De Leiegouw. Jaargang 3
(1961)– [tijdschrift] Leiegouw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
De familienaam SoeteVermoedelijk zullen reeds heel wat bezoekers van de Kortrijkse stadsbiblioteek, bij hun waardering voor de goedheid en zachtheid van de bibliotekaris-archivaris de bedenking gevoegd hebben: ‘Dr. J. Soete heeft werkelijk zijn naam niet gestolen!’. Het is duidelijk dat een dergelijke - zeker vleiende - naamverklaring, louter volksetymologie is. Ook het Ex Libris van de overledene bevat een leuke woordspeling op die zoete naam: ‘Zoet in dat wroeten - Vroet in dat Soete’. Deze naam vindt echter zijn oorsprong niet in een bijnaam, maar in een meisjesnaam, een doopnaam dus. In de eerste stadsrekening van | |
[pagina 12]
| |
Kortrijk in 1391 ontmoeten wij Zoetin Soete Gillis Crays wedueGa naar voetnoot(1). - Het is vreemd hoe men zich bij de keuze van de doopnaam, soms door de toenaam laat inspirerenGa naar voetnoot(2). - In 1421 meldt ons het wezerijregister ‘Den Haeze’Ga naar voetnoot(3) het huwelijk van Zoetkin (Ballekins) ... met Jan Zoeten f. WoutersGa naar voetnoot(1). Het is normaal dat men later, bij het in onbruik raken van deze voornaam, in de fn. Soete het adj. zoet zou zien; dit blijkt uit de eveneens bestaande fn. De Soete. Ook in het Frans blijkt deze voornaam in vertaalde vorm bestaan te hebben: 1270-1300 Douce la CourteroneGa naar voetnoot(4). De voornaam Soete (Soetin, Zoetkin) is een verkorte vorm (resp. vleivorm) van een van de volgende meisjesnamen: Avezoete, Bertezoete, Heilzoete, ImmezoeteGa naar voetnoot(5), LanghezoeteGa naar voetnoot(6), MesoeteGa naar voetnoot(7), WerzoeteGa naar voetnoot(8). Er hebben echter ook mannelijke zoet-namen bestaan. In Brugge wordt in 1303 een Jhan f. Roebsoets gemeldGa naar voetnoot(9), terwijl in het Brugse rond 1300 ook nog Lamzoet en Wouterzoet voorkwamenGa naar voetnoot(10). Wijzelf noteerden in 1204: Robesote de Waverin... testes homines mei de FlandriaGa naar voetnoot(11). Wij vermelden ook nog een merkwaardig geval van naamgeving in 1368: van Lammin Zoeten vanof Eyle ZoeteGa naar voetnoot(12). Het eigenaardige is dat bij de namen van die twee verwanten, telkens vn. + tn. zelf een voornaam had kunnen zijn (Lamzoet, Heylzoete). Vermoedelijk is dit weer een voorbeeld van invloed van de toenaam op de keuze van de voornaam (vgl. boven). | |
[pagina 13]
| |
Nu bestond er naast de vrouwelijke vleivormen Zoetin, Soetkin ook een jongensnaam Zoetaerd, b.v. 1426 Zoetaerdt vanden MaleGa naar voetnoot(13). Het lijkt op het eerste gezicht aangewezen deze voornaam als een ml. vleivorm van een van de bovenvermelde ml. zoet-namen te beschouwenGa naar voetnoot(14). Deze verklaring verliest echter aan bewijskracht als we weten dat ml. zoet-namen, d.w.z. ml. samenstellingen met zoet, in het Kortrijkse onbekend zijn. Een systematisch onderzoek van het volledig Kortrijks archief van het einde van de 12de eeuw af tot na 1400Ga naar voetnoot(15) leverde ons in Zuid-West-Vlaanderen geen enkele ml. samenstelling met zoet op. Ook Dr. Soete verzekerde ons in het Kortrijks archief nooit een ml. zoet-naam aangetroffen te hebben. Trouwens, hoe was een vrouwelijke vleivorm Soetin, met een voor mannelijke vleivormen gebruikelijk -in-suffix, mogelijk, indien men ml. zoet-namen had gekend? Immers, zo goed als alle -in-vormen zijn ml. vleivormen; vgl. Bossin, Danin (Daneel), Dierin (Diederik), Hannin (Johannes), Fleurin (Floreins, Florentius), Coppin (Jakop), Stasin (Justaes)Ga naar voetnoot(16). Nu maakt Kortrijk met een vrl. Zoetin geen uitzondering, want ook in het Brugse, blijkens ver Zoetin Coppiers landGa naar voetnoot(17), in het Ieperse, blijkens Zoetin Lettincs in 1388Ga naar voetnoot(18) en in BrabantGa naar voetnoot(19) was Zoetin ondanks het -in-suffix een meisjesnaam. Dit alles wijst erop dat de vrl. zoet-namen primair zijn en dat op het ogenblik van de vorming van de naam Soetin, er nog geen ml. zoet-namen in gebruik waren. Anderzijds moeten de ml. zoet-namen secundaire vormen zijn, ontstaan naar analogie van de vrouwelijke samenstellingen met Zoete. In gebieden waar wel ml. zoet-namen bekend waren, kon Zoetaerd wel een afleiding zijn van een dergelijke naam (b.v. Bertzoet), waarbij wegens het reeds bestaan van vrl. Zoetin alleen nog het typisch ml. -aard-suffix kon worden gebruikt. Waar dit niet het geval was, moet Zoetaerd wel als een masculinisering van een oorspronkelijke vrl. voornaam opgevat wordenGa naar voetnoot(20). | |
[pagina 14]
| |
Dat zelfs toenamen dergelijke wijzigingen konden ondergaan, toont ons het volgende voorbeeld. In 1480 verhuisde Olivier Soete van Wevelgem naar Zwevegem en werd dan in de Akten en Kontrakten als Olivier Soetaert opgetekendGa naar voetnoot(21). Er werden trouwens ook nog andere meisjesnamen dan Soete gemasculiniseerd. MichaëlssonGa naar voetnoot(22) vermeldt omstreeks 1300: Anesot fuiz Pierre le borgne, met de verklaring: ‘ou bien fuiz est une faute de copiste pour fille, ou le nom Agnesot, primitivement du féminin, se trouve vraiment employé pour désigner un représentant du sexe fort; c'est là un procédé qui n'est point sans exemples’. Wij interpreteren de vorm Agnesot echter liever als een masculinum, gevormd bij de meisjesnaam Agnès. Ditzelfde procédé werd trouwens toegepast in: Loete (Jaquelote) > Lotaerd, Heile - Heilin Heilaerd, Calle (Katheline) > Callaert, Maeye (Maria) > Maeyaerd. Hoe mooi de volksetymologische verklaring van de familienaam Soete ook mag zijn, de naam is in oorsprong een metroniem, die achteraf aanleiding heeft gegeven tot de vorming van ml. doopnaam en patroniem Soetaert. Aan Dr. J. Soete, die mij in 1954 de Kortrijkse persoonsnamenstudie als onderwerp voor mijn licentiaatsverhandeling aanraadde, draag ik deze bescheiden studie als een blijk van erkentelijkheid en genegenheid op.
F. Debrabandere. |
|