pottenbakkers Roose te Izegem. Ons Heem XV (1961), 199; Punttegels uit Izegem, 199-200.
A. Lowyck, Enkele nota's over tegels in het Kortrijkse. Ons Heem XV (1961), 207-209.
Torie Mulders, De mulderstiel Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 265-272.
E. N., Prijsnotering van klein bier en dubbel bier 1517 (Kortrijk). Biek. LXII (1961), 251.
L. Van Acker, Kaasmakerij in de Mandelstreek. Biek. LXII (1961), 253.
L. Van Acker, Westvlaamse pottenbakkers en tegelbakkers onder Frans bewind. Ons Heem XV (1961), 162 & 186; Gepatenteerde pottenbakkers, tegelbakkers en fayencebakkers in het Leiedepartement. ibid., 186.
J. Vangaver, Labre's kapelleken te Harelbeke. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 273-275.
J. Vangaver, Het kapelleken van de ‘Mol’ te Harelbeke. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 275-277.
J. Vangaver, Een stukje molengeschiedenis uit Ruiselede. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 277-279.
J. Vangaver, Kapellen te Harelbeke. Kapel en Beeld XIII (1961), 28.
M. Verfaillie, Baert. Zie § 8.
A. V[iaene], Aposteltafel op Witte Donderdag. Stichting te Kortrijk in 1525. Biek. LXI (1960), 348.

§ 8. Genealogie.

F. Collon, De Bellenghien. De Middelaar XVI (1961), 277.
A. L[owyck], De pottenbakkers Roose te Izegem. Zie § 7.
A. Noseda, Kortrijk - Noseda. Ons Heem XV (1961), 206-207.
Ch. Selosse, La vie et la correspondance de Jean-Baptiste Delanglez. Zie § 3.
J. S[oete], Een Kortrijkzaan goeverneur van één van de Kanarische eilanden. Leiegouw II (1960), 143-145.
L. Van Acker - C. Denorme, Een oud boerengeslacht: Van Rolleghem te Ardooie. Biek. LXI (1960), 433-445.
M. Verfaillie, Baert (pottenbakkersfamilie te Izegem). Ons Heem XV (1961), 200.
E. Verheust, Johannes Cosman, le centenaire de Meulebeke. Hand. G.O.K.K. XXXI (1959-60), 280-283.

F.D.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

plaatsen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs