Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Lof der Roos. O Aangename Blom, gy doet ons door uw geur Het hart verquikken; zoo dat gene van de Bloemen, Op ver na in waardy, by u niet mogen roemen, Zoo om u zoete reuk, als aangenaam koleur. De Tulp, en Angelier, zal licht hier tegen zeggen, Dat zonder onderscheit 'k u stelle boven all', Wijl zy zoo zoet en schoon zijn als de Roos van stal; Doch Roosje ik prijs u, uw waard' moet boven leggen. Besluit. JA spreekt hier van gebloemt, men lacht u uit een poos, Ten wil met mijn niet gaan; want altijdt moet ik missen, Dies kan men hier uit licht mijn eigen tijtel gissen, Dat 's onder het gebloemt, een rechte Tijteloos. Maria Massa. Vorige Volgende