| |
| |
| |
Korten inhoud van het spel, vertoondt onder de naam van De vrede hersteld.
Eerste bedryf.
HEt Tooneel, op de Voorgrond, verbeeld een Lustplaats beslooten met Rotzen, en alzo bevryd voor de Zee, welke daar achter bruischt, en eindelyk gezien werd; deze Zee vertoond zich aan alle kanten bezet met Rotzen, en eindigd in een vermaakelyk gezigt.
Op deze Voorgrond staat den Oceaan, om hem, ziet men zyne kinderen de Hoofdrivieren, welke van hem prachtig zyn onthaald; een ieder der zelve is kennelyk uit de byzondere toestel.
In de Zee vertoonen zich Arion, zingende, op een Dolphyn;
Neptunus, op zyn waagen; |
Venus, en Thetis; |
Nimphjes; |
en Tritons; |
En boven de zelve zweevende Windjes; alle na den eisch versierd, en alzo bekend. Voor, en onder het openen van het Tooneel, is een nieuw, en ongewoon Muzyk, verbeeldende een Zeegeruisch, en
| |
| |
gespeel op Hoorns, en Zee Instrumenten; waar na een Dans volgd van vier Kinders, verwanten van Oceaan. Op het wenken van Oceaan vertrekken deze, en sluit de Voorgrond weder met Rotzen, blyvende alzo de Hoofdrivieren in vryheid met hunnen Vader, welke zich beklaagd over hunne koelheid, en hen tot meerder liefde ernstig aanmaand, doch vruchteloos. Ook daald de Faam, en brengt bericht dat het Oorlog reeds alomme woed, en de Vreede geweeken is.
Na dat Oceaan andermaal gepoogd heeft zyne kinderen te verzoenen, ziet hy de Nyd, en andere gruuwelen, door het Aardryk breeken, en vertrekt; de Rivieren blyven, en zien, mee vermaak, deze monsters een Ballet danssen.
| |
Tweede bedryf.
HEt Tooneel, op de Voorgrond, verbeeld een Bosch; in het zelve zingt een vrolyke Herderinne, en danssen vier kleine Herders, alle verheugd, en noch niets weetende van het Oorlog; onder deze vreugde komt de Vader van deze jongelingen, kennis geevende van het gevaar; waar op de Dans veranderd, en zy alle vlugten. Hier op hoord men Krygsinstrumenten en geruchten van Oorlog; waar na zich Oorlog, Wreedheid, Geweld, en List, vertoonen; alle kennelyk uit de kleeding, en toestel: deze roemen op de bedreevene gruuwelen, dreigende ysselyker noch te woeden; en op dat hier niemand aan mogt twyffelen, zo doed Wreedheid, met Geweld, in een Vertooning, onder het speelen, zien, hoe de Benden zich kwyten
| |
| |
in het woeden: ook belooven zy nieuwe gruuwelen uit te vinden; waar op noch een tweene Verschietdoek opgaat, en een brandende Stad vertoond word; waar na aanstonds een Ballet van vier Granadiers volgt, welke met handgranaaten werpen, en een einde maaken van het tweede Bedryf.
| |
Darde bedryf.
HEt Tooneel, op de Voorgrond, verbeeld een Bosch, en sluit met een Boschdoek, welke Boschdoek onder het speelen opgaat, en werd alzo vertoond de vlugt van de Rivieren Oceaan vertoond zich in het midden van eenige Nimphen, welke hem noch zyn bygebleeven; eene der zelve zingt, de andere beklaagen zich ook, en willen hem verlaaten; doch zy werden getroost door zyne redenen, en door de komste van Voorzichtigheid, welke last heeft de Vrede weder op te zoeken. Oceaan zend insgelyks Booden uit, met bedreiginge, en beveeld de Tritons te toonen hoe zy op dyken, en dammen zullen stormen, indien iemand zyn bevel niet mogt gehoorzaamen: hier op volgt een Ballet van vier Tritons; welke Dans, en daar op volgend nieuw Muzyk, een ongestuime Zee verbeelden.
| |
Vierde bedryf.
HEt Tooneel vertoond een Landschap met Tenten, in het zelve verschynen Oorlog, Wreedheid, Geweld, en List; deze, hebbende gehoord dat de Vrede, op bevel van Wysheid, door Voorzichtigheid; en op last van Oceaan, door zyn
| |
| |
Nimphen opgezocht werd; beraadflaagen om de Vrede te hinderen, en de Booden door Geweld te keeren; doch vinden alle aanslaagen vruchteloos, dewyl de Vredetempel opengaat, en een Vredeboode danssende uit de zelve naderd; ook valt een vrolyke vuurreegen. Hier na volgt een Ballet, in het welke Geweld de Vredebooden vruchteloos tracht te hinderen.
| |
Vyfde bedryf.
HEt Tooneel verbeeld alomme Rotzen; op het zelve doed Oceaan, wederom verzeld van zyne kinderen, en Nymphen, aan de Vrede offeren; daar op twee Vredebooden komen, en, danssende, palm strooijen; waar na de Hemel daald, onder zang, en de Vrede, uit de zelve treedende, zend de Hemel opwaards, werdende van haar gevolg, Voorzichtigheid, Hoop, Overvloed, en andere gezien; zy beloofd Oceaan alle zegeningen, en de Hoop krygt last de vruchten der Vrede te vertoonen in een gezigt. Oceaan, de Vrede bedankt hebbende, beveeld de Tritons, en zyn verder gevolg, alle vreugde te betoonen. Waar na een nieuw Muzyk gehoord word, schynende een vrolyke Zeegespeel op hoornen en andere instrumenten. Daar na doed de Hoop, op een Tooneel, verbeeldende een vermaakelyk Landschap, in een Vertooning zien, hoe Oorlog, Wreedheid, en deszelfs gevolg verjaagd werden, en in het tegendeel die voor deze Monsters gevlugt waaren, wederkeeren: ook doed zy zien die Heeren, welke de Wysheid gebruikt heeft tot herstelling der Vrede; alle het welke met een dans van Arion, en een groot Ballet werd beslooten.
|
|