Den koddigen opdisser. Deel 1(1678)–Anoniem Koddigen opdisser, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Juffrouw N.N. klagende over het wegh-blijven van haar Serviteur. Stem: Ach Belinde. ACh kend gy mijn soo verlaten, Daar icku soo heb bemind; Komt by my een weynigh praten, Ey ghy lieve Venus Kindt: Denckt gy niet meer om de nachten Als wy lagen mond aan mond, En met vreuchden over brachten, 'K verwacht u van stond tot stond. Op een slapende Juffr. DIt Juffertjen dat slaapt en weet nu nieuwers af; Dat sy een jonge quant had leggen aan haar sy, Die haar de vaack verdreef, ick wed sy was soo bly, Dat sy aan hem terstond haar maaghde-blom wegh gaf. Vorige Volgende