Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Wan-hoop. Toon: Wel Ian wat Drommel, &c. VErsteende en wrede Minnares, Verharde Moorderes, Mijn droeve Ziels-voogdes, Beweegt tot mededoogen, Neemt eens proef van mijn pijn en smert, Haalt tot tuig tranen uit mijn oogen, 'K wed u hert, 'k wedt uw hert Bewogen werdt. 2.[regelnummer] Ziet u gebooge Slaaf geknielt, Welk leeft gelijk ontzielt. Ha! kleine Minne-fielt [pagina 188] [p. 188] Wat werken niet uw schichjes, Heeft u pijl gantsch mijn hart versmacht? Neen, het zijn Leonoraas lichjes, Die mijn macht, die mijn macht Houden verkracht. 3.[regelnummer] Ay zie, mijn laatst beklemde zucht Doorboort zelfs aarde en lucht, En kan die noch geen vrucht Of meêly in u wekke? 't Boomloof drupt op mijn zucht vast af; Dus laat u tot meêdogen rekke, En laat af, en laat af Mijn straffe straf. 4.[regelnummer] Geen ding ter Werelt is zo hart Dat niet gedwee en wart, Schoon 't staal en yzer tart, [pagina 189] [p. 189] Of't laat zich noch beweege. Is u hart Diamantig hart? 'k Zal 't door-kneen met dees zilte reege, Of mijn leet, of mijn leet Is stervens reed'. D. Questiers. Vorige Volgende