Met scherfjes ijs in het hart
Ruby Lennox opent zelfbewust met de woorden: ‘Ik besta!’, meteen nadat ze verwekt is door George, gestimuleerd door een flink aantal pinten, en Bunty, die doet alsof ze slaapt. Zeer bij de pinken en welbespraakt becommentarieert ze aldus zelf haar conceptie en - niet beperkt in ruimte of tijd - doet ze ook het verhaal van vier generaties uit haar familie. Een tikje overmoedig in het begin, getekend en met heel wat minder praats op het einde. Achter de schermen (zie p. 623) is een opzienbarend debuut, waarmee Kate Atkinson bij de uitreiking van de Whitbread Award begin dit jaar o.m. Salman Rushdie naar de coulissen verwees. Uitgegeven bij Atlas.
Ruby's leven begint al meteen goed: Bunty dacht dat ze de last van baby's achter de rug had. Ze valt dus al zwaar tegen voor ze op de wereld is en ook de aanblik van de pasgeborene maakt Bunty's hart niet weker: ‘Net een stuk vlees. Neem maar mee’. Als foetus had ze gedacht dat de toekomst er stralend uit zou zien, maar baby Lennox (aan een naam was nog niet gedacht) ervaart dat ‘de duisternis [...] zich oneindig ver [uitstrekt.] Als ik mijn kleine, gerimpelde vingertjes [...] zou uitstrekken, wat zou ik dan raken? - niets. En daarna nog meer niets. En daarna? Niets’.
Haar levensverhaal geeft hier en daar aanleiding voor een ogenblik aandacht voor het wel en wee van de vorige generaties. Zo begint Ruby de fragmentarische familiekroniek bij haar overgrootmoeder Alice, die op een nacht haar hatelijke gezinsleven achter zich liet en met een rondtrekkende fotograaf verdween. Als ze al hoopte zo een straaltje geluk te vinden, dan is dat ijdel gebleken; de doffe ellende blijft zich onveranderlijk aandienen en zal zich in een opwaartse spiraal aan haar nakomelingen opdringen. Eén van hen is Nell, Ruby's grootmoeder. Ze verliest twee verloofdes en een broer in de Eerste Wereldoorlog, trouwt en zet een hele resem kinderen op de wereld. Heeft de oorlog haar niet klein gekregen, dan doen het huwelijk en het gezinsleven dat wel. Nell wordt bitter, verliest alle levenslust en langzaamaan ook haar zinnen. Het is de kleuter Bunty die als eerste en heel alleen met die waanzin geconfronteerd wordt. Van dan af keert ze in zichzelf, voor het grootste deel van haar verdere leven. Emotioneel gehavend zal ze, zoals de generaties voor haar, de levens van haar eigen kinderen zwaar hypothekeren.
Zo is het bijzonder betekenisvol wat haar dochter Ruby als 18-jarige van haar jeugd als de moeite waard beschouwt voor de toekomst: ‘Wat zou ik in mijn bruidskist stoppen? - alleen scherpe voorwerpen, de spitse punten van gebroken glas, het geslepen staal van fruitmesjes, de kleine zaagtanden van broodmessen en de troostende randen van scheermesjes’. Een element dat tot zo'n bruidsschat bijdraagt, is de dood van twee van haar zusjes; er hangt trouwens een vreselijk ‘geheim’ mee samen. En hier blijkt dat Ruby's ‘alwetende’ gezichtspunt een immens zwart gat vertoont. De dood van haar tweelingzusje (die door het ijs was gezakt, naar men dacht door haar toedoen) had ze samen met een mengeling van schuld- en haatgevoelens naar de verste uithoek van haar geheugen gebannen - de snerpende pijn waarmee dat geheim uiteindelijk vrijkomt, levert overigens een onvergetelijke passage op. Maar de verwerking brengt ook een opmerkelijke evolutie mee: ‘Ik ben naar het einde van de wereld geweest en weer terug en nu weet ik wat ik in mijn bruidskist zou stoppen. Ik zou mijn zusjes erin stoppen’. Als emotionele ballast kan dat tellen, maar de peilloze duisternis die haar hart bezwaarde, is verdwenen. En met het het loslaten van de schuldgevoelens, de (zelf)haat en de bitterheid doorbreekt ze tenminste de uitzichtloze cirkel van miserie. De elementen in Ruby's leven die aanleiding geven tot het familieverhaal (dat opgebouwd is uit een aantal voetnoten bij haar eigen leven), zijn bepaald futiel: een knoop, een konijnenpoot, een theelepel... Die zaken leiden o.m. naar de twee wereldoorlogen, maar het is verbazend hoe klein het aandeel van de grote historische feiten in dit verhaal is. Atkinson wijdt wel een aantal sterke, emotioneel ingehouden bladzijden aan de Eerste Wereldoorlog, al is het haar vooral te doen om degenen die na de oorlog de draad van het leven weer opnemen om geheel naamloos hun eigen miserie
te kennen, achter de schermen van het wereldgebeuren, verloren in de tijd.
Geen vrolijke thematiek die hier aangesneden wordt en nochtans is Achter de schermen een zeer amusant boek. Het vertelstandpunt heeft daar veel mee te maken. Het werkt namelijk nogal relativerend om een wereldwijze baby bezig te horen over de tol die een mens in z'n leven betaalt - ook al geeft de toekomst haar gelijk. Nochtans is Atkinson er geenszins op uit om gemakkelijk te scoren met dat soort leukigheidjes. Ze toont vakkennis wanneer ze humor en tragiek tot op het scherp van de snee brengt. Het lot treft het gezin Lennox genadeloos en Ruby kondigt aan, beschrijft en evalueert met een kinderlijk oog voor details, om het voorval dan met pijnlijke accuratesse te plaatsen in de toch al intreurige familiecontext. Het is dat feilloze afwegen van humor en doorleefd leed dat Achter de schermen tot een ongemeen intense roman maakt.
[Jen de Groeve]