Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] De Spaansche soldaat. Voys: En fin me voicy de retour, &c. TEn laatsten kom ik noch eens t' huis; En breng met my ('t is ver van rijkdom) munt noch kruis; Maar wee een Vloy, een Neet, een Luis. 'k Heb, zonder jokken, Voor 't Spaansche Gout een lijf vol Spaansche pokken; Ik heb het al Wat een Soldaat uit het Leger brengen zal. 2.[regelnummer] Ik weet hoe dat men Boeren plaagt, En Moêr en Kind door 't zwaart, of door de vlammen jaagt, [pagina 110] [p. 110] Ik weet waar van de Dochter klaagt, En hoe de Wijnen, En Spek, en Vleesch voor niet ten disch verschijnen; Ik weet het al Wat een Soldaat oit wist ofte weten zal. 3.[regelnummer] Maar 'k weet van Beevaart, Mis, noch Biegt; Doch wel hoe datmen speelt, en duivelt, springt, en liegt, Zich zelfs en alleman bedriegt; Van mijn goê werken En Preekt' men op geen Stoelen in de Kerken: Ik was Soldaat, En keer in tijds eer het flus eens word te laat. Tempera te tempori. Vorige Volgende