Boekenweetjes
Julia Tulkens is overleden. Ze zou dit jaar in oktober 93 zijn geworden. Voor een paar jaar nog schreef ze het verhaal van haar leven, De eeuw is aan het kantelen (Leuvense Schrijversaktie, 1991), in vrije verzen gesteld, over de dingen die haar bestaan vorm hebben gegeven. In 1931 debuteerde ze met Heidebloempjes, een bundeltje in de stijl van Alice Nahon. Ze maakte in die jaren naam met o.m. Ontvangenis (1936) en Vader (1938). De aardse bruid (1950) markeerde een tweede hoogtepunt in haar oeuvre, ze ontving er de Vijfjaarlijkse Prijs van de Vlaamse Provincies voor. Haar Verzamelde gedichten verschenen in 1978 bij Orion. Haar poëzie uit de periode 1936-1988 werd gebloemleesd in In u vergroeid (Leuvense Schrijversaktie, 1988).
De P.C. Hooft-prijs 1995 voor verhalend proza werd toegekend aan Albert Alberts. De jury bekroonde hem voor ‘de grote continuïteit’ in zijn werk, dat ‘een evenwicht tussen pretentie en werking’ vertoont. Tot hij in 1975 de Constantijn Huygensprijs kreeg voor zijn oeuvre, bleef Alberts relatief onbekend. Hij debuteerde in 1952 met de verhalenbundel De eilanden, werkte als bestuursambtenaar in Indië, was politiek redacteur en vertaler. Zijn fictioneel werk schreef hij aanvankelijk overwegend in opdracht. Het heeft een sterk historische inslag, lijkt bedrieglijk eenvoudig, vlot, gewoontjes. Hij schrijft echter een zeer ingetogen en suggestief proza. Bij uitgeverij Van Oorschot verschijnt dit voorjaar nog een nieuw werk van hem: De dreiging, een roman rond de gebeurtenissen die de Tweede Wereldoorlog aankondigden.
De Ier William Trevor heeft de Britse Whitbread Prize ontvangen voor Felicia's journey. Niet voor het eerst trouwens: in 1976 kreeg hij hem voor The children of Dynmouth en in 1983 voor Fools of fortune (Ongelukzoekers, 1984 bij Agathon).
Mario Vargas Llosa (zie p. 286) heeft tijdens de Jerusalem International Book Fair (van 12-17 maart) de tweejaarlijkse Jerusalem Prize ontvangen omdat zijn werk ‘bij uitstek het idee uitdrukt van de vrijheid van het individu binnen de maatschappij’.
Het Europees Poëziecentrum in Leuven heeft een nieuwe voorzitter. Jet de Coster zal Eugène van Itterbeek opvolgen. Een nieuwe start en meteen ook een welgevuld programma voor 1995: men is begonnen met de informatisering van de bibliotheek o.m. met het doel voor ogen om ze tot uitleenbibliotheek om te vormen; het tijdschrift ‘Letters’ wordt vormelijk en inhoudelijk bijgestuurd en er zijn voor dit jaar een aantal evenementen gepland. Hoogtepunt is het 17de Europees Poëziefestival, van 1 tot 3 december in Leuven, met als thema ‘Pastorale of de mythe van het dorp’. Verder wordt op 22 april de 80-jarige schrijver Erik van Ruysbeek gehuldigd; het Poëziecentrum publiceert voor die gelegenheid zijn verzameld werk en een essay over de dichter Van Ruysbeek. In mei wordt o.m. in samenwerking met het Cultureel Centrum A. Spinoy en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst het project ‘Tijd-Genoten’ gelanceerd, rond het thema ‘ouder worden’. In oktober wordt er meegewerkt aan het poëziefestival in Roemenië over ‘Traditie en moderniteit’.