[Vertaald proza]
Indian killer
Het is een beetje frustrerend om Indian killer te bespreken. In feite voel ik me net zo verward als een van de hoofdpersonages, de indiaan John Smith (what's in a name), die als baby vlak na zijn geboorte gewelddadig door blanken is geroofd bij zijn tienermoeder in het reservaat, en als geadopteerd kind bij blanke pleegouders opgroeit. Daardoor raakt John in een schizofrene situatie: hij beeldt zich in dat hij door zijn moeder in het reservaat is opgevoed en dat hij een ‘echte’ indiaan is geworden.
Of is het andersom? Je krijgt van de indiaanse auteur Sherman Alexie - die op de achterflap één van de beste jonge Amerikaanse romanschrijvers wordt genoemd - nauwelijks een sleutel om te kiezen tussen de twee mogelijkheden. Bovendien: is John de Indian killer die door Seattle waart, zijn slachtoffers gruwelijk kapotsnijdt en twee uilenveren bij hun verminkte lijken achterlaat? Deze indiaanse serial killer zorgt ervoor dat de latente, sluimerende haat tussen blank en indiaan weer oplaait in de stad. Blanken vormen knokploegen die indiaanse daklozen in mekaar schoppen, de indianen slaan terug. De stad lijkt gek geworden. Alexie verwoordt het zo: ‘Seattle wemelde van de grotendeels gekken, half gekken, bijna gekken en binnenkort gekken. Indiaans, blank, chicano, Aziatisch, mannen, vrouwen, kinderen’. Wilson, een ex-politieman met een slechte knie en nu schrijver van detectiveverhalen met de indiaan Aristotle Little Hawk als hoofdfiguur, wil de zaak van de Indian killer oplossen. Hij heeft zich al heel zijn leven wijsgemaakt dat hij indiaans bloed in zijn aderen heeft en hangt rond in cafés en pow-wows waar indianen samenkomen om meer inlichtingen te krijgen over de identiteit van de Indian killer. Die identiteit wordt niet prijsgegeven in het boek. Is het John, die verward geraakt is in zijn schizofrene droomwereld? Is het Reggie, de verbitterde Spokane die ervan droomt om een blanke te doden?
Het boek lijkt het cliché dat indianen anders denken dan wij, te willen bevestigen: droom en werkelijkheid lopen in elkaar over, zonder dat je als lezer precies weet waar de grenzen liggen. Dat levert fraaie bladzijden op, o.m. door Alexies beeldende stijl met onverwachte metaforen, maar tegelijkertijd is het ook verwarrend. Naar mijn smaak heeft Alexie te weinig ankerpunten ingebouwd. Hoe mooi de tekst ook is, hij blijft freewheelen en je raakt niet echt betrokken bij de gevoelens van de hoofdpersonages. Dat neemt niet weg dat er fraaie portretten zijn, o.a. die van Marie de sandwichvrouw, de moedige, kleine, harde indiaanse die Seattle doorkruist met een busje vol eigengemaakte sandwiches voor de dakloze indianen. Dit is een boek waar je intellectuele bewondering voor kunt opbrengen. Dit is eveneens een boek met een verrassende stijl, maar het is geen roman die je echt diep in je ziel raakt en meesleept. Daarvoor is de vervreemding te groot. Misschien heeft Alexie dat ook beseft, want in het midden van het verhaal begint hij meer spanningseffecten in te bouwen: door de groter wordende haat tussen blanken en indianen in Seattle ten gevolge van de Indian killer, worden er aan beide zijden groepjes gevormd die steeds brutaler op strooptocht gaan. Je krijgt ook een glimp van de vermoedelijke bron van de schizofrenie van John Smith in de figuur van pater Duncan, een indiaanse jezuïet die John Smith lesgeeft, maar gek wordt door de spanningen tussen zijn roeping en het besef dat de katholieke geestelijkheid mee aan de bron heeft gelegen van de indianenslachtingen in Amerika, de woestijn inloopt en nooit meer wordt teruggevonden. Truck Schultz, een radiopresentator die met zijn populaire, maar reactionaire programma de rassenhaat aanwakkert, staat dan weer symbool voor de verkniptheid van de blanken. Alexie probeert rond al deze personages een ingewikkeld web te spannen, maar dat lukt hem slechts gedeeltelijk door de verwarring die
hij schept. Hij suggereert dat de Indian killer wel eens de verzamelde 'geestkracht' kon zijn van alle dakloze, uitgebuite en vernederde indianen van de stad, maar dat is nog maar eens een verklaring bovenop de mogelijkheden die hij al aangegeven heeft. Zo'n procédé van vaagheid kan goed werken, maar door de vrijblijvendheid van de personages, zorgt het in dit geval voor een afstandelijk karakter, waardoor van de lezer doorzettingsvermogen wordt gevraagd. Dat wil niet zeggen dat Indian killer geen fascinerende pagina's bevat. Integendeel. Maar die zijn dan weer - althans volgens mij - bestemd voor de geoefende lezer, niet voor iemand die een boek leest omwille van een pakkend verhaal. Als Sherman Alexie zo verdergaat, wordt hij geen indiaanse verteller, maar een writer's writer. Dat is overigens ook geen geringe verdienste.
[Bob van Laerhoven]
Sherman Alexie: Indian killer
Anthos, 320 p., 790 F, ISBN 90-414-0206-3