Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– AuteursrechtvrijGa naar voetnoot(*) No 49 Zoeten-Naamsdag (LXXXIX).1.Ik groet u, Jesu, duizend maal,
Die ons bezoekt in tranendaal!
Zoet Kind, zijt duizend maal gegroet,
Die stort voor ons 't onnoozel bloed,
Die wordt zoo bitterlijk doorwond,
Opdat de zondaar zij gezond.
| |
2.Het Woord luidt Jesus, in den Tijd,
| |
[pagina 93]
| |
Om dat Gij Zaligmaker zijt.
O Jesu, Jesu, Jesu zoet,
Besproei mij met een druppel bloed!
Dan zal ik zingen t'allen tijd
Hoe dat Gij Jesus, Jesus, zijt.
| |
3.O Naam, die eerst, door Gods bevel,
Geboodschapt is van Gabriël!
O schooner Naam dan dageraad!
O zoeter Naam dan honigraat!
O groener Naam dan 't levend hout!
O rijker Naam dan 't fijnste goud!
| |
4.O zachter Naam dan tortelduif!
O verscher Naam dan wijngaarddruif!
O klaarder Naam dan zonnestraal!
O sterker Naam dan louter staal!
O grooter Naam dan Keizerrijk,
O Naam, die nooit had zijns gelijk!
| |
5.Duikt, bloemkens, wie gij ook moogt zijn,
Want hier verliest gij uwen schijn.
En gij, riviertjens, loopt van mij,
Geen vloeyend zilver heeft hierbij.
Gij, balsemkruidtjens, buigt u neêr,
Ge en ruikt zoo zoet niet als de Heer.
| |
[pagina 94]
| |
6.Sluit, vogeltjens, uw nebjens toe;
Ik ben uw zingen nu al moê,
Al wat ik zag of heb gehoord
Dat is vergeten door één Woord:
O Jesu, Jesu, Jesu zoet!
O Naam, zijt duizend maal gegroet!
|