1139 |
item Gerardus et JohannesGa naar voetnoot1) fratres filii Ottonis de Elten dicti Haermaker de minori. |
|
-
voetnootb)
- 44 cm. lang; 19-20 cm. breed. Vel 13 is aan vel 12 verbonden door middel van een doorgeregen strookje perkament, waarop in hand XXXVI geschreven staat:
1085 A Bertold die Smid heft overghegheven erflic ende ewelic dat vorss. guet ende die vo (tekst breekt af).
-
voetnootc)
- Hand van vermoedelijk Johannes ter Hurnen (II) scriptor civitatis Dauentriensis (zie blz. 23).
-
voetnoot2)
- Schepen in de jaren 1385-'91, nog vermeld in 1393 (DUMB., I, 73; VAN DOORNINCK, Gasth., nr. 97; C.R.D., VII, 390).
-
voetnoot1)
- Nog vermeld in 1376, als geldschieter aan de stad (C.R.D., IV, 311).
-
voetnoot2)
- Overleden in de jaren 1367-'69 (C.R.D., III [2], 16, 207).
-
voetnoot3)
- Schepen in de jaren 1369-'83 (DUMB., I, 72-73).
-
voetnoot4)
- Nog vermeld in 1377 (C.R.D., V, 85), vermeld in 1369 als eigenaar van een goed gelegen onder Olst (VAN DOORNINCK, Gasth., nr. 1880).
-
voetnoot6)
-
Feria secunda post B.P.M. 1369 = 15 januari.
-
voetnootb)
- Kennelijk een verschrijving voor Vpwoelden, cf. klapper.
-
voetnoot7)
- In 1377 vermeld als bezitter van een jaarrente, in 1385 als leenman van heer Wolter van Voorst (VAN DOORNINCK, Gasth., nrs. 58 en 76), als eigenaar van zeker goed gelegen te Mastebroek vermeld in de jaren 1389-'97 (VAN DOORNINCK, Gasth., nrs. 88, 115, 116 en 125). N.B. Met het hier vermelde toponiem Mastebroek moet hetzelfde gebied worden bedoeld als in het jaar 1381 (Cf. reg. 1179). Toen werd met zoveel woorden gezegd dat dit Mastebroek deel uitmaakte van het kerspel Swolle. De stukken uit 1389-'97 geven echter de indruk dat dit Mastebroek aan de overzijde lag van de stadsgracht van Deventer. Deze gildebroeder staat tevens vermeld in 1392, wanneer hem de 255 Ib. 6 s. worden terugbetaald die hij de stad had geleend om de Brink te bestraten (C.R.D., VII, 305).
-
voetnoot1)
- Leende in 1367 geld aan de stad en verving in 1384 zijn houten huis door een stenen woning (C.R.D., III, 2, 18; ID., VI, 194), wordt in 1395 genoemd als bezitter van negen jaarrenten, nog vermeld in 1396 (VAN DOORNINCK, Gasth., nrs. 118 en 123).
-
voetnoot2)
- Schepen in de jaren 1357..'72 (DUMB., I, 71-72).
-
voetnoot4)
- Nog vermeld in 1390 (C.R.D., VII, 174).
-
voetnoot5)
- Als Johannes ter Hurnen onser stad scriver nog vermeld in 1381 (C.R.D., V, 382).
-
voetnoot6)
- Nog vermeld in 1384, wanneer hij zijn houten huis door een stenen woning vervangt (C.R.D., VI, 195).
-
voetnoot7)
- Schepen in de jaren 1397-1431 (DUMB., I, 74-75).
-
voetnoot8)
- Schepen in de jaren 1384-1436 (DUMB., I, 73; ACQUOY, 30-32).
-
voetnoot9)
- Een Johan die Backer wordt nog vermeld in 1373 (C.RD., IV, 77).
-
voetnoot10)
- Schepen in de jaren 1397-1432 (DUMB., I, 74-75).
-
voetnoot1)
- Een Wilhelmus de Vreden werd in 1378 rector van de kapittelschool van St. Lebuinus (DUMB., I, 306).
-
voetnoot3)
- Bezat in 1350 grond in platea Episcopi, wordt nog vermeld in 1371 (DUMB., I, 438; C.R.D., III[2], 371).
-
voetnoot4)
- Nog vermeld in 1393 (C.R.D., VII, 294).
-
voetnoot1)
- Een Johan Haermaker wordt vermeld in de jaren 1368-'72, een Johan van Elten was viskoper in 1373 (C.R.D., III[2], 108, 440; ID., IV, 45).
|