wekkende kracht. Geweld heeft vaak een schemerig verbond gesloten met de seksualiteit. Harrison gaat daarin venijnig ver, maar niet zoals bv. in stupide SM-pornofilms. Op een veel subtieler niveau exploreert hij het punt in onze psyche waar verlangens naar macht, bevrediging en lustgevoelens om elkaar heen cirkelen in een gevaarlijke, onvoorspelbare rondedans. De verlokkingen van de nieuwsgierigheid, de melancholie van de lust, de wraak van de onvermijdelijke blessures tijdens de jeugd, de onblusbaarheid van onze verlangens: ze hebben allemaal hun doel en dat doel is het wegvallen van de regels die onze maatschappij en ons leven een humaan tintje proberen te geven.
In Afgebrand wordt de nexus van het hele boek gevormd door het levensdoel dat verschillende personages zich gevormd hebben. Hoewel het totaal verschillend is, zorgt het ervoor dat ze elkaars paden kruisen, wat hun ondergang zal betekenen. De Vietnam-veteraan Charlie Ravich is een succesrijk zakenman geworden wiens nieuwe en belangrijke fabriek in Shangaï niet afraakt en wiens bloedlijn uitstreft omdat zijn enige dochter geen kinderen kan krijgen. De misdadiger en steroïdenverslaafde Rick Bocca is vier jaar nadat ze gearresteerd werd nog altijd verliefd op zijn ex-vriendinnetje Christina Welles, een knappe, harde en intelligente vrouw die verslaafd is aan seks nadat ze op haar vijftiende verkracht werd. Maffiabaas Tony Verducci wil het drugsgeld dat Christina verdonkeremaand heeft weer in handen krijgen, niet zozeer omwille van het bedrag - hij is ongelooflijk rijk - maar omwille van zijn eer. Harrison volgt hun leven, vertelt over hun verleden en stapelt de ene betekenisvolle gebeurtenis op de andere, tot hun paden elkaar kruisen en we dan pas begrijpen wat ze met elkaar te maken hebben.
Charlie Ravich zoekt via een advertentie een vrouw die hem via kunstmatige inseminatie een kleinkind kan schenken. Hij wil echter zelf de kandidates screenen om er zeker van te zijn dat zijn kleinkind, voor wiens opvoeding hij alle kosten zal betalen, in de beste omstandigheden opgroeit. Wanneer Rick Bocca via een corrupte flik verneemt dat zijn ex-liefje Christina Welles plotseling vervroegd wordt vrijgelaten, vermoedt hij onraad maar hij kan het niet nalaten om haar op te sporen omdat hij zich schuldig voelt: hij denkt dat hij een fout begaan heeft tijdens een overval waardoor zij in de gevangenis is beland. In feite is het echter Christina Welles zelf die de politie heeft ingelicht: ze wilde opgepakt worden om maffiabaas Verducci de indruk te geven dat zij niets te maken heeft met de verdwijning van miljoenen drugsgeld.
Het vreemde aan de boeken van Colin Harrison is dat zijn personages vaak omringd worden door nevenfiguren - mensen die het vuile werk opknappen - die totaal psychotisch zijn en als het ware hun schaduwen lijken. Dit geboefte kan alleen bestaan omdat hun bazen een masker bezitten dat functioneert in onze maatschappij: het zijn zakenlui, politici, politiemannen etc. Ze wenden hun blikken af, of kijken net gefascineerd toe, wanneer hun schaduw martelt en moordt met een vanzelfsprekendheid alsof dit hun dagelijkse werk is, en ze weten dat het net hun respectabele baan en hun respectabel voorkomen is dat hun helpers toelaat om te doen wat ze doen. Dit systeem van ‘plaatsvervangende misdaad’ zit zo kunstig in mekaar dat iemand een arm afhakken en die aan de straathonden voeren, plausibel lijkt, bijna een business-transactie.
Dit boek lezen is zoiets als nitroglycerine zien maken: de ingrediënten worden bij elkaar gegoten, vermengd, de spanning stijgt, het mengsel wordt hoogst explosief. De finale van Afgebrand is adembenemend omdat Harrison de lezer, bijna zonder dat die het merkt, heeft meegenomen naar het point of no return waar wreedheid bijna zakelijk wordt, waar liefde een aanfluiting is, waar het leven een schimmenspel toont, waar lezen huiveren en in jezelf kijken wordt.
[Bob van Laerhoven]
Colin Harrison: Afgebrand, De Boekerij, 2000, 431 p., 665 F, ISBN 90-225-2725-5. Vert. van: Afterburn door Renée Dowden