folio 28
1686 en 1688
In 't iaar 1686 is syn Hooghw. Heer Bisschop van Castorien, met syne byhebbende heeren met veel minsaamheyt eenige dagen weder aen ons klooster geweest en ook met veel beleeftheyt soo van de oversten als susters ontfangen. En heeft een besonder werk gemaakt van ider suster in 't siekenhuys alleen te spreeken, dat tot een besonder genoegen en voldoeningh van wedersyde is geweest, te meer om de voorgaande gepasseerde onlusten die daar geweest waren. So heeft syn Hooghwde Heer in de presentie van verscheyden eedele heeren, die hier by zyn Hooghwde aen tafel waren, met veel genegentheyt geseyt, dat hy verblydt was hier soo een geregelt en ordentelyk klooster vondt. En is met veel genoegen van ons vertrocken om syn resterende visitatie te doen. En omtrent ses weecken daar na in syn getrouwe arbeyt in den wyngaart des Heere tot Swol overleden op den 6 junii, en is in 't klooster op de Glaan begraaven.
In dit iaar 1688 heeft Sr Teresia Ouderkerk om haar siekelykheyt haar officie van ondermater niet meer kunnende bedienen en d'Eerw. Heer Petrus Codde als visiteerder verselt met de heer Lindeborn hier wesende soo is in haar plaets tot ondermater verkoren Sr Agatha Eva de Jager.
Den 5 iunii 1688 heeft het convent aengenomen en gekoft van de stad den binnenwegh langhs de stadtsmuur, als mede de muur en buytenwal en de grafte, soo te weeten de binnengraft en buytengraft en pootsteede. De wal is aengekoft voor 2256 gulden. En in 't selve iaar is de wal geslight, soodat alle onkosten soo van het slighten der wal, graft, als andersints heeft te samen belopen aen gelt wel 3160 gulden.