De koopmansgilderol van Deventer 1249-1387

Vel 7^b)

1344

825	Anno^c) Domini M^oCCC^oXLIIII^o, feria tercia post Conversionem Pauli^1),
826 solverunt	Obertus Sticker de maiori, Ghelmarus Reyneri fideiussor, Wilhelmus, Gerardus^d), Johannes
827	et Obertus eius filii;
828	Henricus Munme^e) de Keken^2) de maiori, Hertwicus tor Willichen fideiussor;
829 solvit	Ludekinus filius Ghelmari Reyneri de minori^f);
830^g)	item Ger[ardus]^h) filius Abelini
831	Reyneri de minori, Gh...^i) fideiussor;
832 solvit	Wenemarus filius Egidii de minori, Odo^j) Reyneri fideiussor;
833 solvit	Andreas filius Johannis Vriherte de minori^k);

b) 26,5 cm. lang; 17,5-21 cm. breed.

c) Hs.: Amo.

1) Feria tercia post C.P. 1344 = 27 jan.

d) Hs.: Ger².

e) Verschrijving voor Mumme.

2) Schepen in de jaren 1331-'58 (DUMB., I, 70-71; ACQUOY, 26).

f) Zie noot j.

g) De regels 830 en 831 in dezelfde hand later toegevoegd, en neergeschreven rechts van reg. 829.

h) Hs.: G², uitgewerkt door middel van vergelijking met reg. 862.

i) Hs.: G̅h̅, vermoedelijk wordt hiermede bedoeld Ghelmarus Reyneri, evenals Abelinus Reyneri een zoon van dominus Odo (cf. klapper), zie ook reg. 829.

j) Deze naam door lijnen verbonden met zowel reg. 829 als met de voorafgaande woorden uit reg. 832 als met reg. 833.

k) Zie voorafgaande noot.

[p. 148]

834 solvit	Johannes^1) filius Gerardi Vrancken de minori, Euerardus^a) Vrancke^b) fideiussor;
835 solverunt	Jacobus, Johannes, Ghysebertus filii Ghyseberti Baltinc de minori, Ghysebertus Blancke fideiussor;
836 solvit	Jacobus filius Hertwici tor Willichen de minori, pater fideiussor;
837 solvit	Arnoldus^2) filius Ger[ardi]^c) Pundes de minori, pater fideiussor;
838 solvit	Albertus filius Johannis Stapel de minori, Henricus Stapincghen fideiussor;
839 solvit	Theodericus filius Gerardi^d) vp Engestraten de minori, pater fideiussor;
840 solvit	Henricus filius Pelegrini de minori, Hillebrandus fideiussor;
841 solvit	Ghelmarus filius^e) Rodolphi Thyoneman de minori, pater fideiussor;
842 solvit	Woolbertus filius Roberti de Zutphen de minori, pater fideiussor;
843 solvit	Ghelmarus filius Rodolphi Bolemanni de minori, Wolbertus Wilhelmi fideiussor;
844	Lambertus filius Henrici de Dypenem de maiori, Reynerus Reyneri fideiussor;
845 solvit	Hermannus filius Hermanni toer Ynden de minori, pater fideiussor;
846 solvit	Gosswinus filius Engelberti Lubbekini de minori, pater fideiussor;
847	Ludekinus filius Ludekini^f);
848	Hermannus et Johannes filii Gosswini de Apeldoren de minori, Henricus de Apeldoren fideiussor^g);

1) In 1358 pastoor van Deventer (DUMB., I, 355).

a) Hs.: Euer².

b) Voorafgaande aan de naam Vrancke het (doorgekraste) woord filius.

2) Schepen in de jaren 1368-'69 (DUMB., I, 72), nog vermeld in 1370 (C.R.D., III [2], 268).

c) Hs.: G², uitgewerkt door middel van vergelijking met klapper.

d) Hs.: Ger².

e) Na filius van een daarop volgende naam de beginletters Th, welke letters zijn doorgekrast.

f) Regels 847 en 848 geheel doorgekrast.

g) Zie voorafgaande noot.

[p. 149]

849 solverunt	Gosswinus et Johannes^a) filii^b) domini Johannis de^c) Apeldoren canonici Dauentriensis^d) de minori, Henricus de Apeldoren fideiussor;
850 solvit	Johannes filius Ghenekini Gheneken de minori, pater fideiussor;
851 solverunt	Arnoldus et Jacobus filii Arnoldi Woesteland de minori, pater fideiussor;
852 solvit	Nycolaus^e) filius Thome Creppickens de minori, pater fideiussor;
853 solvit	Thomas filius Gosswini dictus Recken de minori, pater fideiussor;
854 solvit	Arnoldus^1) filius Wolberti vpper Heyst de minori.

a) De woorden et Johannes in dezelfde hand bovengeschreven.

b) Oorspronkelijk filius, het tweede been van de letter u alsmede de s werden vervolgens geradeerd.

c) Hs.: dē, vermoedelijk een verschrijving.

d) Hs.: Dauen̅, cf. reg. 1164.

e) Hs.: Nycolau⁹.

1) Schepen in de jaren 1372-'93 (DUMB., I, 72-74), een stuk uit 1398 deelt mede dat hij ooit bezitter is geweest van een viertal jaarrenten (VAN DOORNINCK, Gasth., nr. 129a).