De liefde ter ziele
De Ierse literatuur zit in de lift. Met auteurs als Roddy Doyle, Neil Jordan en Colm Toíbín is de voorbije jaren een sterke schrijversgeneratie op de voorgrond getreden. Ook Patrick McCabe hoort daar bij en misschien groeit hij wel uit tot de belangrijkste van die generatie. De dodenklas (zie p. 25), verschenen bij uitgeverij Atlas, is een roman over verlies en verloedering in een mensenleven. Maar ook over wat blijft: menselijke kwetsbaarheid.
Patrick McCabe is een geboren verteller. En dat merk je van bij de aanhef: ‘Jongens en meisjes ik hoop dat het goed met jullie gaat. Het verhaal dat ik vanmorgen voor jullie heb gaat over twee schoolmeesters en wat hun in vroeger tijden overkomen is’. De twee schoolmeesters zijn ogenschijnlijk elkaars tegenpool. Er is vooreerst Raphael Bell, geboren in 1913. Zijn vader is een held en de kleine Raphael is er bij wanneer die door de Black and Tans in het veld wordt vermoord. De kleine Bell is een modelkind, modelstudent en later modelonderwijzer. Geen wonder dat hij de betrekking van hoofd op St. Anthony's krijgt aangeboden. Hij maakt er een modelschool van en wordt een alom gevierd en bewonderd schoolhoofd. En er is Malachy Dudgeon, geboren in 1956. Zijn vader is géén held. Integendeel, hij is voor het hele dorp voorwerp van spot, want zijn vrouw zet hem horens op. Moegetergd pleegt hij zelfmoord. Malachy Dudgeon is niet echt een uitblinker op school. Toch gaat hij naar de normaalschool en wordt onderwijzer. De achtergrond maar tevens ook protagonist van De dodenklas is het katholieke Ierland tussen de jaren '30 en '70, waarvoor dit - net zoals voor de rest van Europa - een periode van grote veranderingen was. Die turbulente tijd vormt het decor voor McCabes roman, maar bepaalt en stuurt voor een flink stuk ook het leven van de twee onderwijzers. Raphael Bell is opgegroeid tijdens de volle bloeiperiode van het triomfalistische katholicisme. Het hoofdstuk over het Eucharistisch Congres van 1932 spreekt in dat verband boekdelen. De trots als organiserend land te mogen optreden, stijgt Ierland naar het hoofd. Ook Malachy Dudgeon heeft de naglans van die periode nog meegemaakt. De zondagmorgen met het klokgelui, het kerkbezoek en het ommetje langs de kroeg, gevolgd door een feestelijk ontbijt was ‘de beste morgen van de week, verreweg de beste’. Wanneer die blije, trotse, eensgezinde wereld tijdens de
jaren '60 wankelt en onherroepelijk ten onder gaat, blijft Bell steken in een verstikkend conservatisme dat meer en meer elke voeling met de realiteit verliest. Hij begrijpt de wereld niet meer. Plots is ook het oude patriottisme, gevoed door de heldendood van zijn vader, van geen tel meer. En de oude Ierse cultuur wordt weggelachen in talkshows en quizzen. De definitieve ineenstorting komt pas goed op gang wanneer de levens van Raphael Bell en Malachy Dudgeon elkaar kruisen. Malachy krijgt een job aangeboden op St. Anthony's, maar de baan ligt hem niet: hij heeft absoluut geen gezag. Zijn job groeit uit tot een kwelling, die hem ook verwijdert van zijn vriendin Marion. En keer op keer botst hij met het starre schoolhoofd Raphael. Als een leerling verdrinkt, is de maat vol: Malachy wordt ontslagen. Het is het begin van een odyssee vol drug- en drankmisbruik. Zijn oude kameraden en ook Marion zijn intussen gesetteld. Malachy blijft zitten met zijn wraakgevoelens. Maar ook voor Raphael Bell is de verdrinkingsdood van de jongen een voortdurend terugkerend verwijt. Het ondermijnt zijn autoriteit en stijft hem hoe langer hoe meer in zijn conservatisme. Hij vecht als een Don Quichote tegen de windmolens van de veranderende samenleving. Een verloren gevecht, want de ouders zijn mondiger geworden en gaan mee het schoolbeleid bepalen. Dat alles verwijdert Raphael ook van zijn vrouw en doet hem uiteindelijk vervroegd ontslag nemen. Hij zoekt vergetelheid bij de whiskyfles. Als een zonderling sluit hij zich op in zijn huis; dat wordt zijn ‘dodenklas’ waar hij zijn lessen en moraliteiten debiteert aan de kinderen die rondspoken in zijn hoofd.
Twee levens, twee mislukkingen, twee personages vermalen door een leven dat ze niet aankunnen. Aan het einde van de rit zijn Malachy en Raphael niet zo verschillend. Allebei hebben ze hun vader verloren, allebei verliezen ze hun geliefde. Raphaels moeder is de klap van de dood van haar man nooit te boven gekomen, Malachy heeft zijn moeder na de zelfmoord van zijn vader altijd op een afstand gehouden. De parallellen tussen beide levens zijn legio. Het is de kleine Malachy die het scherpst de kern van wat er fout gaat, inziet. Op een avond ligt hij in bed en groeit bij hem het besef dat ‘Het enige wat gebeurd was, was dat de liefde was doodgegaan. Die was verdwenen en kwam niet meer terug. De liefde was ter ziele en dat was dat, of je nu hoog of laag sprong’. Maar dat besef verhindert niet dat ook hij op zijn ziel getrapt wordt.
Het leven in McCabes dodenklas is geen lolletje. De auteur vermengt op voortreffelijke wijze de persoonlijke tragedies van de personages met een haast terloopse maar pregnante schets van een veranderende samenleving. Zijn luchtige verteltrant herinnert aan de schoolmeester die
[lees verder op p. 17]