Het kronings ABC
(1898)–Anoniem Het kronings ABC–
Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
 Cc
een CANTATE,
een zangstuk met koren
Wordt blij door Jong Neerland
deez' feestdag gewijd.
Dd
is de DRIEKLEUR,
die nooit ging verloren.
't Kleinood onzer vad'ren
in dagen van strijd.
Ee
dat is EMMA
Een Moeder wier leven,
Wier lust is te waken
voor 't Koninklijk Kind.
| |
[pagina 3]
| |
 Ff
zijn de FEESTEN
ter Eere gegeven
Van Neêrlands Vorstinnen,
zoo teeder bemind.
Gg
is het GELD,
waar ze huizen voor bouwen,
Waar men de kunst
en den arbeid meê loont.
| |
[pagina 4]
| |
 Hh
is DEN HAAG waar
't Paleis is te aanschouwen,
Door onze Vorstinnen
des winters bewoond.
Ii
wijst ons heden op
't ILLUMINEEREN,
Dat hoort bij een
Kroonfeest zoo
dankbaar gevierd.
| |
[pagina 5]
| |
 Jj
is het kroonJAAR
van Haar die wij eeren,
En wie thans de RijksrooN
de lokken versiert.
Kk
wijst op KROON
en op scepter die 't melden:
Hoe immer Oranje
ons dier bleef gewijd.
Ll
is ons LEGER,
dat roemt op zijn helden
En trotsch is op 't vaandel,
zijn gids in den strijd.
| |
[pagina 6]
| |
 Mm
is de MAAGD
en de schuts dezer Landen,
Nederlands Maagd
met den Leeuw aan haar zij'.
Nn
is ons NEÊRLAND
begrensd door zijn stranden -
Der zee eens ontwoekerd,
gelukkig en vrij.
| |
[pagina 7]
| |
 Oo
is 't ORANJE
waarmeê we steeds pralen
't Oranje dat
thans onze borst weêr versiert.
Pp
is 't PALEIS op den Dam met zijn zalen,
Ook daar wordt de Kroning
thans plechtig gevierd.
| |
[pagina 8]
| |
 Qq
noemt ons QUADRILLE,
een dans zoo vol gratie,
Door allen op 't Hofbal
eenparig geroemd;
Rr
is 't RIJTUIG,
De Hofkoets of Statie
Haar vadren gedragen
en ook praalkoets genoemd.
| |
[pagina 9]
| |
 Ss
is SOESTDIJK
met zijn bloemen en varen,
Een Lustoord dat
onze Vorstinnen behoort.
Tt
is de TROON
Haar geboden;
sinds jaren,
Gelukkig door rampen
noch onspoed verstood.
| |
[pagina 10]
| |
 Uu
is het UUR.
't Heeft zoo plechtig geslagen,
Toen WILHELMINA
gekroond werd begroet;
Vv
is Haar VADER,
die oud werd van dagen,
Goed was Zijn hart
en onkreukbaar Zijn moed.
| |
[pagina 11]
| |
 Ww
WILHELMINA,
eens Neêrlands Prinsesje,
Nu onze Vorstin
tot regeeren bereid.
Xx
EXERCEEREN.
Hier krijt men een lesje,
Of is 't een Parade
den feestdag gewijd?
| |
[pagina 12]
| |
 Ij ij
is het IJ
met zijn zeilers en vloten.
De bron van den Handel
van Welvaart de Tolk.
Zz
is de ZWIJGER
wien 't nooit heeft verdroten
Te Off'ren Zijn goed
en Zijn bloed voor zijn Volk.
|
|
