Geschiedenis als een verhaal
Met de werken van Barbara Tuchman, Georges Duby, Emmanuel le Roy Ladurie en andere hedendaagse historici heeft de moderne geschiedschrijving voor een deel de weg teruggevonden naar het verhaal dat de lezer tegelijk informeert en boeit. Zo is de westerse historiografie ook ooit begonnen. Herodotos van Halikarnassos, de ‘vader van de geschiedenis’, was een rasverteller en in de nieuwe vertaling van zijn Historiae door Hein van Dolen, Het verslag van mijn onderzoek (zie p. 246), is zijn vertelplezier op elke bladzijde voelbaar. Verschenen bij SUN.
Voor velen blijven de herinneringen aan de klaslectuur van Herodotos verbonden met figuren als de Lydische koning Kroisos, die van Solon moest horen dat zijn immense rijkdom en macht niet garant stonden voor geluk. Of met de farao Rampsinitos, die zijn dochter liet huwen met de doortrapte dief van zijn schatten. En Polykrates van Samos wierp zijn kostbaarste bezit in zee om zijn geluk veilig te stellen, maar hij vond de smaragden zegelring terug in de buik van een vis. Ook de Perzische discussie over de beste staatsvorm behoort tot de bekendste bladzijden van Herodotos en uiteraard de gigantische expeditie van Xerxes tegen Hellas met als hoogtepunten de bouw van de bruggen over de Hellespont, de weerstand van de Spartanen bij de Thermopylen en Xerxes' nederlaag in de zeeslag bij Salamis. Een inzicht in het globale werk van de Griekse historicus ontbrak uiteraard, maar de afzonderlijke verhalen misten hun uitwerking niet. Iets gelijkaardigs kon je vaststellen bij de lectuur van Zeer korte verhalen, een keuze van vaak exotische en bizarre kortverhalen van Herodotos die Gerard Koolschijn in 1987 bij Ambo publiceerde. Zowel Koolschijns selectie als de partiële klaslectuur illustreren de betekenis van Herodotos als de eerste grote prozaschrijver uit de Europese literatuur. De auteur heeft oog voor detail en voor de mens binnen de gebeurtenissen, die hij weergeeft in een zwierige stijl die bedrieglijk eenvoudig lijkt, maar o.m. in de meesterlijke weergave van de redevoeringen complexer wordt. Veel van de charme van Herodotos' vertelkunst heeft te maken met de voorleestraditie. Om de aandacht van zijn toehoorders gaande te houden, slaat hij dikwijls een directe toon aan, maakt hij excursies of vertelt anekdoten, waarna hij de draad van zijn verhaal weer opneemt.
Precies die anekdoten, novellistische uitweidingen, geografische en etnografische beschrijvingen roepen vragen op omtrent de historisch-wetenschappelijke waarde van zijn werk. Maar Herodotos benaderen met de moderne maatstaven van de historische kritiek zou hem onrecht aandoen. Halverwege de vijfde eeuw ondernam hij tal van reizen - van het gebied rond de Zwarte Zee tot in Egypte - met de bedoeling de bewoonde wereld te beschrijven en hij werd geboeid door de geschiedenis van die vreemde volkeren, in het bijzonder die van de Perzen. Vandaar misschien de idee het relaas van de confrontatie tussen Grieken en Perzen centraal te stellen in een werk over de Perzische Oorlogen. Daarin heeft hij dan wel al het tot dusver verzamelde materiaal verwerkt over volkeren die op een of andere manier met de Perzen werden geconfronteerd. Daarom ook vind je bv. in het eerste boek kleurrijke bladzijden over de stad Babylon en is het tweede boek integraal gewijd aan Egypte. Zijn informatie putte hij vooral uit eigen waarneming en uit mondelinge mededelingen die hij ter plaatse vergaarde en die vaak door een lange traditie waren gekleurd. Kritische verwerking was niet zijn eerste doelstelling. ‘Mijn uitgangspunt is dat ik alle, maar dan ook alle overleveringen van elk volk doorgeef zoals ze mij zijn verteld’.
En toch verdient Herodotos de eretitel ‘vader van de geschiedenis’. Hij heeft niet alleen als eerste tal van Griekse en niet-Griekse mondelinge tradities te boek gesteld, hij heeft vooral een nieuw onderzoeksdomein geopend waarin gezocht wordt naar de oorzaak van de confrontatie tussen de Griekse stadstaten en het Perzische wereldrijk. Zijn werk is (en heet) een ‘onderzoek’ (historia in het Grieks) naar oorzaken. ‘Herodotos is mijn naam, ik kom uit Halikarnassos en maak hierbij het verslag wereldkundig van het onderzoek dat ik heb verricht om de herinneringen aan het verleden levend te houden en de grootse, indrukwekkende prestaties van de Grieken en andere volkeren te vereeuwigen. Ik stel bij dit alles voornamelijk aan de orde door welke oorzaak zij met elkaar in conflict zijn gekomen’. Deze zelfbewuste proloog bevat een programmaverklaring zoals de Griekse toehoorder of lezer uit de vijfde eeuw v.C. nog nooit had gehoord of gelezen. Van Herodotos' Historiae maakte Onno Damsté in 1968 een volledige vertaling waarvan de achtste en laatste druk verscheen in 1987 in de reeks ‘De Haan klassieken’ (Unieboek). Damsté vertaalde met de vinger op de tekst. Van Dolen neemt duidelijk meer vrijheid. Voorzien van een instructieve inleiding, uitgebreid kaartmateriaal en een indrukwekkende index, is zijn nieuwe vertaling bijzonder zwierig. Zij doet het Griekse origineel alle eer aan door de heldere en eenvoudige verhaalstijl te respecteren en doet precies daardoor de brontekst volledig vergeten. Herodotos' vertelplezier en Hein van Dolens vertaalplezier resulteren hier in puur leesplezier.
[Patrick Lateur]