Het tweede deel van de koddige olipodrigo
(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
Door uwe goede gunst,
En heerelijke kunst,
Die eeuwiglijk zal leeven.
2.[regelnummer]
Gy prijst mijn veel te hoog,
Doch schijn ik, in u oog,
Zoo konstigrijk te leeven;
Zo bid ik, wilt die eer,
Die ik toch niet begeer,
Vry aan een ander geeven.
3.[regelnummer]
Neen, Pronk - beeld van Jupijn,
Uw' konsten zijn niet klein,
Die gy doet met de Verve;
'k Loof waarlijk dat gy zint
Het alderwijste Kindt
Van de Goddin Minerve.
I.v.D.
|
|