Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– Auteursrechtvrij2.Ziet, in zijn liefde oneindig zoet,
Wat Hij voor ons uit liefde doet:
Hij, knielende met droef gemoed,
Plengt in den hof zijn zweet en bloed.
| |
3.Daar randden hem de Joden aan,
Daar heeft de Apostel hem verraân;
Daar voert men hem geboeid van daan:
En echter had Hij niets misdaan.
| |
4.Nog heeft der Joden wrevelheid
| |
[pagina 123]
| |
Geslagen Jesus' Majesteit;
En hem voor Cajaphas geleid.
Tot lijden was Hij gansch bereid.
| |
5.Van Cajaphas eerst opgewacht,
Die met den Heiland spot en lacht,
Werd Jesus door een krijgrenwacht
Toen voor Pilatus heengebracht.
| |
6.Daar werd het lichaam, vlekloos, teêr,
Van onzen dierbren Vorst en Heer
Gegriefd, gegeeseld menig keer.
Het kostlijk bloed liep gudsend neêr.
| |
7.De Joden, als van zin beroofd,
Met harten gansch en al verdoofd,
Zij hebben daar zijn heilig hoofd
Met scherpe doornen wreed doorkloofd.
| |
8.Na smaad en smart, in zwijmensnood,
Pilatus Hem den volke bood:
En willig, wat de schaar besloot -
Verwees de Landvoogd Hem ter dood.
| |
9.De Heere, met zijn kruis belaân,
Is tot Calvarie opgegaan.
Tot in den dood, voor ons bestaan,
| |
[pagina 124]
| |
Nam Hij den wil zijns Vaders aan.
| |
10.Genageld aan het schandehout
Wat smarten leed Hij menigvoud!
Zijn lieve Moeder Hem aanschouwt;
Zijn lieve Moeder weent en rouwt.
| |
11.Hij hing aan 't Kruis, gewond en bloot,
Twee Moordenaars ten lotgenoot.
Het bloed uit al zijn wonden vloot,
En Jesus lijdt en sterft den dood.
| |
12.Zoo heeft Hij onze schuld betaald;
Hij werd naar Josephs graf gehaald;
En heeft, ter Helle neêrgedaald,
Op d' Eeuwgen Dood gezegepraald.
| |
13.En zie, den Derden Dag daaraan
Is Hij in glorie opgestaan!
Juicht! Christus heeft voor ons voldaan:
Hij is ten Heil ons voorgegaan!
|
|