De Leiegouw. Jaargang 2
(1960)– [tijdschrift] Leiegouw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||
Kortrijkse plaatsnamen voor 1400Daar een volledige studie van de Kortrijkse toponymie nog steeds niet bestaat, meen ik dat het goed is de oudste Kortrijkse plaatsnamen in een glossarium bij wijze van proef te bewerkenGa naar voetnoot(1). Ik heb als einddatum van mijn onderzoek het jaar 1400 gesteld, enerzijds omdat ik bij het excerperen van de persoonsnamen in de 13de en 14de eeuw ook de toponiemen genoteerd heb, anderzijds omdat precies vóór 1400 de archiefbronnen veel schaarser zijn. De eerste stadsrekening dateert nl. van 1391-92, het eerste wezerijregister van 1402 en de reeks Akten en Kontrakten vangt slechts in 1438 aan. Het ware derhalve voor de toponymist weinig lonend het ganse archief van vóór 1400 door te maken, daar in de oudste bronnen de plaatsnamen slechts zeer sporadisch voorkomen. Het ware echter onjuist te beweren dat vóór ons niemand belangstelling heeft getoond voor de Kortrijkse plaatsnamen. Vanzelfsprekend vermeldt De FlouGa naar voetnoot(16) heel wat Kortrijkse toponiemen. De PotterGa naar voetnoot(2) (deel I) noemde reeds de namen van de stadstorens, straten, heerlijkheden, vierscharen, enz..., maar zijn namenmateriaal is over het algemeen van vrij jonge datum. Vrij verdienstelijk is SevensGa naar voetnoot(3) geweest, die de Kortrijkse | |||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||
plaatsnamen in verscheidene dokumenten opgetekend, in afzonderlijke bijdragen behandelde. Sevens' werkwijze was echter niet zeer metodisch. In elke bijdrage maakte hij aan de hand van de plaatsnamen een wandeling door de stad, waarbij hij niet alleen vrij anekdotisch te werk ging, maar ook noodzakelijk in herhaling moest vervallen. Niettemin hebben wij van Sevens' bijdragen nuttig gebruik kunnen maken bij het lokalizeren van onze toponiemen. De volgende bronnen werden geraadpleegd: | |||||||||||||||||||||
Stadsarchief Kortrijk:
| |||||||||||||||||||||
Stadsbiblioteek Kortrijk:
| |||||||||||||||||||||
Archief Onze-Lieve-Vrouwekerk:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Archief Sint-Maartenskerk:
| |||||||||||||||||||||
Archief Onze-Lieve-Vrouwehospitaal:
| |||||||||||||||||||||
Archief Sint-Niklaashospitaal:
Rijksarchief Brussel:
| |||||||||||||||||||||
Uitgegeven bronnen:
| |||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||
Ik heb niet elke plaatsaanduiding als plaatsnaam opgevat. Zo werd het gewad in de lijst niet opgenomen, vermits SR 2 fo 25 in 1392 spreekt van het ghewat bachten Casteele, SR 3 fo 14 vo in 1394 van tghewat buter Steenporten en SR 5 in 1396 van dat hi de erde voerde met sinen scepe uten ghewade ten Nieuwenaerde end uten ghewade ter Leybrugghe. Ook de Bariere (1396) buiten de Rijselpoort, waarover in SR 3 fo 16, heb ik niet als eigenlijke plaatsnaam beschouwd, evenmin als de vele baerbecanen (b.v. SR 3 fo 16) of zelfs de aanduiding an den ovene (ibidem). Het gaat in al deze gevallen immers om plaatsaanduidingen, die slechts duidelijk bepaald kunnen worden door een andere plaatsnaam; deze aanduidingen zijn derhalve zelf geen plaatsnamen. Ook Lusenborchs erve lijkt ons geen toponiem te zijn, vermits uit de tekst: 1326 tote Lusenborchs erve wasGa naar voetnoot(9) blijkt dat Lusenborch de vorige eigenaar van het erf is. Minioens moet blijkens que vocatur masura Minioens wel als een plaatsnaam worden beschouwd en werd derhalve opgenomen. Nog andere aanduidingen van huizen kunnen wij niet als huisnamen opvatten, zoals de volgende waar een psn. als bijstelling voorkomt:
Daar LenvaelGa naar voetnoot(10), TinkeGa naar voetnoot(11) en WerdGa naar voetnoot(12) bekende toenamen zijn, worden deze huizen klaarblijkelijk door de naam van de eigenaar of bewoner aangeduid. Een paar twijfelachtige gevallen zijn de volgende: s.d. supra domum Lise in vico lapideo, LF fo 1(07. Is Lisa persoonsnaam zoals in bovenstaande gevallen, of wordt hier een Leiehuis bedoeld? Een huis genoemd naar de Leie in de Steenstraat is wel wat bevreemdend. Een andere moeilijk te vertalen naam is: s.d. in nova terra retro domum Nivelli, LF fo 93. Is er verband met het huis van Nevele? In de 13de eeuw behoorden de heren van Kortrijk tot het geslacht van NeveleGa naar voetnoot(13), maar Nevele wordt in de Latijnse bronnen altijd met Nivella vertaald. De PotterGa naar voetnoot(2) IV, 68 vermeldt een paar namen van huizen die in de brand van 1382 gespaard bleven, nl. de Zoete Vrouw in het huidige Buda | |||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||
en de Maagdenburg op de hoek van de Bissegemstraat. Daar De Potter geen andere bron dan de overlevering aanhaalt, heb ik deze namen niet in de lijst opgenomen. De spelling van de trefwoorden werd zoveel mogelijk gemoderniseerd. De afkortingen werden in kursief opgelost. 1. Aandeplas: 1379 retro domum bladorum... prope Haendenplasch, RH 127; 1395 van dat hij dalf anden Aendeplasch, SR 4 fo 23; 1396 van quareelen di hi cochte de welke laghen biden Aendeplassche, SR 5 fo 5; 1397 ende torre anden Aendeplach (sic), SR 6 fo 17 vo. Aent, aende ‘eend’ (Mnl. Wdb.Ga naar voetnoot(14) I, 160; zie ook De BoGa naar voetnoot(15), 5). De FlouGa naar voetnoot(16) I, 90-97 vermeldt verdere samenstellingen met aende, zoals Aendebeke, Aendebrouck, Aendemeersch, Aendenest, Aendeplasstraat (Westrozebeke), Aendepoel (1272 Zonnebeke).Vgl. ook GysselingGa naar voetnoot(17), 110 (Aendenest en Aendepoel) en HelsenGa naar voetnoot(18), 14 (Ganzepoel en Eendepoel). 2. Akker, Ten: 1327 int stratkin alsoe gaet ten Ackre waert, OLV 267 b; 1328 alsoe men gaet ten Ackere waert bachter scure die was Osten Posch, OLV 273 c; 1354 in dammanschep van den Ackere, H 75. Akkertoponiemen zijn zeer verspreid en talrijk (De Flou I, 166-185). Volgens Gyss. Oud.Ga naar voetnoot(17), 100 betekende akker aanvankelijk het ‘gezamenlijke landbouwland van een dorp of één van de grote onderdelen ervan’. Maar reeds vóór 1185 zou men er een perceel akkerland mee aangeduid hebben. 3. Alaard Fabelstraat: 1328 up de beke te Alaerts Fabels waert... gracht gaet van de pesterie toete in de Leye tusschen Alaerts Fabels herve voerseit... ende de herve daer de ramen up staen, H 94; 1355 int heerscep dat der Aellaerd Fable houdende es te leene van den heere Aernoude van | |||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||
Amelghem dessenderende van den heerscepe van Wackine, H 77; 1358 int straetkin bi ser Alaerts Fabels was, OLV 340 f. In deze drie excerpten komt wel geen plaatsnaam voor, maar zij geven ons de verklaring voor het latere Ser Alaert Fabelstraetkin, b.v.: 1550-51 vier huusen int Seralaert Fabelstraetkin thenden up de zijde ten hospitale ende t vierde overe dandere zijde in voornoemde straetkin divers overe tselve huus ghenaempt tsteenkin duer welke erfve plach te loopene tvuulleykin, stadsrekening fo 11Ga naar voetnoot(20). x. Armenhospitaal: zie Onze-Lieve-Vrouwehospitaal. 4. Baars: 1399 sur le maison Alaerd de le Porte empres le marchie a lenseigne du Bars, LI fo 11 vo. Het huis de Baars lag tussen het Paardeken en de Zwarte Leeuw en werd in 1520 ingenomen voor de uitbreiding van het stadhuis (Sevens 1446, 133). 5. Baraatstraat: 1362 up Pieters Wachters huus ende erve... noert zide van der Leye int Baraetstraetkin tusschen Ruggers Wandelen huus... ende Jhans van Carzeele... int selve straetkin naest Pieters Wachters... ende der gracht van den hospitale, OLV 348 c; 1366 in vico dicto Baraet strate, OLV 351. De Flou vermeldt geen enkele Baraatstraat, tenzij een Berat's reke in 1902 te Poperinge, die echter met onze Baraatstraat niet kan worden vergeleken vermits Berat er duidelijk persoonsnaam is. De toenaam BaratGa naar voetnoot(21) of BoraetGa naar voetnoot(22) is trouwens ook niet onbekend. Baraet uit ofr. barat ‘tromperie, ruse’ (GodefroyGa naar voetnoot(23) I, 576-77). 6. Bedenoge: 1366 supra domum et fundum Johannis de Inghelmonstre sitos in parvo vico qui dicitur Bedenoghe ... inter domum Danielis Bac et dicti Johannis de Inghelmonstre, OLV 351. Ligging en verklaring mij onbekend. 7. Begijnenhuis: s.d. ad obitum Iohannis Beghin de Marke xxi d. supra domum Forins iuxta domum beghinarum, LF fo 102 vo. Zou er toen alleen een Begijnenhuis geweest zijn, dat zich pas later tot Begijnhof zou ontwikkelen? 8. Begijnhof: 1388 pro domo dicta Raepsaet prope Beghinagium, CP p. 6Ga naar voetnoot(24). | |||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||
9. Belfort: 1392 de voye vanden Beelforte te verloedene, SR 1 fo 16 vo. 10. Beverstraat: 1362 buter Doernicpoorte up de Beverstrate an de westzide, OLV 348 a; 1367 in vico Tornacensi inter domum Willelmi de Blisele ... et ... vicum appellatum Beverstrate, OLV 359. De straatnaam houdt verband met de naam van de beek de Beverlei of Beverlaey (1574) (Sevens H.G., 346); de Beverlei was een kleine beek die bij de Waterpoort in de stadswallen vloeide (Sevens 1541, 88); de straat zelf heet nu Beverlaai, vgl. 1558 buuter Doornicke poorte deser stede over een zijde an tstraetkin ghenaempt den BevernaeyGa naar voetnoot(25). Vgl. met Bevergracht te Gent in 1393Ga naar voetnoot(26) en andere Bever-namen bij De Flou I, 913-917 & 932-935. 11. Bissegemstraat: 1328 in vico de Bissenghem, OLV 271 in kopie DC V, 87; 1367 Curtrike in de Bissenghemstrate, OLV 360 a; 1394 en la Bisseghemstrate le quel est assis aude hors de leschevinage, S 65; 1397 dun fief appelle Bisseghemstrate, S 68 in kopie PP fo 146. Deze straat is de huidige Menenstraat (Sevens H.G., 323). 12. Blauwe Toren: 1392 anden meur van den Blaeuwen Torre bachten casteele, SR 1 fo 25 vo; 1397 ande Blauwen Torren bachten casteele up den Broel, SR 6 fo 17 vo. Deze toren stond bij de Speitoren maar stroomafwaartsGa naar voetnoot(27), vermoedelijk kreeg hij zijn naam naar de kleur van het blauw schaliedakGa naar voetnoot(28). Vgl. met de Rode Toren te Gent in 1373 (Gyss. G. V. G.Ga naar voetnoot(26), 71) en de vele namen met het adjektief blauw als Blauw Kasteel, Blauwe Hofstede, Blauwe Toren, Blauwe Poort, Blauw Hof, Blauw Huis enz... (De Flou II, 111-142). 13. Blijdehuis; 1391 van dat sij den steenbossen de welke stonden ten poerten van der stede voerden int Blidehuus, SR 1 fo 15 vo. Zoals uit het excerpt blijkt, was dit het tuighuis waar de blijden (= ballista) bewaard werden (Mnl. Wdb. I, 1295). Het stond achter de huizen de Burse, tScaeck, den Oliphant, den Rooden Schilt, den Salme, den Ovene, den Drake, den Wildeman, alle huizen aan de westzijde van de Markt. Het verdween in 1540 om naar de Hazelaarstraat te worden overgebracht (Sevens 1541, 68-70). | |||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||
14. Blijdelevenstraat: 1362 bin den scependomme van der stede van Curtrike over Beke int Blidelevenstraetkin, OLV 348 d; 1379 in vico Blidelevens, RH 127; 1379 in vico Blidelevens, RH 127. Deze straat begon tegen de Lange-Merestraat en kruiste midden het huidige plein de Lange-Brugstraat (Sevens H.G., 356). Volgens Sevens (H.G., 345-346) zou deze straat evenals het Bordeelstraatje, haar naam aan een ontuchthuis ontleend hebben. Van LoeyGa naar voetnoot(29) vermeldt te Elsene een Langlevenstraatje, dat hij in verband brengt met een uithangbord. Bij De Flou komt echter geen enkele naam met Blijdeleven voor, zodat een verklaring uit de toenaam Blideleven helemaal niet uitgesloten is (ook de genitiefvorm in de laatste twee excerpten wijst in die richting). Vgl.: 1279 thidericus blidelevent in Rostock; BrockmuellerGa naar voetnoot(30) vat die naam op als ‘fröhlichlebend’ of ‘Frohleben’Ga naar voetnoot(31). 15. Bolle, in de: 1396 in vico Insulensi inter... domum ac fundum nominatos flaminge in de Bolle, OLV 407; 1396 inde Ryselstrate ghenaemd de Bolle ande zuutside vander strate tusschen Willems Daechs huus... ende Ywein Lours huus ... toebehoerende ... Jakemijnkine Dierins dachtre (sic), H 58. Deze huisnaam bestaat nog te Kortrijk, maar nu in de Papenstraat. De naam komt bij De Flou II, 289-291 ook voor als naam van een herberg, kasteel en boerderij. 16. Boomgaard, in de: 1328 de herve die bachten de pesterie (van het hospitaal) leit die men heet in den Boemgaert, H 94. 17. Boomgaard, in de: 1393 in de Harlebecstrate... up derve die Kateline Wenne hout die men heet in den Boengaert, RH 131. 18. Bovekeketiend: 1379 ad decimam de Bouvekerke, R OLV 2 fo 7; 1379 pro decimis de Mosschere et Bouverkerke, R OLV 2 fo 6 vo. Volgens De Potter I, 277 strekte dit tiend zich uit in de stad, langs de Leie, ten westen van de Broeltorens naar het torentje van het Busschietershof. JacobsGa naar voetnoot(32) noemt de twee vormen Bovekerke (1119) en Bouvenkerke (1279) naast elkaar. Het eerste | |||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||
element in de naam is de germ. psn. BovoGa naar voetnoot(33). Is het toeval dat deze naam (gemeente bij Diksmuide) ook een Kortrijks toponiem is of hebben de heren van Bovekerke ooit bezittingen gehad te Kortrijk? In het laatste geval zouden we hier met migratie te doen hebben. 19. Broel: s.d. ad obitum Floriane Busers iii havote siliginis supra quoddam pratum in Brulio quas debet Ghiselinus Stalin, LF fo 102 vo; 1311 deviers le Bruel, OLV 228 bis; 1316 outre le Lys vers le Bruel, OLV 239 bis; 1399 empres le Bruil, LI fo 13. Volgens De Potter I, 46 was de Broel in de 16de eeuw (en misschien ook wel vroeger) een soort gemene weide; men mocht er het linnen te bleken leggen en op een deel ervan een paard laten weiden. Het woord broel komt in de Nederlandse toponymie in veel vormen voor, zoals Broil, Breil, Briel, Bruul, Breugel, Brogel (Gyss. Oud., 77). Het woord is van Keltische (brogilo) oorsprongGa naar voetnoot(34). Gyss. Oud., 79-80 ziet de betekenisontwikkeling als volgt: Van omheining zou het woord ook het omheinde zelf (akker, weide, bos) gaan aanduiden. In het Keltisch van onze gewesten trad vervolgens een nieuwe betekenis ‘domaniale grond’ op de voorgrond. In het Germaans overgenomen werd het woord vooral met de betekenis ‘laaggelegen, moerassige weide’ produktief. lindemansGa naar voetnoot(35) komt via de betekenis ‘ledige grond’ tot ‘openbaar plein, straat, losplaats voor schepen’. 20. Broelbrug: 1394 van iii corsten te legghene up de Brugghe van den Broelle, SR 3 fo 17. 21. Broelstraatje: 1378 ad conum parvi vici ultra pontem Lise quo itur versus Broel, R OLV fo 29; 1379 ultra Lisam ... int Broelstraetkin, RH 127. Dit straatje is de huidige Kapucijnenstraat (Sevens 1541, 71). 22. Bruggestraat: 1328 in vico Brugensi ten Heedekine, OLV 271 in kopie DC V, 87; 1332 in de Bruchstrate, OLV 273 d aanh. 1; 1344 in vico Brugghestrate, SM A 3; 1355 in de Brucstrate, H 92; 1356 bin den scependomme vander stede van Curtrike in de Brugghestrate, OLV 333 b; 1358 bin den scependomme van der stede van Curtrike in de Brugghestrate an | |||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||
de oestzide van der keltsiede buter vesten van der stede, OLV 340 f; 1399 en le rue de Bruges, LI fo 12. 23. Brugse Weg: 1391 te haelne ter Watermolne up den Bruxschen wech, SR 1 fo 19 vo. 24. Dibbouds Raamhof: 1327 dat Woutre Dibboud poertre van Curtrike ende Kateline sijn wettelijck wijf ... hebben ghenomen ... te eenen herveliken pachte een huus ende ene herve staende up de beke te Alaerts Fabels waert... ende de herve daer de ramen up staen die hebben si oech ghenomen... hervachtechede daer de ramen up staen tsieghen de Leye, H 94; 1356 in de Leyestrate ande noortzide vander Leye bi der niewer Leye alsoemen gaet ten ramen waert die Wouters Dibbouts waren, H 93; 1396 omme een strate te makene omme te gane in Dibbouds Raemhof was daer men den lieden bewijst heift haerleder erven, SR 5 fo 18 vo; 1396 van haerleder erve dat men heet Dibbouds Ramen over Leye, SR 5 fo 17; 1396 van Dibboudz Ramen daer den lieden bewijst es te wonene die plaghen te wonene daer dniewe casteel staet, SR 5 fo 13. Zie: Ramen (nr. 136). 25. Doornikpoort: 1308 dehors le porte de Lille deviers le porde de Tournay, OLV 216; 1328 extra portam Tornacensem, OLV 271 in DC V, 88; 1391 de valbrugghe ter Doernicpoerte, SR 1 fo 14 vo. 26. Doornikstraat: 1308 en le rue de Tournay devens le porte deviers les fosses, OLV 216; 1308 in vico Tornacensi, OLV 221 in kopie LF fo 82; 1315 in vico de Tornaco, OLV 235; 1355 in de Doernicstrate, OLV 330 b; 1359 bin den scependomme van der stede van Curtrike in de Doernicstrate buter poerten, OLV 344 b; 1362 in magno vico extra portam ville Curtracensis que vcatur porta Tornacensis, SN 1. Hieruit blijkt dat de Doornikstraat toen haar naam behield ook buiten de poort. Dit deel van de Doornikstraat draagt nu officieel de onmogelijke naam Doornikwijkstraat, maar heet in de volksmond Doornikse Wijk. 27. Eekhout: 1309 supra fundum de Echoute situm in dicta villa Curtracensi inter domum Gerardi Toens, OLV 223. Vgl. 1356 domum et fundum Gerardi Thoens... ultra Lisam, SM A 5. Indien het om hetzelfde huis gaat, dan zou de Eekhout over de Leie liggen; nadere ligging onbekend. 28. Es: 1368 binden scependomme vander stede van Curtrike inde Heulestrate onder den Esch, SM C 27. | |||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||
29. Esphout: ± 1130 quoddam pratum de nostro jure vicinum ipsi capelle benigne concessimus duo quoque mansa terre in illa vastitate de Espouth, SA p. 137. Een pln. Esphoudt komt ook te Torhout voor in 1642 (De Flou III, 1151). Vgl. Eekhout. De vrij jonge datum van de vorm Espouth (De Flou IV, 8-9 vermeldt deze vorm tot in de 13de eeuw), belet ons in Espouth een verzamelnaam (jonger Espt) ‘plaats waar espen groeien’ te zien; vgl. MansionGa naar voetnoot(36), 80-83: 815-44 Farnoth ( = Varent), 972 Biesuth (= Biest) en 977 Elsuth (Elst). 30. Evangelieboom: 1368 buter veste biden Evangeliboeme also men gaet te Heule waert, SM C 26. Bij De Flou IV, 72-74 komen verscheidene Evangeliebomen voor. De Evangelieboom was een boom waarbij de processie halt maakte en de pastoor het evangelie (veelal het Sint-Jansevangelie) voorlasGa naar voetnoot(37). x. Eveldries: zie Neveldries. 31. Evenhuis: 1391 vandat hi temmerde an de deuren vander Coernehalle ende ant Evenhuus, SR 1 fo 15. Evene ‘lat. avena, (zwarte) haver’ (Mnl. Wdb. II, 750). 32. Gaver: 1374 onse lant gheheten Gavre ligghende besiden Curtrike oostwart, OLV 373; 1379 van den goede ende herschepen van den Gavre bi Curtrike, OLV 379; 1399 la grandeur de le terre de Gavere, LI fo 1 vo. Gaver is een zeer verspreid toponiem (De Flou IV, 476-496). De heerlijkheid van Gaver lag ten Z.-O. van het Kortrijks grondgebied. Het goed behoorde in de 14de eeuw aan de graaf van Vlaanderen maar in 1374 werd het door Lodewijk van Male aan het Lieve-Vrouwekapittel afgestaanGa naar voetnoot(38). | |||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||
33. Gentpoort: s.d. supra domum juxta portam Gandensem in latere versus sanctum Martinum, LF fo 98. Uit de tekst is duidelijk dat hiermee de Steenpoort bedoeld wordt; de Gentpoort is van latere datum. 34. Gentstraat: 1308 in vico qui dicitur vicus Gandinsis, OLV 214. 35. Grauwe Toren: 1392 anden mur biden Grauen Torre, SR 1 fo 26. De Potter I, 30 kent de ligging van deze toren niet. 36. Groeninge: 1328 monialibus de Groeninghe, OLV 271 in kopie DC V, 90; 1397 alsomen gaet te Grouninghe waert, SR 6 fo 18. Volgens Carnoy dict. is Groeninge een kollektief van groen; zie ook GysselingGa naar voetnoot(17), 81. 37. Groeningebalie: 1327 in dende van der Haerlebecstrate an de zide ter Leye waert bider baille, OLV 267 b; 1351 bin den scependomme van Curtrike in de Haerlebekestrate bi den bailgen te Groeninghe waert, SM C 8; 1379 in vico Harlebecensi ... pueri Hudevetters prope Groenincbaelge, RH 127. Een baille of baelge (let op de twee spellingwijzen voor de Franse gemouilleerde l) betekent: ‘palissade, slagboom; door palen afgeperkt terrein; verschansing (vooral van palissaden)’ (Mnl. Wdb. I, 512-513). 38. Groeningestraat: 1358 in vico dicto Groenincstrate, OLV 341; 1366 binden scependomme vander stede van Curtrike int Groenincstraetkin, OLV 357 c. Is niet de huidige Groeningestraat, maar de verlenging van de Kanunnikstraat (huidige Groeningestraat) (Sevens 1541, 84). 39. Groot Huis: 1370 fundos dicte magne domui contiguos, OLV 367. Dit huis wordt elders ook de Roeland genoemdGa naar voetnoot(41). Komt ook voor te RoeselareGa naar voetnoot(42) en te WakkenGa naar voetnoot(43). 40. Gruzenberg: 1359 daer de porte bi der kerke voerseit up staet ende de vaute die men heet Grusenberch ... dat de dure van Grusenberghe ten casteele waert, OLV 339; 1391 van een clincslote an Grusenberch, SR 1 fo 16; 1395 vander porten ten Grusenberghen, SR 4 fo 2. | |||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||
Dat in het vlakke Vlaanderen de geringste bodemverhevenheid berg genoemd wordt, is een overbekend feit. Hier kan de helling naar de Leie gemakkelijk aanleiding zijn geweest tot de naam berg. Het is trouwens opvallend hoe de Stoutenberg (hoek Rijselstraat en Leiestraat), de Gruzenberg en de Blommenberg (in de Kanunnikstraat, zie Sevens 1541, 83) op één lijn liggen die ongeveer evenwijdig met de Leie loopt. 41. Haan, in de: 1379 in vico Lise... Henric Scamele ten Hane, RH 127. Een café in de Leiestraat draagt nog altijd de naam in 't Haantje. 42. Halle: 1309 ante Hallam Curtracensem, OLV 223; 1337 ligghende jeghen de Halle, OLV 291 d; 1396 in foro ville Curtracensis ad conum phale eiusdem ville, OLV 407. Phala ‘locus ubi merces venum exponuntur, Gall. Halle’ (Du CangeGa naar voetnoot(49), VI, 301). | |||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||
43. Harelbekestraat: 1327 in dende van der Harelbecstrate, OLV 267 b; 1346 ligghende over Beke in de Niewestrate die gaet van der Haerlebekestrate in de Langhebrucstrate, OLV 310; 1348 buten des Steenpoerte up den knoc vander Haerlebecstrate ende der strate alsoe men gaet te Zwevenghem waert, OLV 318 b; 1356 in vico Harlebeccensi, SM A 5. De Harelbekestraat liep van de Steenpoort oostwaarts tot in de huidige Gentstraat (Sevens 1541, 82). 44. Heibroek: 1361 in de Brugghestrate daer men seit ten Heebrouke, OLV 347 g. Vgl. Heideken, nr. 45. Vgl. Heedbelc te Zonnebeke in 1272 (De Flou IV, 617), Heibroek in 1532 te AsseGa naar voetnoot(50) en Heiblok, Heibruul, Heijdries en Heilanden te NoorderwijkGa naar voetnoot(51). 45. Heideken: 1328 in vico Brugensi ten Heedekine, OLV 271 in kopie DC V, 87; 1347 fundum Willelmi Dach in vico Brugensi ad locum qui dicitur ten Heedekine, OLV 314; 1379 int Heedekin, RH 127. Vgl. Heedekin, stuk land te Tielt in 1500 (De Flou IV, 620) en talrijke Hee(de)toponiemen (De Flou IV, 615-619). De naam Heide werd gegeven aan dorre, onvruchtbare grondGa naar voetnoot(52). 46. Hel, in de: 1315 le maison et lyretage Gerard Thoen kon dist al Infier encontre le hale ... deviers le castiel, G 62; 1337 ligghende jeghen de Halle ... tusschen Willems van den Torre huus ende erve dat men heet ter Helle, OLV 291 d. Volgens De Potter I, 63 lagen in 1670 Het Hemelrijck, het Vaghevier en de Helle naast elkaar op de markt (oostzijde). Dergelijke gevallen van analogievormingen zijn niet zeldzaam in de toponymie; vgl. te Gent de Kalverendans naar analogie van de Berendans, en in de Veldstraat naast elkaar de 3 Koppen, de 3 Ladders, de 3 Vissen en de 3 TonnenGa naar voetnoot(53). 47. Heulegat: 1399 Gillis Boenaerde van iie lxii carren erden te haelne int Heutgat ende te voerne toten werke, SR 7 fo 20. Gat ‘Iedere opening die toegang geeft tot eene daarachter gelegene ruimte. Doortocht, toegang, dus ook poort, uitweg’ (Mnl. Wdb. II, 933). Vgl. eng. gate. Zie ook Mansion V. B.Ga naar voetnoot(34), 44. | |||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||
48. Heulestraat: 1368 binden scependomme vander stede van Curtrike inde Heulestrate, SM C 27. 49. Heulse Weg: 1379 supra viam de Huele over de veste, RH 127. 50. Hoenderstraat: 1378 domum Ludovici Wicke in foro et retro in vico dicto Hoenrestrate, R OLV 1 fo 29 vo. 51. Hondsdries: 1358 lants dat men heet de Hontsdriech (sic) ligghende bin den scependomme van der stede van Curtrike tusschen der vrauwen land van den hospitale van Curtrike ..., OLV 340 f. Vgl. de hond-toponiemen bij De Flou VI, 208-250 (Hondebeek, Hondebroek, Hondegracht, Hondeland, Hondemeers, Hondsbos, enz.). Ook te Wakken komt een Honddries voor (DelagrangeGa naar voetnoot(43), 76). Vgl. ook Hondsgat (nr. 52). | |||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||
tot ledig land te worden. In aansluiting daarbij beaamt De VosGa naar voetnoot(61) dat de driesen te Evergem ontstaan zijn bij de samenkomst van drie wegen. 52. Hondsgat: 1348 domum et fundum Johannis Otters extra portam Insulensem in loco dicto Hontsgat, OLV 271 in DC V, 93; 1393 up Ghiselins Cramps erve naest den Hontsghate, RH 131; 1399 empres Hontgat hors de le porte de Lille, LI fo 12. Vgl. Heulegat (nr. 47) en Hondsdries (nr. 51). De Hondstraat in Noorderwijk vat HelsenGa naar voetnoot(51), 105 op als ‘kwade, moeilijke, slechte, kleine weg’. Vgl. daarmee het Kwaadgat te Asse (LindemansGa naar voetnoot(50), 149).Ga naar voetnoot(62). 53. Hoogmosser: 1370 Rogerum Boetelin militem nostre diocesis ... in capella castri ipsius militis ab antiquo Alto Mosschere nuncupati prope villam Curtracensem, OLV 367. De heerlijkheid Hoog-Mosscher (bij de Pottelberg) is te onderscheiden van Neder-Mosscher (bij de Mosscherbeek en de huidige Wolvenstraat)Ga naar voetnoot(63). x. Hoolgracht: zie Oliegracht. 54. Hoorn: 1348 fundum Line Vivins (?) inter domum nuncupatam ten Hoerne et domum quondam Willermi Moriins, OLV 315. Volgens De Potter I, 64 lag de Hoorn in de 17de eeuw bij de oude halle. Vgl. Gysseling Oud., 144 & Denys Roes., 150. x. Hospitaal: zie Onze-Lieve-Vrouwehospitaal. 55. Hostellerie: 1378 pro domibus de Hostelrie xxx s. Item ad easdem domos pro hospitali Curtracensi, R OLV 2 fo 9; 1381 pro domibus de Hostelrie, LI fo 47 vo; 1388 pro domibus de Ostelrie, CP p .6; 1399 sur les maisons que on dist les Hostelleries, LI fo 5. | |||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||
‘Van ofr. hostellerie, fr. hôtellerie. Hetzelfde als mnl. herberge. Nachtverblijf, logies, onderkomen’ (Mnl. Wdb. III, 612). Uit het excerpt van 1378 blijkt wel een zeker verband tussen de hostellerie en het hospitaal bestaan te hebben. 56. Hostelleriestraat: 1399 en le rue de lostellerie, LI fo 8. 57. Ieperse Halle: 1392 voer Dypersche halle daer men tcoernehalle in houden soude also men plach te doene, SR 1 fo 14 vo. De Ieperse Halle diende voor de lakenhandel. Volgens De Potter II, 262 (daarin gevolgd door Sevens K. V., 41) werd ze pas na de brand van de Korenhalle ook voor de graanhandel gebruikt. Uit bovenstaand excerpt blijkt echter dat dit reeds de gewoonte (want: plach te doene) was een jaar vóór de brand (zie Korenhalle, nr. 74). 58. Kabelstraat: s.d. domum et masuram Walteri Cabel in Cabelstrate, LF fo 102; 1346 in de Cabelstrate, SM C 4; 1379 in vico Harlebecensi ... Flovent Adaems pro obitu W. et Nicolay Lours int Cabelstraetkin, RFI 127; 1379 retro domum quondam domini Godefridi in Cabelstrate, R OLV 2 fo 6 vo; 1380 pro hereditate in in Cabelstrate curati sancti Martini, CP fo 16; 1398 retro domum quondam domini Godefridi Juvenis versus Cabelstrate, CP p. 14. Uit het eerste excerpt blijkt duidelijk het verband tussen persoons- en straatnaam. In de middeleeuwen werden wel meer straatnamen naar personen genoemd ‘maar zonder de bijgedachte van hen daardoor in enig opzicht eer te willen bewijzen. Alleen het feit dat zij in een bepaalde straat een bepaald huis bewoonden dat door zijn uiterlijk, door de positie van zijn bewoner of om een andere reden opviel, was de aanleiding dat deze straat met zijn naam werd aangeduid’ (MeertensGa naar voetnoot(66), 20-21). 59. Kammestraat: 1306 de le maison qui fu Godefroy Ventre et qui siet au bout de la rue de Cammestrate, CC 151. Vgl. Kamstraat te Dentergem in 1637 (De Flou VII, 62). Zowel te Baardegem in 1614Ga naar voetnoot(67) als te Drogenbos in 1534Ga naar voetnoot(68) komt een Kammestraat voor, genoemd naar een kam of brouwerij. 60. Canesie: 1358 moghen kiesen up dat si willen hare sepulture in onser vrauwen kerke of kerchof die men heet de Canesye te Curtrike, OLV 339; 1387 ghegheven Michiel den Clerc vander CanesienGa naar voetnoot(69) daer men de rekeninghe dede, KR 1 fo 9 vo; 1387 ter Canesie in de Capelle, KR 1 fo 9; | |||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||
1392 bachter Canesie, SR 1 fo 15; 1400 ande poerte tusschen der Canesie ende der Caneunc porte, SR 8 fo 7. Canesie, canonesie ‘een kapittel van kanunniken, ... kapittelhuis’ (Mnl. Wdb. III, 1166). Over de verspreiding van Canesia, zie ViaeneGa naar voetnoot(70). 61. Kanne, ter: 1388 pro terra de Canna, CP p. 6. De benaderde ligging blijkt uit volgend excerptGa naar voetnoot(71): 1465-66 pro terris de Kanna infra parrochiam Curtracensem jacentibus juxta nemus Johannis Robe et iter quo tenditur Tornacum. Het leen ter Kanne hing af van het leenhof van Steenkisten, en lag op de zuidelijk gedeelte van het grondgebied tussen Doornikse steenweg, Bellegem, Rollegem en Ste.-Anna. Het goed heeft lange tijd aan de familie Cannaert behoordGa naar voetnoot(72). 62. Kanunnikpoort: 1392 buter Canencporte, SR 1 fo 16 vo; 1393 dat hi de cappe vander Canooncporte ontdecken soude, SR 2 fo 7; 1397 dehors de le porte des chanonnes joignant aux murs de la dite ville, S 70; 1400 inde poerte tusschen der Canesie ende der Caneuncporte, SR 8 fo 7. 63. Kanunnikstraat: s.d. domum Baselie de Strate in vico Cononicorum, LF fo 100 vo; 1346 over Beke in dende vander Canoncstrate, OLV 311 c; 1358 zullen deken ende capitle voers. behouden haren ganc van der Canoncstrate deur de porte toter kerken, OLV 339; 1362 in parvo vico lapideo iuxta Lisam qui vocatur vicus Canonicorum, SN 1; 1399 en le rue des chanoines, LI fo 8. Deze straat is de huidige Groeningestraat, en liep dus van de Kanunnikpoort naar de Blijdelevenstraat (Sevens 1541, 83). 64. Kapel: zie Sint-Amandsproosdij. 65. Kapelstraat: 1328 ultra Lijsam iuxta vicum Capelle, OLV 271 in kopie DC V, 88; 1344 fundum Katharine de Pratis in vico Capelstrate, SM A 3; 1396 prope vicum dictum flaminge Capellastrate, OLV 407. Deze nog bestaande straat leidde naar de Sint-Amandsproosdij (Kapel). | |||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||
66. Kasteel: 1311 entre le casteil de Courtray dune part, OLV 228ter; 1357 in de Leyestrate an de zide ten Casteele waert, OLV 334 b. 67. Kasteelpoort: 1379 versus Casteelpoorte, RH 127. 68. Kegelaarsdreef: 1367 binden scependomme vander stede van Curtrike buter Riselpoerte ... toebehoerende Jacobe Hasaerde ... tusschen Jacobs vander Cruse... ende Skeghelaren dreve, SM A 7. Vgl. 1446 huus ende erve up de Weede twelcke Simoen Danckaerts was... tusschen Gillis Quareelbackers erve an deen zide ende eenen straetkinne daer tscependom strect gheheeten Skegelaren dreve (Sevens 1446, 138). Kegelare ‘kegelaar, kegelspeler’ (Mnl. Wdb. III, 1272). 69. Kerkhofstraat: 1379 ultra Lisam ... pro obitu uxoris Sigeri Crommelins int Kerkhofstraetkin, RH 127. 70. Ketelken: 1392 alst berrende int Tketelkin bachter Halle, SR fo 14 vo; 1393 ende brochtse van den Ketelkine tote Jacob Stutins, SR 2 fo 14 vo. Deze naam komt ook voor te Roeselare (Denys, 173) en te Oudenburg (Gysseling, 153). Volgens ReydamsGa naar voetnoot(75), 344 & 397 wordt ketel (brouwketel) vaak gebruikt als naam van een brouwerij. - Vanzelfsprekend kan de naam eenvoudigweg uit het uithangbord van de herberg te verklaren zijn. 71. Koekstraat: zie Koestraat. 72. Koestraat: 1344 domum Symonis Goris in vico Johannis Couke, SM A 3; 1392 xii waghene houds te voerne van sente Loys ende vander Coustrate, SR 1 fo 17. Daar de koestraten ook elders zeer verspreid zijnGa naar voetnoot(76), zal Koestraat wel de oorspronkelijke naam geweest zijn; daar Jan Couke in die straat woonde, maakte de volksetymologie er Coukstrate van. Vgl. 1418 buter Leypoerten inde Coucstrate, Wezerijregister nr. 4 fo 74 vo. De Koekstraat werd in de Franse revolutie rue des gâteaux, werd vertaald tot Taartestraat en heet nu Sint-Amandslaan. 73. Korenhalle: 1392 vandat hi temmerde an de deuren vander Coernehalle ende ant Evenhuus, SR 1 fo 15. 74. Korenhuis: s.d. supra domum in qua venditur bladum, LF fo 93; 1328 in vico Insulensi retro Coernehuijs, OLV 271 in kopie DC V, 88; 1353 binder stede van Curtrike bachten Coernehuse int Pedersilstraetkin, F 5; 1379 in vico retro domum bladorum, RH 127; 1392 van dat hi nam thuse- | |||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||||||||||
kin dat ghetemmert ende ghemaect es int Coernehus in een taschwerc daer in dat de wachtre in woend die der heden coerne ende andre graen verwaert, SR 1 fo 15; 1393 namen ware omme tvier als tCoernehuus ende andrc huse verberrenden sdisendaghes den xisten dach in maerte, SR 2 fo 13 vo. 75. Korenmarkt: 1397 te kelchiedene de Coernemaerct, SR 6 fo 20 vo; 1399 ou marchie de ble, LI fo 8. Volgens De Potter I, 50 was de Korenmarkt in 1550 bij de Waterpoort en het Hazelaarstraatje; op het einde van de 16de eeuw was hij reeds op zijn huidige plaats. 76. Krampes Tiend: 1286 Willelmus dictus Crampe de Curtracho ... donavit ... totam decimam suam quam habet in parrochia Curtrachensi ultra Lisam que wlgariter appellatur Crampestiende, OLV 173; 1381 pro obitu Guillelmi Crampe ad decimam ultra Lisam, LI fo 48; 1399 le disme de oultre le Lis nommee Crampstiende, LI fo 5. De familie Crampe was een welgestelde Kortrijkse poortersfamilieGa naar voetnoot(77). 77. Kroon: 1378 ad domum Willelmi Heke ad Coronam in vico Lise, R OLV 1 fo 29 vo. Zeer verspreide huisnaam, te verklaren uit de heraldiekGa naar voetnoot(78). 78. Kruis: 1315 in foro dicte ville prope magnam crucem, OLV 235; 1387 te ghebiedene ter Crusen te Curteryke, KR 1 fo 9 vo; 1392 berst dat hi brachte te coepe ter Cruse, SR 1 fo 18. Cruce ‘werktuig voor strafoefening’ (Mnl. Wdb. III, 2150-2151). Het kruis stond op de Markt tussen het Belfort en de ingang van de Leiestraat (Sevens 1541, 69). Het bestond uit drie trappen waarop drie pilaren (in blauw hardsteen) waarboven een koepel met ijzeren kruis. Vanaf het kruis werden de verordeningen afgekondigd (zoals o.m. blijkt uit het excerpt van 1387), maar bovendien diende het als schanden geselpaal (De Potter I, 53). 79. Kuipersstraat: 1390 int Cuperstraetkin onder den Lombaerdensteen, SM C 39; 1393 binder stede van Curtrike int Cuperstraetkin tusschen Jans vanden Ackere shoudecleedervollers huus ... ende Jans Coninx slakensniders huus, OLV 398 a. Deze straat is de huidige Kerkstraat (Sevens 1541, 72). 80. Kuurnestraat: 1366 in de Curnestrate buter bailge, OLV 357 a; 1399 over Leye inde Cuernestrate, SM C 43. | |||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||||||||||
81. Laarbergboom: 1393 dit es de evene rente toebehorende den hospitale van onser vrauwen te Curtrike ligghende ten Laerberchbome vallende te halfmarte houdende van Jhanne van den Hove van ... Wouter van Laerberghe ix s. ras., RH 131. Naam van een heerlijkheid die zich uitstrekte tot in Marke (De Potter I, 263). Let op het verband tussen plaats- en persoonsnaam. Van Laerberghe is een bekende Kortrijkse familie (Kortr. Psnn.Ga naar voetnoot(10), 112-113). 82. Lakenhuis: 1393 inde maerct ... up dLaken huus, RH 131. 83. Lange Brug: s.d. in vico ultra longum pontem, LF fo 102; 1328 ultra longum pontem, OLV 271 in kopie DC V, 88; 1364 up de strate die gaet tusschen der Steenpoerte ende der Langhebrugghe, OLV 350 c. De Lange Brug lag over de Nedervijver achter de Sint-Maartenskerk. 84. Lange-Brugstraat: 1305 in vico qui dicitur Lanbrugstrate ... in vico longi pontis, LF fo 93 vo; 1346 ligghende over Beke in de niewestrate die gaet van der Haerlebekestrate in de Langhebrucstrate, OLV 310; 1350 in de Langhebrugghestrate, OLV 325 b; 1371 in de Lancbrugghestrate, OLV 368 a; 1396 van dat hi de kelchiedsteene haelde inde Lambrughstrate, SR 5 fo 18. Voor de vorm Lambrug... (assimilatie ncb > nb > mb) vergelijk Van Lancbrouc = Van Lambrouck (Kortr. Psnn.Ga naar voetnoot(10), 114), waaruit ook de huidige familienaam Van Slambrouck te verklaren is. Uit de vorm Lambrugstraat ontstond door volksetymologie Lambrechtstraat, welke vorm nog tot voor 30 jaar de officiële naam was; vroeger werd ook de volketymologische vorm Lammerikstraat gehoord. 85. Lange Mere: s.d. mensuram terre que iacet in Langhe Meere, LF fo 87 vo; 1358 in vico dicto Langhemere supra muros dicte ville, OLV 341; 1359 bin den scependomme van der stede van Curtrike in de Langhemere, SM C 13; 1393 in de Lancmere, RH 131. Deze plaatsnaam wordt vermeld door Van Velthem (geciteerd in Mnl. Wdb. IV, 1168): ‘Het blever menich hondert (Fransen) gedubt ter langer mere’; het Mnl. Wdb. vat dit woord op als ‘afvoerkanaal, gracht’. Volgens Sevens H.G., 40 duidde de benaming Lange Mere ‘drie verschillende dingen’ aan: 1. Een meers ten zuiden van de Groeningebeek (De Potter I, 50); 2. De weg die van die meers naar de Harelbekestraat en de Steenpoort leidde (vgl. het excerpt van 1358), nl. de Lange-Merestraat of Lange-Meersstraat (d.i. gedeeltelijk de huidige Molenstraat) (Sevens Groen., 353 & Sevens 1541, 82); 3. De latere St.-Jansbeek, die van het oosten naar het westen vloeide om de Hoge Vijver van water te voorzienGa naar voetnoot(81). | |||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||||||||||
x. Lazarij: zie Leprozenhuis. 86. Leiebrug: 1392 ande baerbecanen ande Leybrugghe, SR 1 fo 17; 1394 van eenen hake te metsene inde voorporte vander Leybrugghen, SR 3 fo 17; 1394 van xi naghelen verorbort an duterste Leybrugghe van eenen slote te verstelne an doude Leybrugghe, SR 3 fo 17. 87. Leiepoort: 1392 an de Leyporte, SR 1 fo 1 vo. 88. Leiestraat: 1327 in de Leye strate, OLV 267 al; 1344 domum Michaelis Boetskin in vico Lise, SM 3; 1357 in de Leyestrate ande noortzide vander Leye, H 93; 1357 bin der stede van Curtrike in de Leystrate te voerhoofde up den knoc van den straetkine alsoe men gaet ten Niewen Aerde, OLV 344 a; 1361 in de Leyestrate up den knoc van der Capelstrate, OLV 347 d; 1366 in magno vico ville Curtracensis ultra Lisam, OLV 351; 1369 in vico de Lisa prope pontem fluvii Lise ultra dictum fluvium, OLV 366. Hieruit blijkt dat de Leiestraat niet van naam veranderde buiten de Leiepoort (huidige Leiestraat, Budastraat en Overleiestraat). 89. Leprozenhuis: 1271 a sororibus dicte domus leprosis commorantibus in domo leprosorum Curtracensi, H 62; 1328 lego leprosis in domo leprosorum commorantibus in Curtraco decem grossos et singulis leprosis circa Curtracum commorantibus, OLV 271 in kopie DC V, 90; 1352 Johannes dictus de Heeke capellanus perpetuus capellanie domus leprosorum predictorum iuxta sive prope Lisam, OLV 326. 90. Leprozenland: 1233 alia medietas iuxta terram Leprosorum ultrobique in parrochia de Curtraco, LF fo 51 vo. 91. Lombaardensteen: 1365 aan Sente Maertinskerckhof te Curtrike dwelke men heet thuus der (sic?) Lombaerden steen, CC XVI; 1370 supra domos et fundum appellatas Lombaerden steen ... in villa Curtracensi inter atrium ecclesie sancti Martini Curtracensis et hallam dicte ville, OLV 367 kopie; 1390 binder stede van Curtrike int Cuperstraetkin onder den Lombaerden steen, SM C 39. Volgens Sevens H.G., 329 was deze bank van lening in de Roeland ingericht. Het is bekend dat in de middeleeuwen de geldhandel in handen was van Lombardische bankiers. Uit de stadsrekening van 1422-23 (fo 44 vo) kennen wij trouwens de (Italiaanse) naam van een te Kortrijk verblijvende lombaard: Roeland Ania lombaert. Uit het woord Lombaard ontstond trouwens Lommerd (assimilatie mb > mm, vgl. l'ombre > lommer). 92. Lombaardensteen: 1380 ad domum Lombardorum in vico Lise, R OLV 1 fo 30 vo; 1399 empres le piere des Lombaers ... le maison des Lombars en le rue de Ie Lijs, LI fo 12-13. | |||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||||||||||
93. Markt: 1307 a latere occidentali fori ville Curtracensis, OLV 211; 1399 vanden steenputte scoen te makene ende te vervaghene vander vullichede diere in was up de marct vor tPaerdekin, SR 8 fo 6 vo. 94. Mazeelplas: 1397 van ii traillen ende eenen cruusband inde vors. Maseelplasch omme de watre vander greppe ende ressote der in te commene ende wedre ute te loepene, SR 6 fo 19 vo; 1397 metste den muer omtrend den Mazeelplach (sic) die in ghevallen was, SR 6 fo 19; 1397 xxiii mudde calcx verorbort ende verwrocht anden vors. maseelplasch, SR 6 fo 19 vo; 1397 van dat hi de Maseelplach nam te rumene ende tgoor ende vullicheide ute drouch, SR 6 fo 19 vo. Masel, maiseel ‘vleeschhuis, slachthuis’ (Mnl. Wdb. VIII, 1204); ofr. masel, maisel ‘boucherie’ (GodefroyGa naar voetnoot(23) V, 93). Vooral daar de ligging van de Mazeelplas ons nog onbekend is, is een mogelijk verband met het Vleeshuis mij niet duidelijk. 95. Minioens: s.d. tenent ab ecclesia beate Marie masuram que vocatur masura Minioens, LF fo 91. Minioens is duidelijk genitiefvorm van een persoonsnaam. Deze plaats was bij Steenland gelegenGa naar voetnoot(82). 96. Mosserstraat: 1379 extra portam Tornacensem Eligius de Driessche cum sociis pro obitu Johannis supra hortum prope Mosscherstraetkin, RH 127. 97. Mossertiend: s.d. redditus ecclesie beate Marie Curtracensis ... de decima de Moskre accipiuntur, LF fo 98; 1379 pro decimis de Mosschere, R OLV 2 fo 6 vo; 1399 sur le disme de Mouschere, LI fo 2. Op 15 april 1228 verpandt ridder Zeger van Mosscher, aan de Lievevrouwekerk voor een periode van zes jaar, zijn tiendrecht binnen en buiten de stad (Mussely - MolitorGa naar voetnoot(5), 63-64). Pas in februari 1273 werd het tiendrecht voor goed aan het kapittel overgemaakt door Zeger van Mosscher (ibid., 150-152). 98. Nedermosser: 1393 dit es de evene rente toe behorende den hospitale van onser vrauwen in Curtrike ligghende ten Laerberchbome vallende te halfmarte houdende van Jhanne van den Hove van sinen goede te Nedre Mosschren, RH 131. Zie Hoogmosser (nr. 53). 99. Nedervijver: s.d. supra domum Mathe Lotricis iuxta vivarium, LF fo 107; 1359 streckende neffens den Vivre jeghen de kerke voerseit | |||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||||||||||
toten arme van den Vivre bi der scole ende den torre die staet up den houc up doude fondament, S 37 bis; 1365 de molage van watermolen te makene van den Vivers te Curtricke vallende in de Leije, CC XIX; 1397 desdis place de molin et vivier, S 70; 1399 vander strate buter Canooncporte ende vanden wintgate dwelke ten drien stonden inghinc biden groten watre vanden Vivere, SR 7 fo 97. In het excerpt va n1365 is spraak van vijvers (mv.); de Hoge Vijver lag tussen de Steenpoort en St.-Jansplein (eind Wijngaardstraat) en was 150 m lang; de Nedervijver lag achter St.-Maartenskerk, Begijnhof en Onze-Lieve-Vrouwekerk en mondde in de Leie uit (SevensGa naar voetnoot(83), 7). 100. Neveldries: 1370 supra unum suum molendinum venti situm infra clausuram fossatorum ville Curtracensis prope locum dictum Neveldriesch, OLV 367 in kopie; 1379 prope Neveldriechs (sic), RH 127; 1398 binder stede van Curtrike up den Eveldriesch, SM C 42. De Neveldries lag tussen Doornikpoort en St.-Jansplein, binnen en buiten de wallen (ongeveer aan het St.-Jorispark)Ga naar voetnoot(84). Een deel ervan werd volgens SevensGa naar voetnoot(81), 35 na 1302 Bloedmeers genoemd. 101. Nieuwe Aard: 1347 supra Lisam al locum qui dicitur ten Niewenarde, OLV 314; 1348 super domum et fundum Sijmonis Sohiere ten Niewenaerde, OLV 271 aanh. 1 in DC V, 93; 1357 up den knoc van den straetkine alsoe men gaet ten Niewen Aerde, OLV 334 a. De Nieuwe Aard was vermoedelijk een aanlegplaats aan de Leie; hij was gelegen | |||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||
aan de huidige Vismarkt (Sevens H.G., 339). Aard msc., uit wgerm. ard ‘veld, open plaats, aanlegplaats’ (Mansion V. B.,Ga naar voetnoot(34), 3)Ga naar voetnoot(90). 102. Nieuw Gedelf: 1399 ligghende overe dNieuwe Ghedelf buter Nieuwer Porte, SR 7 fo 14 vo. Bedoeld wordt: de Nieuwe Leie, of onlangs gedolven nieuwe stadswal. 103. Nieuwe Halle: 1392 vander Ouder Halle... vander Nieuwer Halle, SR 1 fo 2 vo; 1397 vander Nieuwer Halle, SR fo 1 vo. Volgens SevensGa naar voetnoot(91) wordt met de Oude Halle de Lakenhalle (zie ook Halle) achter het Belfort op de Grote Markt bedoeld, de Nieuwe Halle zou in de omgeving van de Hazelaar gestaan hebben. 104. Nieuwe Kapel: 1371 dilecto filio nobili viro Ludovico comiti Flandrie ... tres capellanias perpetuas in capella beate Katerine contigua ecclesie beate Marie Curtracensi ... per te olim edificata, OLV 368; 1378 in die dedicacionis Nove Capele et in die beate virginis Katerine, R OLV 2 fo 9; 1399 pour le Nouvelle Chapelle du conte Loys, LI fo 8 vo. Deze kapel, toegewijd aan de H. Catharina, werd opgericht door Lodewijk van Male (als grafkapel bedoeld?) en wordt nu de Gravenkapel genoemd. 105. Nieuw Kasteel: 1394 als men den eersten steen leide van den Nieuwen Castelle te Curtrike den andren dach in hoymaent int jaer iiiixx ende xiiii, SR 3 fo 18 vo. 106. Nieuw Land: s.d. in nova terra retro domum Nivelli, LF fo 93; 1353 ligghende by Curtricke by den Nieuwen LandeGa naar voetnoot(92). Volgens HelsenGa naar voetnoot(18), 20 wijst het woord nieuw in dit verband op ‘pas ontgonnen land’. Te Gent ligt het Nieuwland op aangeslibde grond (Gysseling G.V.G., 64). Ook te Brugge komt deze plaatsnaam voorGa naar voetnoot(93). 107. Nieuwe Leie: 1357 in de Leyestrate ande noortzide vander Leye bi der Niewer Leye alsoemen gaet ten ramen waert, H 93; 1400 over de Nieuwe Leye, SR 8 fo 6 vo. 108. Nieuwe Leiebrug: 1394 up de Niewe Leybrigghe, SR 3 fo 16 vo; 1394 van xi naghelen verorbort an duterste Leybrugghe van enen slote te verstelne an doude Leybrugghe, SR fo 17. 109. Nieuwe Poort: 1399 ligghende overe dNieuwe Ghedelf buter Nieuwer Porte omme eene strate te makene omme te gane in den Broel ... | |||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||
ligghende buten up de nieuwe Veste dewelke jeghen hem ghecocht was omme i strate te makene in den Broel te gane, SR 7 fo 14 vo; 1399 int fondament waren gheleit vander Nieuwer Porte overe Leye... ande Nieuporte overe Leye, SR 7 fo 19 vo; 1399 van dat sij den dam pijlden ende maecten buter Nieuwer Porte overe Leye, SR 7 fo 20; 1400 ande Nieupoerte, SR 8 fo 6 vo; 1400 reparatie vander Nieuwer Poerte, SR 8 fo 9 vo. 110. Nieuwe Straat: 1346 ligghende over Beke in de Niewestrate die gaet van der Haerlebekestrate in de Langhebrucstrate, OLV 310; 1362 in vico Harlebeccensi inter novum vicum et domum Johanis Harden, SN 1. 111. Nieuwe Straat: 1379 in vico novo prope Lisam, RH 127; 1397 kelchietsteenen te voerne up den Nieuwen Aerd omme daermede te makene ende te kelchiedene de Nieuwe Strate, SR 6 fo 20; 1397 kelchiedde de Nieuwen Stratte, SR 6 fo 19 vo. 112. Nieuwe Vest: 1399 buten up de Nieuwe Veste dewelke jeghen hem ghecocht was omme i strate te makene in den Broel te gane, SR 7 fo 14 vo; 1400 inde Nieuwe Veste, SR 8 fo 7. 113. Oliegracht: 1379 extra portam Tornacensem Egidius de Atrio prope Hoolgracht, RH 127; 1392 van dat sij dolven ande Hoelgracht, SR 1 fo 24 vo. Wij namen bovenstaande vorm als trefwoord omdat de gracht later inderdaad als oliegracht overgeleverd is. Uit deze excerpten blijkt dat de oudste vorm Hoolgracht is; de vorm Oliegracht is derhalve door volksetymologie te verklaren. 114. Onze-Lieve-Vrouwebrug: 1272 supra domos et mansuras Gerardi de Lapide in quarum una ipse Gerardus manet ad presens sita inter pontem beate Marie et portam domine Comitisse tendentem ad forum et reliqua domus et mansura constitunt (?) ad pedem dicti pontis, H 62. 115. Onze-Lieve-Vrouwehospitaal: 1211 hospitali pauperum beate Marie in Curtraco, H 95; 1220 domui hospitalis beate Marie in Curtraco, H 96; 1233 quod masuram meam que iacet ultra Lisam iuxta hospitale beate Marie, H 98; 1328 Hospitali Curtracensi, OLV 271 in DC V, 90; 1377 vor Spittael, V fo 35; 1393 up de beke biden Spittale, RH 131. Spitael ‘hospitaal, 1. Godshuis, armhuis, gasthuis; 2. Ziekenhuis’ (Mnl. Wdb. VII, 1752)Ga naar voetnoot(94). | |||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||
116. Onze-Lieve-Vrouwehuizeken: 1394 ant husekin van onser Vrauwen ande Leyporte, SR 3 fo 16. Te Oudenburg vermeldt Gysseling 181 in 1406 een Onzer Vrouwen Huizeken aan de halle; het is een nis met het beeld van O.-L.-Vrouw. x. Onze-Lieve-Vrouwekapel: zie Sint-Amandsproosdij. 117. Onze-Lieve-Vrouwekerk: s.d. redditus fabrice ecclesie beate Marie, LF fo 87 vo; 1359 in onser Vrauwen Kerke, S 37 bis. 118. Onze-Lieve-Vrouwekerkhof: 1359 in Onser Vrauwen kerke of kerckhof diemen heet de Kanesye ... up den houc van den Kerchove staende, S 37 bis. 119. Ooievaar: 1357 in de Leyestrate an de zide ten Casteele waert dat men heet ten Hodevare, OLV 334 bis. 120. Ooievaarsnest: 1370 Jhan Maelfait inden Odevaernest, V fo 15. Dit huis lag volgens Sevens 1541, 71 tussen de twee Leiebruggen. 121. Oude Halle: 1392 vander Ouder Halle... vander Nieuwer Halle, SR 1 fo 2 vo; 1397 vaner Ouder Halle, SR 6 fo 1 vo. Zie Nieuwe Halle (nr. 103). 122. Oudenaardse Weg: 1365 tot in de Langhemeer gaende up den Oudenaertschen wech tot ter Olimolen, CC XVIII. 123. Oud Kasteel: 1394 muer biden torrekin bachten Ouden Castelle, SR 3 fo 14; 1399 devant le Vies Chastel, LI fo 13. 124. Oude Molenwal: 1366 te Doornicke waert tot den Oudde Meulewalle, S 45 in vid. Wal betekent hier de heuvel waarop de molen stond (verg. Gysseling Oud., 91). 125. Overbeke: 1290 Curtraci ultra Becam, OLV 180; 1346 ligghende over Beke in de Niewestrate die gaet van den Haerlebekestrate in de Langhebrucstrate, OLV 310; 1364 bin den scependomme van der stede van Curtricke over Beke in de Langhemeere, SM C 19. Deze beek is volgens Sevens 1446, 136 de Lange Mere of de St.-Jansbeek. Strikt genomen is over Beke hier nog niet als plaatsnaam op te vatten, maar het wordt later de naam van de hele wijk. 126. Overleie: 1308 in villa Curtracensi ultra Lisam, OLV 221 in kopie LF fo 82; 1315 sitos ultra Lisam, OLV 235; 1362 fundum Leonii de Ysenghem sitos in vico ultra Lisam inter domum Johannis Maziers et domum Jacobi Ghetin, SN 1. Vgl. gelijkaardige vormen Overleie en Overschelde te Gent (Gysseling G.V.G., | |||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||
29-31). De naam is nog altijd zeer mondgemeen; alles wat ten noorden van de Leie (noordelijke arm) ligt, wordt Overleie genoemd. 127. Paardeken: 1394 ghehuert jeghen Janne van Medelle ziin huus gheheten tPerdekin up de Maerct te Curtrike omme scepenhuus in te zine, SR 3 fo 22; 1395 Janne van Medelen van sinen huse ten Paerdekine twelke scepenenhuus nu es, SR 4 fo 14; 1400 Jan Mase vanden steenputte scoen te makene ende te vervaghene vander vullichede diere in was up de maerct voer tPaerdekin, SR fo 6 vo. Enkele jaren nadat het Paardeken in het stadhuis was ingenomen, was er op de westzijde van de Doornikstraat een nieuw huis met dezelfde naam (Sevens 1446, 135). Deze huisnaam is vrij verspreid, hij komt o.m. voor te Oudenburg (Gysseling 188) en te Lier (HelsenGa naar voetnoot(78), 24). 128. Papenstraat: 1308 in vico qui dicitur vicus presbiterorum quasi in introitu vici predicti (nl. Doornikstraat, sic); 1316 seans en le Papenstrate, OLV 239 ter; 1363 in de Papenstrate, OLV 348 d 3; 1378 ad ramas quondam Petri Pipe in vico dicto Papenstrate, R OLV 1 fo 28; 1399 en le rue des Prestres, Ll fo 13. De volksetymologie heeft de straat later tot Papegaaistraat omgedoopt; in 1541 reeds was er een huis de Papegay (Sevens 1541, 81). Nu nog is er een café ‘Au Perroquet’; de straat draagt nu echter de oorspronkelijke naam. 129. Peperstraat: 1349 binder stede van Curtrike an de noertzide van der Leye tusschen Fransois Maziers voers. huus ... ende Rugger Lours huus ... an dPeperstraetkin, OLV 320 a. 130. Peperstraat: 1396 buter Steenporte in den Stompaertshouc tusschen Boudins van Steenbeke huus... ende den Peperstraetkine, OLV 407 a. Peperstraat is een zeer verspreide straatnaam (De Flou XII, 593-599). PeeneGa naar voetnoot(95) citeert een Peperstraat, genoemd naar een huis de Peperzak; daaruit blijkt dat een Peperstraat de straat was waar zich de winkel(s) bevond(en) waar men zich peper kon aanschaffen. Vgl. Soutmarkt (1309 Utrecht), Zoutsteeghere (1390 Brugge), Soutstege (1585 Amsterdam), Zoutrui (16de eeuw Antwerpen) (MeertensGa naar voetnoot(66), 28). Heel wat namen van kruiden en specerijen komen voor in Gentse straatnamen (Gysseling G.V.G., resp. p. 46, 52, 54, 59, 72 & 82): 1367 Gingebeerstraat (gingebeer ‘gember’), 1376 tCaneelsteechskin, 1361 Komijnstraat, 1441 Mageleinstraat (Bloemnaam Marjolein), 1350 Saelgestrate (salie), 1360 Venkelsteeg. Vgl. ook beneden Peterseliestraat. | |||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||
131. Peterseliestraat: 1353 binder stede van Curtrike bachten Coernehuse int Pedersilstraetkin tusschen..., F 5; 1356 fundum Johannis Bierts in vico nuncupato Pederzilstrate, SM A 5; 1368 in de Riselstrate tusschen der Pedersilstraetkine an deene side... ande vesten met eenen ganghe... comende uten voers. Pedersilstraetkine, OLV 363 bis c; 1379 in vico Pedersillinio, RH 127. Ook deze straatnaam is vrij verspreid. Zo is er ook te Brugge een Peterseliestraat, te Ardooie een Persilstraetkin en te Damme een PersellepoorteGa naar voetnoot(97). Te Wakken (Delagrange 130) is er in 1691 een Persynstraete (persijn ‘peterselie’, zie De Bo 847), terwijl Gent een Persellepoort heeft (Gysseling G.V.G., 68). 132. Poortstraat: 1378 cameras in vico Brugensi se extendentes retro in parvo vico dicto Poortstrate, R OLV 1 fo 29 vo. 133. Pottersstraat: 1328 in vico Figulorum, OLV 271 in DC V, 88; 1355 bin der stede van Curtrike in de Potterstrate, OLV 330 c; 1392 inde Potterstrate ligghende bachten hove van Sente Baefs, SR 1 fo 1 vo. De Kasteelstraat van nu was nog in 1480 de Potterstraete, in 1519 de Pottelstraete, in 1541 de Pottestraete en in 1596 de Potterystraet gheseyd Casteelstraet (Sevens 1541, 81). 134. Raamdries: 1379 ultra Lisam ... relicta et heredes Willelmi de Ligno supra Ramedriesch, RH 127. Vermoedelijk een dries bij Dibbouds Raamhof (zie nr. 24). 135. Raapzaad: 1386 huus ende erve der toebehoerende dat men heet tRaepsaet staende ende ligghende bin der stede van Curtrike tusschen den huuse ende erve toebehoerende der kerke van sente Maertins in Curtrike an deene side ende der erven van onser Vrauwen kerke, OLV 384; 1388 pro domo dicta Raepsaet prope Beghinanium, CP p. 6; 1399 appartient a le dicte fabrique une maison que on dist de Raepsaet ou demeure a present maistre Estevene de Mery chanoine, LI fo 13. Dit huis is vermoedelijk het huis nr. 14 in de Kapittelstraat, de pastorij van de O.-L.-VrouweparochieGa naar voetnoot(82). | |||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||
136. Ramen: 1378 ad ramas quondam Petri Pipe in vico dicto Papenstrate, R OLV 1 fo 28. Hoewel wij hier feitelijk geen plaatsnaam voorhanden hebben, hebben wij Ramen toch opgenomen omdat een slop in de Papenstraat nog altijd Ramen heet en aldus aan het raamhof van Pieter Pijpe herinnert. 137. Rijselpoort: 1308 dehors le porte de Lille, OLV 216; 1328 extra portam Insulensem, OLV 271 in DC V, 87; 1392 bider Ryselpoerte, SR 1 fo 1 vo. 138. Rijselstraat: 1308 iadis Sohier Camlin gisans en le rue de Lille, OLV 216; 1315 en le ruwe de Lille de dehors le porte, OLV 238 bis; 1327 in de Riselstrate, OLV 267 a 2. 139. Roeland: 1394 van der erden wech te voerne die uten steenpitte quam voor den Roeland up de Maerct, SR 3 fo 16 vo; 1394 van den steenpitte te maeknne die voor den Roeland stoet up de Marct, SR 3 fo 14. De Roeland is het huidige huis Patria op de markt. 140. Rolletrade: 1347 fundum Willelmi Lombards prope locum qui dicitur ter Rolletrade, OLV 314; 1379 infra portam Tornacensem... Robertus Ervelin pro Bertolmeo Groeninc pro obitu Johannis Fabels prope Rolletrade, RH 127; 1387 dat Bernaerd Andries es commen... heift ghenomen teenen loyalen erveliken pachte jeghen Pieter Maertine een huus ende twee erven der toebehorende metter Rolletraede staende ende ligghende binder stede van Curtrike int Rolletradestraetkine ande veste vander stede an deen sijde ende Lodewijc Ervelins Ervelins (sic) erve... vanden welken tween erven deene naest Lodewijc Ervelins erve ligghende toebehoort in tiden verleden Amand den Lombaert ... up Bernaerds huus ende erve inde Stockerstrate, H 186. Trade ‘baan of terrein voor een spel’ (Mnl. Wdb. VIII, 623). Tra, traag ‘baan waar men bolt, ook Bolletra, Bolletraag... Bolletrog’ (De Bo, 162). Rollebane, bollebane ‘Een baan of voor een spel geschikt gemaakt effen terrein, waar men met rolballen speelt’ (Mnl. Wdb. VI, 1583). | |||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||
141. Rolletradestraat: zie Rolletrade. 142. Rozeken: 1371 den proefst van S. Amants Capelle van dat men Heet te Rosekine, RH 129. 143. Rozier: 1358 dat Oste de Vaerwere heft ieghen hemlieden ghecocht ende wel betaelt ...neghen ramen hemlieden toebehoerende staende ende ligghende binder stede van Curtrike in den Rosier, OLV 330 b; 1396 ultra Lisam ... al locum dictum flaminge Rosier, OLV 407. Rosier komt als plaatsnaam ook nog voor te Aardenburg, Damme, Ieper, St.-Omaars en Westkapelle (De Flou XIII, 852). Rosier, van ofr. rosier ‘Rozenhof, Rozengaard’ (Mnl. Wdb. VI, 1635); vgl. Godefroy VII, 241: rosier ‘jardin rempli de roses’. 144. Schaalgewicht: 1392 voerden toten Scaelgewichte, SR 1 fo 16 vo. Het huis Bevond zich op de westkant van de Leiestraat, waar nu het Politiebureau ingericht is. De eerste tolbeambten van Kortrijk hadden de grond waarop het tolhuis stond, in leen van de heer van Ooigem, het ambt echter hadden ze in leen van de graaf van Vlaanderen. Alleen het leen heette Schaalgewicht, maar de ambten zelf heetten ‘deurvaert, garentol enz.’. De ‘Neringe van senter Niclaux en scaelghewichte’ kwam pas later (1554-55) tot stand, met het doel ontslagen te worden van de te zware lastenGa naar voetnoot(101). 145. Scheerbaardstraatje: 1358 fundum Johannis Scoemakers sitos in vico Scherbaerds straetkin, OLV 341; 1369 ten ende vanden Scerbaertstraetkine, H 72. Volgens Sevens 1302, 01 was het Scherberstraetkin de huidige Stovestraat. 146. Schellebroek: s.d. ad obitum domini Roberti de Spiere xx s. supra bona sua de Scellenbrouch, LF fo 105 vo. Een oudere vorm geeft De LangheGa naar voetnoot(102), nl. scellinbroek (1304). Volgens De Potter I, 269 is de heerlijkheid Schellebroek te Kortrijk en Zwevegem ‘een der aanzienlijkste van 't Kortrijksche kasteel afhangende leenen’. | |||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||
Volgens GysselingGa naar voetnoot(104) zijn de Schouwbroeken zeer talrijk; hij meldt o.m. een Scaldebruc in 1188 te Londerzeel. In tegenstelling met Lindemans, maar in aansluiting met Schoenfeld en De Vries vergelijkt hij scheld met Eng. shalder, dat betekent ‘bies, zegge (soort riet)’. Zie ook Dassonville, Biekorf XXXIIII (1928), 104-106. Het toponiem staat dan semantisch gelijk met Biesbroek en Ruisbroek. 147. Schependom: 1396 binden scependomme van der stede van Curtricke butcr Steenpoorte, SN 3. Het schependom van Kurtrijk strekte zich uit tot buiten de muren van de stad; wat buiten het schependom lag, heette de Prochie van Curtrike, lid van de roede van de xiii prochien. 148. Schepenhuis: 1392 van ad thi de erve rumde daert Scepenhuus up plach te stane, SR 1 fo 16. 149. Schoenhuis: 1262 supra domum quandam et fundum eius pertinentem al villam Curtracensem in qua sotulares vendunt, H 103; 1400 huus ende erve gheheeten tScoehuus ende nu ghedipputert ter Coermaerct, SR 8 fo 1 vo. Sotulares, subtalares ‘Calcei, nostris souliers’ (Du CangeGa naar voetnoot(74), VI, 825). 150. Schorsmolen: 1366 ten Acker waert totter Scurtsmuelen, S 45. Scorse, scortse, scurse, scurtse ‘schors, ...van boomen en heesters’ (Mnl. Wdb. VII, 679-680). Eikeschors werd gemalen voor het leerlootenGa naar voetnoot(105). 151. Schuur: 1378 ad domum quondam Johannis Dibbouts ter Scure, R OLV 1 fo 28 vo. Volgens Sevens 1541, 87 lag dit huis op de hoek van Overleiestraat en Bruggestraat. x. Ser Alaard Fabelstraat: zie Alaard Fabelstraat. x. Sint-Amandskapel: zie Sint-Amandsproosdij. 152. Sint-Amandsproosdij: ± 1130 de monasterio S. Amandi in Capella beate Dei genitricis Marie que sita videtur esse prope Curtriacum, SA 136; 1221 eccesiam Sancti Amandi de Cortraco, SA 139; 1361 de le dicte eglise et leur prevost de le Cappielle de les Courtray, SA 140; 1361 receveur de no maison de le Capielle de lez Courtray, SA 142; 1371-72 revenues de le Capielle S. Amand daleis Courtray, SA 143. | |||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||
153. Sint-Baafshof: 1392 van dat sij dijs braken tusschen den torre vander Stanque toten huse van Sente Baefs, SR 1 fo 15; 1392 inde Potterstrate ligghende bachten hove van Sente Baefs, SR 1 fo 1 vo. x. Sint Baafshuis: zie Sint-Baafshof. 154. Sint-Elooishospitaal: 1367 in hospitali beati Eligii in dicta villa Curtracensi, OLV 359; 1392 xii waghene houds te voerne van voer Sente Loys ende vander Coustrate, SR 1 fo 17; 1396 domus hospitalis sancti Eligii, OLV 407; 1399 empres lospitael Saint Eloy oulter le Lys, LI fo 11 vo. 155. Sint-Jorishospitaal: 1370 hospitale Sancti Georgii, OLV 367; 1394 den hospitale van Sente Joris, SR 3 fo 20; 1399 als capellaen van Sent Joris huus in Curtrike, SR 7 fo 14. x. Sint-Jorishuis: zie Sint-Jorishospitaal. 156. Sint-Joriskapel: 1347 in capella Sancti Georgii in villa Curtracensi, OLV 314. Sint-Jorishospitaal en -kapel lagen op de hoek van de Doornikstraat en Lange Steenstraat (De Potter II, 317). x. Sint-Katharinakapel: zie Nieuwe Kapel. 157. Sint-Maartenskerk: 1315 in atrio ecclesie beati Martini Curtrasensis, OLV 235. 158. Sint-Maartenskerkhof: 1305 entre latre Saint Martin de Courtray dune part et entre le Steenporte dautre part, OLV 206; 1315 in atrio ecclesie beati Martini, OLV 235; 1352 bin der stede van Curtrike in de Steenstrate an de zide te Sente Martins kerchove waert, OLV 326 b. x. Sint-Niklaasgasthuis: zie Sint-Niklaashospitaal. 159. Sint-Niklaashospitaal: 1356 in hospitali sancti Nicolaii Curtracensi, OLV 333 in DC II, 272; 1362 confraternitatis et domus sancti Nicolay in Curtraco ... quoddam hospitale in domo sancti Nicolay, SN 1; 1393 te Sente Niclaeus huus, SR fo 17 vo; 1396 toe behorende den gasthuse van minen heere Senter Niclaus huse, SN 3 a. x. Sint-Niklaashuis: zie Sint-Niklaashospitaal. 160. Sint-Niklaaskerkhof: 1378 in vico Longipontis iuxta atrium sancti Nicholai, R OLV 1 fo 29 vo. x. Skegelarendreef: zie Kegelaarsdreef. | |||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||
161. Speitoren: 1359 eenen ganc oec hebben nallinc de Leye van den Casteele waert te commene ten Speyetorre, OLV 339. Spoye, spey ‘spui, sluis’ (Mnl. Wdb. VII, 1773). Daar de bedding van de Leie lager was dan die van de stadsgrachten, waren er sluizen nodig om te verhinderen dat het water naar de Leie zou vloeien (De Potter I, 32). De Speitoren is de zuidelijke (maar toen nog de enige) Broeltoren. 162. Spillekens Ramen: 1354 in vico ultra Lisam al locum qui dicitur Spillekins Ramen Et dicta Katerina (Spillekins), SM A 4; 1362 fundum Bartholomei dicti Spillekins sitos in quodam parvo vico ultra Lisam qui ducit ad tentoria pannorum Ludovici Spillekins, SN 1. Een ‘tentorium pannorum’ is derhalve een plaats waar lakens ‘gespannen’ worden om te drogen, dus een raamhof. x. Spitaal: zie Onze-Lieve-Vrouwehospitaal. 163. Stanke: 1386 en la place ou est assise une tour de la dicte ancienne forteresse appellee Lestanque sur la dicte riviere du Lis du coste devers Lisle, S 56; 1392 van dat sij dijs braken tusschen den torre vander Stanque toten huse van sente Baefs, SR 1 fo 15; 1393 de veste ande Stanke, SR 2 fo 6 vo. De stadstoren de Stanke was aan de huidige Vismarkt gelegen (SevensGa naar voetnoot(81), 43). 164. Stedehuis: 1392 te bringhene uten voers. torre tote inder Stede huus, SR 1 fo 19. Stedehuus ‘stadhuis’ (Mnl. Wdb. VII, 1991). 165. Steenland; 1290 Curtraci ultra Becam prope domum Philippi Coci et mansum de Steenlande, OLV 180; s.d. apud Stenlande, LF fo 91; 1365 een leen ligghende in de stede ende prochie van Curtrike tusschen den closter van Groeninghe ende de Canesie van Curtrik ende alsoo voort tot in de Langhemeer gaende up den Oudenaertschen wech tot ter Olimolen ende dit leen heet men te Steenlande, CC XVIII; 1366 int voers. | |||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||
Groenincstraetkin tusschen den lande van Steelande, OLV 357 c; 1379 in vico Blidelevens ... versus Steenlande, RH 127. Deze vrij verspreide plaatsnaam (De Flou XV, 338-343), duidt steenhoudende grond aan (HelsenGa naar voetnoot(18), 12). 166. Steenlandstraat: s.d. supra duas cameras in vico de Steenlande, LF fo 93 vo. 167. Steenplank: s.d. iii sol. quos contulit Maria de Dame supra quoddam pratum iacens iacens (sic) iuxta Stenplanke, LF fo 87 vo. Plank komt in de toponymie vaak voor met de betekenis plank over een beek, dus brugGa naar voetnoot(109); het woord heeft dus een betekenisverruiming ondergaan, zodat men ook wel van een stenen plank of met het onverbogen adj. van een steenplank kon spreken. Vgl. ‘zllveren gulden, pain de sucre, zijdepapier, Malzkaffee’ (GrootaersGa naar voetnoot(110)). 168. Steenpoort: s.d. extra Steenpoerte, LF fo 92; 1305 entre latre Saint Martin de Courtray dune part et entre le Steenporte dautre part, OLV 206; 1378 extra portam lapideam, R OLV 1 fo 28; 1392 de voye vander Steenpoerte, SR 1 fo 16 vo. 169. Steenstraat: 1315 en le rue de Piere kon dist le Stienstrate, G 62; 1315 in vico dicto Steenstrate, OLV 325; 1336 in vico Lapideo, OLV 309 in DC II, 239; 1352 in de Steenstrate, OLV 326 b; 1357 vanden huus ende erve staende ende ligghende bin der stede van Curtrike an de maerct up den knoc van der Steenstrate tusschen Ser Jhans Crombeens huus ende erve an deen zide ter Steenstrate waert, H 183. Uit het excerpt van 1357 blijkt dat Korte en Lange Steenstraat toen nog gezamenlijk de naam Steenstraat droegen. Uit de Latijnse teksten en ook uit volgend excerpt mogen wij afleiden dat men de naam met de betekenis ‘gekasseide straat’ opvatte; vgl. 1362 in parvo vico lapideo iuxta Lisam qui vocatur vicus Canonicorum, SN 1Ga naar voetnoot(111). 169 a. Stichel: s.d. up thus dat ad te Stichele te sente Martins sudwaert, RH 136. Stichel ‘laag muurtje; slagboom, dwarspaal, ... overstap of opstapje om over een hek of heining te komen’ (Mnl. Wdb. VII, 2113). | |||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||
170. Stokkersstraat: 1292 ke nous avons feit enclore une masure li quele gist a Courtrai en un liu kon apele Stockerstrate quant nous fisimes fere le manage ki siet sour le mote la pres gisanz li quels manage afiert a le castelrie de Courtrai li quele masure estoit et est al capitle de Courtrai delle quele masure ... de Lambin Stocwardre car elle estoit joingnans a se masure, OLV 184; 1344 in Stockerstrate, SM A 3; 1364 bin der stede van Curtrike tusschen der Doernicpoerte ende der Stockerstrate nallinc de veste, OLV 350 a; 1379 in vico baculorum, RH 127; 1393 biden ende vander Stockerstrate voer der weduen huus, OLV 395. Deze straat bestond uit de huidige Lekkerbeetstraat en Tuinstraat (Sevens 1302, 40). 171. Stompaardshoek: s.d. ultra Becam in Stomparts hoec, LF fo 87 vo; 1358 supra conum vici appellati Stompartshouc, SM A 6; 1361 in den Chompaertshouc, SM C 17; 1399 Stompaertshouc, LI fo 13 vo. Het feit dat De Flou XV, 179-187 geen plaatsnamen met Stompaard maar wel met Stampaard vermeldt, laat ons vermoeden dat ook voor onze Kortrijkse straatnaam de oorspronkelijke vorm Stampaerdshouc zal geweest zijn. De stompe hoek die de straat vormt (cfr. conum vici, zie boven) zal dan ook verantwoordelijk zijn voor de volksetymologische vervorming. Inderdaad De Flou XV, 182 vermeldt in 1440 in Kortrijk de Stampaertshouc, en Sevens 85 meldt in 1541 de Stampershouc. Blijkens Mnl. Wdb. VII, 1928 is stamper een ‘stampmolen; stamper van een oliemolen’. De Flou XV, 187-190 vermeldt verscheidene plaatsnamen Stamppot, telkens als aanduiding van een oliemolen. Inderdaad aan het eind van de tegenwoordige Molenstraat (waarop de Stompaardshoek uitkomt) stond nog in 1580 een coolmeuleken en in 1480 vertrok het Coolmeulenstraetkin uit de Stompaarshoek (Sevens 1541, 86). Is het misschien die oliemolen die reeds in 1365 vermeld wordt? (zie nr. 165). 172. Stoof: up Ser Ihans Couken ende Matten siins wijf huus ... ligghende bi der Stove an den Nieuwen Haerd, OLV 377 aanh.; 1392 bachten Casteele ende ande Stove, SR 1 fo 16 vo. Stove ‘badstoof, gelegenheid voor warme baden’ (Mnl. Wdb. VII, 2251). 172 a. Vanneken: 1367 vanden huus ten Vannekine, Register van de Draperie fo III. Van(ne) ‘wan’, ‘Het schijnt dat het woord ook de beteekenis heeft gehad van een voorwerp om water mede te scheppen of te hoozen’ (Mnl. Wdb. VIII, 1234). Het Vanneken was een molen op een beek aan de Twaalf Apostelenstraat (Sevens Groen., 37). | |||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||
x. Uiterste Leiebrug: zie Nieuwe Leiebrug. 173. Ven: 1341 une piece de terre qui gist devant labeie de Groeninghes au lieu que on dist le Ven, G 75. Venne, ven ‘waterig stuk land, moerassige weide; ook weide, weiland, grasland in het algemeen’ (Mnl. Wdb. VIII, 1403). Talrijke Ven-toponiemen komen voor bij De Flou XVI, 209-210 & 216-220. 174. Vissersstraat: 1321 en le rue des Peskeurs, RG 2 fo 8 vo; 1344 in vico Visscherstrate circa Lisam, SM A 3; 1371 dat Jacob de Visschere ende Beatrise sijn wettelike wijf ... dat sij hebben ghenomen teenen loyalen erveliken pachte ... al haerleder deel van eenen huus ... ligghende ... int Visscherstraetkin over Leye tusschen Pieters vander Linde huus ... ende Gillis Stutins Wouter Scaex Jhan Dullaerts ende Oliviers vander Strate ende siere medepleghers erve, H 178. Volgens Sevens 1446 is de Vissersstraat de huidige Dolfijnkaai; dit stemt echter niet overeen met de aanduiding over Leye (zie Boven). ‘De middeleeuwse handwerkers en handelaars woonden meermalen samen, al of niet op voorschrift van de overheid, en vooral in die gevallen lag het voor de hand dat men de straten, waar ze woonden, noemde naar hun beroep...’ (MeertensGa naar voetnoot(66), 23). Het excerpt van 1371 illustreert ons duidelijk dit verschijnsel. 175. Vleeshuis: 1379 in vico Lise ... in opposito Macelli, RH 127; 1397 van zinen stalle dat hi heift staende int Vleeschuus, SR 6 fo 1. Het huis stond op de westzijde van de Leiestraat en had een uitgang In de Papenstraat (Sevens H.G., 339). 176. Vlie(s)berg: 1361 in de prochie van Curtrike an den Zweveghem cant te Vliechs berghe, G 83; 1399 v bonnier de terre que on nomme aussi Vlieschberch, LI fo 28. - 1425 twee bundre lants licghende up den Vlieberch ghehouden vanden zelven goede te Gavere al in de prochie van Curtricke, Wezerij St.-J an, fo 223 vo. Vgl. Vliesbeke (Wingene 1802), Vliesbexkin (Ardooie 1631) en Vliesvelt (Deerlijk 1507) (De Flou XVI, 634). Steekt hierin het woordje vliesch met de Betekenis ‘De bos takken en twijgen die boven op de tronkwilgen groeien’? (De Bo 1336). Of moeten we verder denken aan vles, vlies, eng. flask ‘waterplas’; of aan vlie, waternaam, Bij ohd. flewjan ‘vloeien’ (MoermanGa naar voetnoot(79), 250). 177. Vogelkevie: 1369 te Gheluwe daer Olivier vander Steenbrugghe als scoutheten van Curtrike vinc eenen Nise vander Beke ende brachtene ghevaen te Meenine ende van danen te Curtrike bin scependomme tote inde herberghe ten Voghelkiven ende daer was Nijs voers. ontbonden ende up eenen vloer gheleet ... de welke Nijs wesende up den vloer voers. niet ontgaen en hadde als hadde hi een voghele geweest, V fo 8 vo. | |||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||
178. Volkegem, Land Van: 1393 in de Dornicstrate up Ioes erve dat es gheheten dlant van Volkenghem, RH 131. Het eerste element van de naam is de germ. persoonsnaam Fulco (Carnoy Dict.). 179. Walle: 1368 dat hi nam te pachte jeghen Daneel Canfine goet ten Walle, V fo 3 vo. Over de heerlijkheid en het goed ten Walle, zie De Potter I, 272-273. 180. Watermolen: 1365 de molage van watermolen te makene van den vivers te Curtricke vallende in de Leije, CC XIX. 181. Waterpoort: 1395 Meeuwels Cobbout van dat hij de Watter porte brac, SR 4 fo 23 vo; 1397 van yserwerke verwrocht ande duere vander Waterporte, SR 6 fo 17 vo. 182. Weduwenhuis: 1393 biden ende vander Stockerstrate voer der Weduen huus, OLV 395. De Stokkersstraat heette in 1633 gedeeltelijk Weduwenstraat (nu Lekkerbeetstraat) en Oude Weduwenstraat (nu Tuinstraat) (Sevens H.G., 350). 183. Weide: 1358 extra portam Insulensem versus Weede, SM A 6; 1364 als van tholle van biesten ... copen ofte vercopen in de maerct up de weede te Curtrike, G 84; 1369 binden scependomme vander stede van Curtrike bider Weede, SM C 31; 1393 van den quareelovene up de Wede, SR 3 fo 1. Over de gemene weide, zie SevensGa naar voetnoot(113). 184. Wijngaardstraat: 1363, Reg. des chartes, côté 1, fo 89Ga naar voetnoot(114). Volgens Sevens 1541, 76-77 was de huidige Wijngaardstraat nog in 1541 de Bogaertstrate, maar de Grijze-Zustersstraat van nu heette in de 16de eeuw het Wijngaertstraetkin. De hr. J. Berteele beweert echter dat de Lekkerbeetstraat tot 1600 Wijngaardstraat heette. De Stokkersstraat zou dan uit de tegenwoordige Sioenstraat en Nieuwstraat bestaan hebben. | |||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||
185. Wolleplas: 1379 in vico lapideo... Daniel Maelfeit pro Waltero Ramaer prope Wulleplasch, RH 127. Vgl. de Wollen wal te Ruiselede in 1365 (De Flou XVII, 729). 186. Zak: 1367 Curtraci in vico appellato Zac, OLV 359; 1379 retro domum bladorum ... in Saco, RH 127. Vaak voorkomende naam voor een slop (De Flou XVIII, 235-238). Het Zakstraatje bestaat nog te Kortrijk, het ligt in de hoek van de Korenmarkt. Vgl. Duits Sackgasse. 187. Zalm: 1358 thuus ende erve dat men heet ten Zalme staende ende ligghende bin der stede van Curtrike in de Doernicstrate, OLV 340 h. Zeer verspreide huisnaam. 188. Zwaan: 1379 in vico Insulensi ... up ter Zwane, RH 127. ‘Zwaan is een gewone, zeer verspreide benaming van oude brouwerijen. De betekenis van dit zwaan is “open waterput” (van daar ook de vaak voorkomende samenstelling zwaanput...). De brouwerijen moesten immers eerst en vooral voorzien zijn van water’Ga naar voetnoot(117). Zijn daaruit de vele herbergen met de naam de Zwaan te verklaren? (HelsenGa naar voetnoot(18), 15). 189. Zwevegemstraat: 1360 bin den scependomme van der stede van Curtrike buter Steenpoerten in de strate alsoe men gaet te Zwevenghem waert, OLV 344 d. 190. Zwijnenmarkt: 1358 extra portam Insulensem prope domum Johannis de Mandele supra forum porcorum, OLV 341. Vermoedelijk op de Weide (zie nr. 183). Daar de toponiemen in dit glossarium alfabetisch geklassificeerd staan, moge het goed zijn die ook nog even in naamgroepen te schikken. Daaruit blijkt nog veel beter hoe schaars de toponymische gegevens van het 13de-en 14de-eeuws archief ten slotte zijn, vooral wat de huisnamen betreft. Namen van heerlijkheden en leengoederen: Ten Akker, Gaver, Ter Kanne, Laarbergboom, Hoog- en Nedermosser, Schellebroek, Walle. Tienden: Bovekerketiend, Krampes tiend, Mossertiend. Veldnamen: Ten Akker, Broel, Gaver, Groeninge, Heidebroek, Heideken, Hondsdries, Hoog- en Nedermosser, Neveldries, Nieuw Land, Steenland, Ven, Weide. | |||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||
De straatnamen kunnen wij verder onderverdelen. Straatnamen waarin een persoonsnaam schuilt: Alaard Fabelstraat, (Baraatstraat?), Blijdelevenstraat (?), Kabelstraat, Koekstraat. Straatnamen naar namen van een beroep of ambt: Kanunnikstraat, Kuipersstraat, Papenstraat, Pottersstraat, Scheerbaardstraat, Stokkersstraat, Stompaardshoek, Vissersstraat. Straten genoemd naar een nabijgelegen plaats: Beverstraat, Broelstraat, Groeningestraat, Hostelleriestraat, Kammestraat, Kapelstraat, Kerkhofstraat, Lange-Brugstraat, Leiestraat, Mosserstraat, Poortstraat, Rolletrade, Steenlandstraat. Straten naar gemeentenamen genoemd: Bissegemstraat, Bruggestraat, Doornikstraat, Gentstraat, Harelbekestraat, Heulestraat, Kuurnestraat, Rijselstraat, ZwevegemstraatGa naar voetnoot(118). Straten naar kruidnamen: Peperstraat, Peterseliestraat. Andere straatnamen: Baraatstraat, Hoenderstraat, Koestraat, Nieuwe straat, Steenstraat, Wijngaardstraat. Andere aanduidingen voor straten of straatjes zijn: weg: Brugse weg, Heulse weg, Oudenaardse wegGa naar voetnoot(118); gat: Heulegat, Hondsgat; dreef: Kegelaarsdreef; vest: Nieuwe Vest; markt: Korenmarkt, Markt, Zwijnemarkt; Zak. Inrichtingen en gebouwen in verband met de eredienst: Begijnhof, Canesie, Sint-Amandsproosdij; O.-L.-Vrouwehuizeken, Evangelieboom; kapellen: Nieuwe kapel (St.-Catharinakapel), (O.-L.-Vrouwe) kapel, St.-Joriskapel; kerken: O.-L.-Vrouwekerk, St.-Maartenskerk; kerkhoven: O.-L.-Vrouwe-, St.-Maartens- en St.-Niklaaskerkhof. Liefdadigheidsinstellingen: de hospitalen van Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Elooi, Sint-Joris en Sint-Niklaas; de hostellerie, het Leprozenhuis, het Weduwenhuis. Gebouwen met openbaar of commercieel nut: Belfort, Blijdehuis, Evenhuis, (Nieuwe en oude) Halle, Ieperse halle, (Nieuw en oud) Kasteel, Korenhalle, Kruis, Lakenhuis, Lombaardensteen, Schaalgewicht, Schepenhuis, Schoenhuis, Stedehuis, Vleeshuis. | |||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||
Huisnamen: veel huisnamen bevatten een diernaam: Baars, Haan, Ooievaarsnest, Paardeken, Zalm, Zwaan; andere: de Bolle, Groot huis, Hel, Hoorn, Ketelken, Kroon, Minioens, Raapzaad, Roeland, Schuur, St.-Baafshof, Vogelkevie, Land van Volkegem. Namen van grachten en plassen: Aandeplas, Mazeelplas, Wolleplas; Hoolgracht, Lange Mere, Nedervijver, Nieuw Gedelf, Nieuwe Leie. Bruggen: Broelbrug, Lange Brug, Leiebrug, Nieuwe Leiebrug, O.-L.-Vrouwebrug, Steenplank. Torens: Blauwe Toren, Grauwe Toren, Speitoren, Stanke. Poorten: Doornikpoort, Gentpoort, Kanunnikpoort, Kasteelpoort, Leiepoort, Nieuwe Poort, Rijselpoort, Steenpoort, Waterpoort. Raamhoven: Dibbouds raamhof, Ramen, Spillekens raamhof. Namen die herinneren aan vermakelijkheden: Skegelarendreef, Rolletrade(straat). Stadsdelen: Overbeke, Overleie, Schependom. Molens: Schorsmolen, Watermolen. Namen naar de natuurlijke omgeving of het natuurschoon: Boomgaard, Heideken, Rozeken, Rozier, Wijngaardstraat. Plaatsen naar boomnamen genoemd: Eekhout, Es, Esphout. Enkele naamelementen zijn: berg (Gruzenberg, Laarbergboom, Vliesberg); broek (Heibroek, Schellebroek); dries (Hondsdries, Neveldries, Raamdries); heide (Heibroek, Heideken); hond (Hondsdries, Hondsgat). Wij hopen met deze eerste bijdrage over Kortrijks oudste toponymie de belangstelling voor de verdere studie van de Kortrijkse plaatsnamen te hebben aangewakkerd.
F. Debrabandere. |
|