Een lees- en zangboekjen voor de jeugd
(1853)–Anoniem Lees- en zangboekjen voor de jeugd, Een– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |
2.Zijt Gij een Koning uitverkoren,
Hoe ligt Ge dan gedekt met strooi,
In 't beddeken van runderhooi,
Zoo teêr en zwak, zoo pas geboren?
O Jesu, zoet klein Kindekijn,
Hoe wilt Gij zoo verworpen zijn?
| |
3.O dat de kille Noordsche winden
Een adem worden uit het Zuid,
En komen met een zoet geluid
Hun Schepper en Regeerder vinden!
O Jesu, zoet klein Kindekijn,
Hoe wilt Ge zoo verworpen zijn?
| |
4.O dat de Winter van daarbuiten
Verandere in een lieve Lent;
| |
[pagina 26]
| |
Dat niet dan rozen hieromtrent
Met zachten geur en kleur ontsprruiten!
O Jesu, zoet klein Kindekijn,
Hoe wilt Ge zoo verworpen zijn?
| |
5.Eilaas! dit rund met gladde hoornen,
En dit demoedig ezelijn,
Zij, die een last- en slachtbeest zijn,
Voorspellen 't lot des Eengeboornen:
Om ons, wilt Gij, lief Kindekijn,
Ach, meer nog dan verworpen zijn.
|
|