Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Toon: Wat hebt ghy Pluto, &c. KLorinde in den dageraat Aan d' Amstel kant haar geest verlusten, Terwijl Philander by haar gaat, Die 't bloozen van haar kaken kusten, Op 't lonken van haar lief gezicht, En 't flikk'ren van het morgen licht. 2.[regelnummer] Haar blaakend' oogjes, vol van vier, Drongen Philander zoo in 't herte; O waarde! zeid' hy ik moet hier U openen mijn minne - smerte; Want, ach! mijn Ziel, ik sterf van gloet, Zoo nu mijn min niet word geboet. [pagina 19] [p. 19] 3.[regelnummer] Zy ziende zijn oprechte min, Haar bloed en ad'ren meê ontfonkten. Hy speurde aan zijn Engelin, Hoe lodderig haar oogjes lonkten. Van Minne - flaut zy needer zeeg, Philander haar de borst ontreeg. 4.[regelnummer] Hy sprengde, met een vloed van min, Haar kaakjens met veel duizend kusjes, En stikte, met zijn Harderin, In Cypris aangenaamste lusjes; En kreeg, voor zulken dienst, tot loon, De hoogste weeld' van Venus troon. Ruelles. Vorige Volgende