Auteur in de kijker
Tistvard. Tistvard
In november 1995 won Pat Barker met The ghost road de 27ste Booker Prize. Een verrassing, vooral omdat Salman Rushdie met De laatste zucht van de Moor gedoodverfd favoriet was. De Nederlandse vertaling, Weg der geesten (zie p. 270) verschijnt dit voorjaar bij uitgeverij De Geus. Het is het derde deel van een trilogie over de Grote Oorlog. Pat Barkers oeuvre getuigt naar inhoud en naar vorm van een verrassende rijkdom.
Pat Barker werd in 1943 geboren te Thornaby-on-Tees, in het noorden van Engeland. Ook toen al was dat een troosteloos gebied, opgezadeld met een verouderde industrie en geteisterd door werkloosheid. Barker komt uit een vaderloos gezin en werd tot haar zevende opgevoed door haar moeder en grootmoeder; na het huwelijk van haar moeder bleef ze bij haar grootmoeder wonen. Haar stiefvader had een zwakke gezondheid en Pats moeder onderhield het gezin door te werken als schoonmaakster in een school; de grootmoeder leefde van een uitkering. Omdat zij geloofde in haar kleindochters talenten kon Pat sociale wetenschappen studeren aan de London School of Economics. Barker beklemtoont in interviews telkens weer de grote invloed van die familiale achtergrond op haar schrijverschap. Het is de voedingsbodem geweest voor een sterke aandacht en empathie voor de onderlaag van de werkende klasse: de alleenstaande moeders, de langdurig werklozen, de chronisch zieken. Haar moeder en grootmoeder zijn voor haar model geweest voor de moed en het uithoudingsvermogen van de gewone vrouwen uit de arbeidersklasse.
Pat Barker begon met schrijven rond 1970. Haar carrière kwam slechts traag op gang. Zelf stelt zij dat haar teksten aanvankelijk te sterk gekleurd werden door haar opleiding. Pas wanneer zij haar levenservaring en achtergrond als inspiratiebron gaat aanboren, vindt zij een eigen literaire stem. Van dan af schrijft ze over onderwerpen die haar écht raken: mensen - vrouwen meestal - onderaan de ladder van de samenleving. Alleszins geen modieuze keuze in het Engeland van Margaret Thatcher. Barkers loopbaan raakt in een stroomversnelling wanneer zij een schrijverscursus bij Angela Carter volgt. Carter erkent haar talent en brengt haar in contact met Virago Press. Twee jaar later, in 1982, verschijnt haar debuutroman Union street. Barker portretteert hierin één vrouwenleven doorheen zeven episodes uit het leven van evenzovele vrouwen. Telkens focust zij op één cruciaal moment: de puberteit, de eerste zwangerschap, een sterfgeval... Plaats van gebeuren is Union Street, een verkommerde straat in een buurt die rijp is voor de sloophamer in een Noord-Engelse industriestad aan het begin van de jaren '70. Het zijn weinig opbeurende verhalen. Alcoholisme, straatprostitutie, ongewenste zwangerschap, grauwe armoede... De bikkelharde werkelijkheid springt vanaf elke bladzijde van het boek op je toe. De zwarte humor die de dialogen kruidt, zorgt er gelukkig voor dat het boek toch een lichtvoetige toets behoudt. Union street stond model voor Martin Ritts film ‘Stanley en Iris’, met Jane Fonda en Robert de Niro in de hoofdrollen. Barker was niet erg gelukkig met de verfilming omdat de harde realiteit van het boek werd vervormd tot een romantisch filmsprookje. Ook in haar tweede roman, Nergens ben je veilig, vormt een mistroostig en verpauperd Noord-Engels industriestadje het decor. Alleenstaande vrouwen hebben slechts twee mogelijkheden om het hoofd boven water te
houden: werken in de kippenfabriek en in een hoog tempo de kadavers van hun dampende ingewanden ontdoen, of tippelen langs de grauwe straten en op verlaten fabrieksterreinen. Wanneer enkele hoeren het slachtoffer worden van een lustmoordenaar, groeit onder de prostituees een klimaat van beklemmende angst. Toch moeten ze tippelen om te overleven. In hun angst zoeken ze steun bij elkaar. Pat Barker mengt in dit boek heel handig thriller- en sociaal-kritische elementen door elkaar. Het resultaat is een schokkend boek over geweld tegen vrouwen in al zijn facetten. Omwille van de genadeloze precisie waarmee ze dat geweld in kaart brengt, werd het boek door de critici met enige reserve onthaald. Het wordt dit voorjaar als Geuzenpocket heruitgebracht onder de titel Blaas je eigen huis op.
In Dochter van de eeuw is Liza Jarret 84 jaar. Zij wordt ‘dochter van de eeuw’ genoemd omdat zij op klokslag 12 uur van de eeuwwende geboren werd. Liza moet naar een nieuwe wijk verhuizen, maar wil niet weg. Maatschappelijk werker Stephen heeft de taak haar te overhalen. Geleidelijk aan groeit tussen beiden een sfeer van vertrouwen. Liza vertelt over haar harde leven, haar jeugd tijdens de Eerste Wereldoorlog, haar mislukte huwelijk, de crisis, de dood van haar zoon enz. Bij Stephen groeit diep respect voor de levenskracht en de wijsheid van de oude vrouw. Barker slaagt er heel goed in bij monde van Liza het verleden tot leven te brengen, een vaardigheid die zij ook in haar trilogie over de Eerste Wereldoorlog overtuigend zal demonstreren.
De man die er niet was speelt zich af midden de jaren '50. Hoofdpersoon is de 12-jarige Colin Harper, een gevoelige, intelligente jongen. Zijn moeder werkt als serveerster in een nachtclub van bedenkelijk allooi en