vreemdeling arriveert in het hotel dat zij uitbaten in Friedenbach. De komst van de 32-jarige Max Cahn, arts in een nabijgelegen stad, doet het hele gezin Oblanski herademen. De radeloosheid van de vader vermindert, de moeder en Peter, de broer van Bruno, leven op, Bruno zelf vindt Max mooier dan zijn mooiste fantasieën en is hevig verliefd. Hij verlaat Friedenbach om bij Max in te trekken en ervaart dat als een enorme bevrijding. De liefdesroes maakt echter vrij vlug plaats voor een relatie waarin vernedering en agressie afwisselen met medelijden. Bruno verlaat Max, gaat alleen wonen, ontmoet in het stadspark een oude man met nog jonge kinderen, die Bruno's grootvader blijkt te zijn. Van hem leert hij dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen leven, wat Bruno aanzet om eindelijk een authentiek bestaan te gaan leiden, bevrijd van door anderen opgedrongen perspectieven en van de drukkende last van het verleden.
De heerlijkheid van Julia (Querido, 1995) was geen voortzetting van de aangekondigde cyclus ‘Het oceanisch verlangen’, hoewel het kernthema van de roman ‘het verlangen’ is van het hoofdpersonage Julia Callebaut. Haar verlangen is zo allesomvattend dat het leidt tot nymfomaan, mannenverslindend gedrag. Julia's niet te bevredigen verlangen krijgt soms mythische allures, bv. in het geregeld weerkerend beeld van de dreigende Medusa die haar aankijkt vanop een antieke klok die ze van een oom cadeau heeft gekregen. Julia was 17 toen ze in een café de 34-jarige Maurice ontmoette. Hij trouwde met haar en verbouwde voor haar een hoeve in Vollezele in het Pajottenland, die hij protserig ‘De heerlijkheid van Julia’ noemde. Hun kinderen Vladimir en Veerle worden er volwassen. Dan krijgt Julia haar midlife-crisis in de periode waarin Vollezele en heel België rouwt om de dood van koning Boudewijn. Julia levert zich over aan sterke libidineuze fantasieën, ze vertoont symptomen van anorexia, ze koopt zonder erbij stil te staan een potje stuifmeel van een Duitse kunstenaar voor een bedrag waarmee Maurice zijn droom, een tweedehandse mobilhome, had kunnen kopen. Een reis naar Rio in Brazilië waar zoon Vladimir in de banksector werkt, zou Julia's gestoorde evenwicht misschien kunnen herstellen. Op het strand van Rio laat Julia zich tegen betaling verwennen door een straatjongen die bij een politionele actie neergeschoten wordt. Bij haar terugkeer hebben Maurice en dochter Veerle als verrassing een welkomstfeest georganiseerd. Tijdens dat feest loopt Julia weg naar de hoeve van Omer, met wie zij destijds een passionele relatie heeft gehad ondanks een leeftijdsverschil van 40 jaar. In zijn schuur verrast zij de blind wordende Omer, inmiddels diep in de 80. Hij sterft in Julia's armen in zijn poging haar voor een laatste keer te nemen op zijn werkbank.
Oscar van den Boogaard vond zelf in een interview in ‘Knack’ (27.03.96) dat hij er in deze roman blijkbaar in geslaagd was als Nederlander iets wezenlijks van het Vlaamse leven weer te geven en als jonge man iets wezenlijks van een oudere vrouw. Elders verklaarde hij dat het verlangen de motor van zijn schrijverschap is, in tegenstelling tot de teleurstelling die vaker andere schrijvers van zijn generatie zoals Joost Zwagerman en Ronald Giphart aandrijft.
Het verbond van Eros en Thanatos is in alle romans van Van den Boogaard een belangrijk motief. In zijn recentste roman staat het expliciet in de titel, Liefdesdood. De plot is sober en de constructie van de roman is door zijn parallellisme erg overzichtelijk. Die nadrukkelijke eenvoud is echter bedrieglijk. De verhaalde dubbele tragedie: de verdrinkingsdood van het dochtertje Vera en de brand die het huis van de buren in de as legt, in wier zwembad het ongeval gebeurd is, zijn maar de oppervlakkige aanleiding om naar de kern van de eigenlijke tragedie in de roman te peilen: de dood van de liefde. Uitgerekend op de dag dat Vera verdrinkt, was haar moeder van plan definitief bij haar minnaar Emile in te trekken, die zelf een hechte vriend van haar man is. Omdat Emile vond dat hij de vrouw van zijn vriend niet kon afpakken op het ogenblik dat die zijn dochtertje verloor, verplichtte hij haar met haar koffers terug te keren. De dood van het kind was meteen de dood van de liefde. Pas aan het einde van de roman wordt deze toedracht onthuld. Liefdesdood beschrijft de vriendschap tussen mannen, de liefde tussen partners en minnaars, de genegenheid van kinderen voor volwassenen en de dubbelzinnigheden en paradoxen in al deze relaties. ‘Mijn werk is zwaar existentieel en lichtvoetig tegelijk’, verklaarde Van den Boogaard in ‘De Morgen’ (16.03.96). Deze rake typering van het eigen oeuvre getuigt van een gedegen inzicht in zijn schrijverschap.
[Joris Gerits]
Oscar van den Boogaard: Liefdesdood
Querido, 1999, 172 p., 750 F, ISBN 90-214-5323-1
dood; kinderen / eros en thanatos