Niet en heeft,, schoons'er vry wat meer voor geeft.
Holla! best ist dat ik swygh,
Dat in 't vat blijft sal niet suuren,
Of ick schoon geen Koopluy krijgh,
Goede waar die kan wel duuren;
Roep ick (koop wat) dat ick hijgh,
Staanse gapen, soo wanschapen, ja als apen
Niemand spreeckt,, daar het yder aan ontbreeckt.
Hoor Speelnootje, wilje mijn
Niet gelooven, gaat het vragen;
Is mijn waar niet soo als sijn,
'T salder u voor niet in dragen,
't Is soo delicaat een wyn;
Sulck een wijntje, daar van Trijntje, kreegh een kijntje;
Dat de Bruyt,, 's Nachts sal laden in'er schuyt.
Veneris, fic, sic, juvat ire per astra.