Het tweede deel van de koddige olipodrigo(1654)–Anoniem De koddige olipodrigo– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Rekening zonder Waard. Toon: Fytje Floris. RYkkert die zijn Afgod maakte Van Toebak en Brandewijn, En wat in een kroeg mach zijn, 't Beurde hy eens facit maakte, Of hy 't wel zou houwen staan Altijd zo grof aan te gaan. 2.[regelnummer] Maar, mids hy 't niet wel kon gissen, Ging hy by een Tover-kol, Die zei: Dat s' et zagen wol, Das ihr tzonder nicht solt missen; Aber ausz dem henden zehen Was vorubel ihr zolt g'schehen. [pagina 25] [p. 25] 3.[regelnummer] Rijkkert was zeer wel te vreden, Docht, dit Wijf heeft goed verstand; Toonden strak sijn rechterhand; Toen zei Rijkkert, zeg my heden Al de jaren in getal Die ik noch beleven zal. 4.[regelnummer] Dreytsehen monden zolt ihr leben (Sprak de Hex) und vorner nicht, Was ihr thun wolt das verricht; Wol Dem Herr sein schatz ausz geben, Rijcchert thu was ihm gevalt. Dreytsehen monden bist ihr kalt. 5.[regelnummer] Rijkkert zey, zal ik dan sterven? En mijn goed'ren zijn heel groot; Zusters, Broeders zijn al dood; Zou dan Neef en Nicht die erven? [pagina 26] [p. 26] Neen, ba holla, 'k ben daar veur, 'k Brengze liever zelver deur. 6.[regelnummer] Rijkkert stelden 't op een smeeren; Huizen, Landen raakt gy quijt: Kijk hoe hy 't heeft aan geleit, Hy heeft alles gaan verteeren; Noch leeft hy, en niet een beet Heeft hy, als een kale neet. H.Z. Vorige Volgende