Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Stemme: O Kars - nacht, &c. O Waarde maagt! gy deed' mijn klaagen, Zoo haast als wy het lonken zaagen Van uw heel Goddelijk gezicht; Uw' blinkent oog, en roode kaaken, Die wel een Minnaar vreugdig maaken, Die hebben mijn veel smart gesticht. 2.[regelnummer] Nu gy zijt weyg'rig mijn te hooren, En hebt een ander uit - verkooren, Die naar uw smeeken niet en hoort; Nu gy mijn bidden gaat versmaaden, En volgt Philanders snelle paaden, Die staadig vlucht uw vleyent woordt. 3.[regelnummer] Noyt vluchten Dafne zoo verbolgen, Noyt was Apol zoo snel in 't volgen; [pagina 10] [p. 10] Als ik uw wensch, en gy mijn vliedt; Gy zucht om die voor uw gaat vluchten, En vlucht voor die, die staags moet zuchten; Als hy zijn waarde Nimf niet ziet. 4.[regelnummer] Zoo volgt den Leeuw met open kaaken De wolven, die weêr staadig haaken, En wenschen naa 't geruste lam; Laat hem, die voor u vlucht, eens loopen, Wat kond gy schoone van die hoopen, Die voor nw reên de vlucht strax nam? 5.[regelnummer] Ey! wilt uw herwaarts naa mijn keeren, Uw' trouwe dienaar zal u zweeren In eeuwigheid getrouw te zijn: Uw' lieve Minnaar zal staags trachten Uw' beeltenis in zijn gedachten Te vesten; schoone keert naa mijn. B.v.B. Vorige Volgende