het oeuvre van Anaïs Nin in stukken te scheuren. Toen in 1993 het Dagboek 1931-1934 verscheen, leek het voor de hand liggend dat de overige delen (in de jaren '70-'80 bij Bakker in zes delen verschenen en geen van alle nog op de fondslijsten) zouden volgen. Maar neen, toen kwamen Erotica, Henry en June, Lieve vogeltjes en nu is Een spion in het huis van liefde herdrukt, het vierde boek in een reeks van vijf. De uitgeverslogica is toch de mijne niet.
Anderzijds ben ik het weer helemaal eens met de snelle heruitgave van De roofbruid van Margaret Atwood. Drie vriendinnen, wier levens in het verleden duchtig in de vernieling werden geholpen door ene Zena, treffen deze kwaadaardige dame op een dag in een restaurant. En dat terwijl ze dachten dat ze dood was. Tijd voor actie dus. Andermaal een sterk boek van Atwood, die echt geen persoonlijke hoogtepunten aan elkaar hoeft te rijgen om aan de literaire top te blijven.
Een zoon gaat in De laatste tyfoon op zoek naar zijn vader en vindt een stuk Nederlandse oorlogsidiotie. Graa Boomsma herscheef zijn debuutroman, De idioot van de geschiedenis (1986), tot dit kleinood dat een historische roman, een reisverslag én een Vatersuche wil zijn.
Camille Paglia, hoogleraar beeldende kunsten, naar eigen zeggen ‘volgelinge van De Sade en Coleridge’ en ‘voorvechtster van esthetiek en decadentie’, zet zo de deur wijd open voor controverse rond haar persoon. In Het seksuele masker overschouwt ze 20 eeuwen westerse cultuur in een poging ‘het intellect te verrijken met het gevoel en bij de lezer een breed scala van emoties op te roepen’. Bijna 800 bladzijden passionele, ‘uitzinnige sensatiejournalistiek’ (haar woorden!) met orkaankracht. Je hoeft er niet per se voor te vallen, maar het is een boek waar je niet aan voorbij kan.
Het was niet uit postmoderne overwegingen dat de samenstellers van Denkers in de ring geen filosofische coherentie zochten in de 24 polemieken van wijsgeren van Plato tot Sartre. Noch streefden ze volledigheid na in dit overzicht van 25 eeuwen. Het criterium was goede polemiek te brengen, die ontstaat uit woede, vileine ergernis en venijn. En dat gaat in tegen de rationele en afstandelijke aard die we ons graag bij denkers voorstellen. Simpelweg bedoeld om er plezier aan te beleven.
De Bokkerijders van Anton Blok kan wél aanspraak maken op de epitheta ‘volledig’ en ‘definitief’. Zijn boek over de 18de-eeuwse benden die Zuid-Limburg teisterden, kan zonder meer een standaardwerk heten. En het leest ondanks de wetenschappelijke volledigheid vrij vlot weg. Deze pocket is overigens een herziene en aangevulde druk.
Wetenschap in actie van Bruno Latour bekijkt wetenschap in het licht van haar maatschappelijk belang. Sociale context en technische inhoud zijn aldus onlosmakelijk verbonden. Het belangrijkste boek over wetenschap van de laatste 10 jaar, schreef ‘De Volkskrant’. Uitdagend is het alleszins.
Verder is de trilogie Ex-schrijver, Ex-minnaar en Exdrummer van Herman Brusselmans in één band uitgebracht. Dat moet ik Brusselmans nageven, de titel, Plotseling gebeurde er niets, omschrijft het belang van deze uitgave zeer adequaat. D.A.F. de Sades Juliette, of De voorspoed van de ondeugd, voor kort nog in twee delen verschenen, is er nu ook in één band en het nieuwste criterium om verhalen te bundelen, is dat ze Korter dan kort moeten zijn.