Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] Graf-schrift, voor een dronken Waart. HIer leit de man, die staag reip; tappen, tappen, En altijt bly de kannen hoorde klappen. Men ley in 't Graf een vat met 't beste bier, En Brandewijn, toebak, een test met vier, Om dat hy alde Geesten, die met hoopen, Als lagenoots, met hem heur gat vol zopen, Eens schenken zou, om de langen tijdt Te brengen deur; noch zwelgt hy, 't spijt wie 't spijt. Hy zal, wanneer 't vat uit is, weder klappen. Wie dat dan komt op deze zark te stappen, Verschrik niet, zoo hy heesch schreeuwt uit de borst; Maar haalt straks Bier, voldoet de Man zijn dorst. Want anders, zo hy quam op nieuw te sterven, Hy zou gewis den Hemel niet verwerven. J.D. Vorige Volgende