Het klooster ten Walle en de abdij van den Groenen Briel

[1557-1596]

184.
1557 augusti 30.

- Denys Lanchals, f. j^r. Pieters, draagt over, voor Schepenen van de Keure, aan vrouw Katelijne Lanchals, abdis, 22 sc. gr. erfelijke onlosbare rente, voortspruitende uit de successie zijner

[p. 237]

moeder - (zie de charters van 6 juli 1498 en 12 mei 1501). - Deze overdracht bedraagt de som van 22 ponden grooten.

Dit was ghedaen den XXX^en in Ougste XV^e zeven ende vyftich. Int scependom mer Jan de Vos, ruddere, dher Joos Donaes ende hueren ghezellen.

Gecoll. afschrift (LXXXIII), geteekend: Beydens, uit het Schepenregister, f^o 62.

185.
1560, april 3.

- Meester Jacob Croesins, kanunnik van St-Pharaïlde, geeft aan Katelyne Lanchals, abdis, Katelijne van den Ghavere, priorin, en Willemine de Pau, onderpriorin, zeker huis, stede en toebehooren, twelcke hij onlancx nieuwe ghemetst heeft, up de erfve van den voorseiden cloostere, op de navolgende voorwaarden: 1^o, Jaarlijksche rente van 6 sc. gr., bezet op dit huis, ten behoeve der armen van de tijkwevers; 2^o, Gebruik van het huis door Jacob, en na hem door zijne zuster Margriete of een ander persoon; 3^o, Vrij sepulture met zerk in het choor; 4^o Uitvaart, jaargetijden, uitdeelingen van turf en brood.

De abdis is ghehauden haeren convente te ghevene ten reeftere voor een pitancie thien scellinghen grooten, telcken daghe van jaerghetijde, omme hemlieden daermede te vermaeckene.

De genoemde voorwaarden zullen in de ‘matrologie’ van 't klooster ingeschreven worden.

Dit was ghedaen den derden Aprilis XV^e neghenen

[p. 238]

vijftich voor Paeschen, in tschependom dher Adriaen Triest, dher Arendt van Grijspeere ende hueren ghezellen.

Gecoll. afschrift (LXXXIV), geteekend: Prijsbier. - Schepen. register f^o 149.
Op den rug van dit stuk: de abdis neemt aan de gift van Jacob Croesins, met de voorwaarden, hoewel hij belooft hadde die in eeneghe poincten te modereren. - Present myne heer meester Philips van Steelandt, raedt commissaris, etc. voor thuus van den abt van Dronghene. Desen XXVII^en van Maerte XV^e vijf en tsestich voor Paesschen. My present (get.): Beveren.

186.
1561, maart 7.

- Zaak hangende voor het Hof van Vlaanderen tusschen Andries van der Eist, pachter van het klooster te Erembodeghem, eischer, tegen Baljuw, Meyer en Schepenen dier parochie, mitsgaders de ingezetenen van Welle, Oerdeghem en Halsene, verweerders. - De inwoners dezer vier dorpen werden, in 1554, gedwongen een wagen met vier paarden te leveren, ten dienste van den keizer. Volgens de verweerders moest van der Elst hiervan de last dragen, aangezien van ouden lijd de pachters van dit goed gehouden zijn, een wagen met vier paarden te zenden in naam van de geheele meyerij en de vier parochien, wanneer eene algemeene uitzending van wagenen beschreven wordt; zekere pachter Wouter Heyman, die dit geweigerd had, werd hiertoe gedwongen bij vonnis van Schepenen der Keure te Gent, 21 april 1436. - De eischer antwoordt hierop, dat een transport van 1517 die ongelijkheden teniet heeft gedaan, en hij voor zijn deel slechts gehouden is te handelen als eenieder. Het Hof beslist in den zin van den eischer.

[p. 239]

Ghegheven te Ghendt den zevensten in Maerte XV^e tzestich.

Oorspr. gemerkt n^o 100. Zegel van de Kamer in rood was, afhangend aan dubb. staart. Geteekend op de plooi: Bevere.

187.
1561, maart 7. - Het Hof van Vlaanderen verwerpt het verzoek van provisie, gedaan door den Baljuw, enz., in dezelfde zaak.

Ghegheven te Ghendt den zevensten in Maerte XV^e tzestich.

Oorspr. met zegel (geschonden) in rood was, afhangend aan dubb. st., geteekend op de plooi: Bevere.

188.
1562, april 27. - Schepenen van beide banken der stad Gent, verkoopen aan jonkvrouw Katelijne de Landas, weduwe van Caron Destreille, eene losbare rente van twee ponden grooten 's jaars, aan den penning XVI, voor de som van 32 ponden, vlaamsche munt.

Ghendt, up den sevenentwintichsten Aprilis XV^e tweentsestich.

Gecoll. afschrift, geteekend: Joan. Ferd. Tulck nots. 1741. Deze rente behoorde in dit jaar aan het klooster.

189.
1562, april 27. - Schepenen van beide banken der stad Gent, verkoopen aan jonkvrouw Genefieve de Landas, weduwe van Jan des Cordes, woonachtig te Doornik, eene losbare rente van twee ponden gr. 's jaars, aan den

[p. 240]

penning XVI, voor de som van 32 p. gr. vlaamsche munt.

Ghent, up den sevenentwintischsten Aprilis XV^e tweentsestich.

Gecoll. afschrift, geteekend: Joan. Ferd. Tulck, nots. 1741.
Deze rente behoorde in dit jaar aan het klooster.

190.
1562, juni 2. - Schepenen van beide banken der stad Gent, verkoopen aan J^r Gillis Happaert eene losbare rente van vier ponden grooten 's jaars, den penning XVI, voor de som van 64 ponden, vlaamsche munt.

Ghent...up den tweeden Juny XV^e tweentsestich.

Gecoll. afschrift, geteekend: Joan. Ferd. Tulck, nots. 1741. In dit jaar behoorde deze rente aan het klooster.

191.
1563, april 23. - Leo Van der Meersch, overste van het klooster der Augustynen, te Gent, wordt tot biechtvader van den Groenen Briele benoemd, voor den tijd van drie jaren.

Datum Tornaci sub sigillo nostri vicariatus officii. Anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo tertio, mensis Aprilis die vigesima tertia. Inferius signatum erat: J. de Male. Ad latus vero dictarum litterarum scripta erant sequentia: Tornaci revocata die XXIX^a mey, XV^e LXVI per D. Vicarium Robert; et paulo inferius habebatur: Straten.

Gecoll. afschrift op papier geteekend: Masureel Doornik 20 aug. 1640. (Archief van Oost-Vlaanderen).

[p. 241]

192.
1564, november 20.

- Na het overlijden van Katelijne Lanckhals werd zuster Jacoba van Saint-Genois, alias Ladeuze, tot abdis gekozen, voor Johannes de Bave, meester Jeronimus Dennetieres, juris licentiatus, en de advocaat Franciscus Zevecote, procureur in den raad van Vlaanderen. - Bevestiging door Guilbertus Donquys, algemeen vicaris van den bisschop Karel de Croy. Lucas Jacobi, bisschop van Sarrepta, zal haren eed ontvangen.

Datum Tornaci, anno millesimo quingentesimo quarto mensis Novembris die vicesima.

Afschrift op papier. (Archief van het Bisdom).

193.
1565, maart 24. - Koning Philip, graaf van Vlaanderen, begeert dat de religieusen Katharina van Steelant tot abdis zullen verkiezen.

Ghegheven in onse stad van Bruesele, den vierentwintichsten dach van Maerte, int jaer ons Heeren, duysent vijfhondert vierentsestich, voor Paesschen.

Afschrift op papier. (Archief van het Bisdom).

194.
1575, september 23.

- Clemens Crabeels, officiaal van Gent, laat weten in antwoord op eene vraag der religieusen, dat, gezien den slechten geldelijken toestand van het klooster, bisschop Cornelius verklaart heeft dat het hof

[p. 242]

van Erembodeghem, hetwelk veel te laag verpacht is - (46 of 48 pond gr. jaarlijksch, terwijl het meer dan 100 pond gr. waard is) - op nieuw moet verhuurd worden, alhoewel de pachttijd noch niet is verstreken.

Datum et actum Gandavi in domo nostre solite residentie anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo quinto, mensis Septembris die vigesima tertia. De mandato tam R^mi domini Episcopi quam Officialis

Oorspr., get. op de plooi: J. van Loo. Zegel tusschen papier, afhang. aan dubb. st. van perk. (Archief van het Bisdom).

195.
1578, maart 20.

- Lievine Vrancx, abdis, Lucie van der Sare, priorin, Barbara Landsheere, onderpriorin, verklaren, dat zij hebben geleend van Pieter van der Elst f^s Andries, 300 gulden omme te betalene de schulden van onsen convente, ende voorts up te brijnghene de pennijnghen die wij belast zijn, zo tot fortificatie van der stadt van Ghendt, als het onderhouden van der souldaten en anderssins te moeten furnieren. Ter voldoening, geven zij aan denzelfden, tegen eenen jaarlijkschen en eeuwigen cijns van 6 lb. par., een streek meersch oft groenswaerde, gelegen bij het hof van Hale, groot drie en een halve dagwant.

Den XX^en dach (van) Maerte XV^e LXXVIII.

Handboek van de goedinghe van het clooster van S. Margriete gheseit Groenenbriele (1608), f^o 122 v^o. (Archief van Oost-Vlaanderen)

[p. 243]

196.
1578, mei 5. - Dezelfden hebben 300 gulden geleend van J^r Reynouldt de Beyne, poorter van Aalst, op twee perceelen grond te Erembodeghem. Ter voldoening geven zij hem dezen grond tegen eenen cijns van 6 lb. par.

Desen V^en dach van Mey XV^c LXXVIII.

Ibid., f^o 123 v^o.

197.
1578. Naemen ende toenaemen van den religieusen ende susters van den clooster ende abdije van Groenen Briel, [mitgaders den toelech thaerlieder lyve gheaviseert op het goetdijncken van mijne heeren.]

Vrauw Lievyne Vrancx, abdisse, audt L jaeren, aldaer ghewoont XXXVIII jaeren, thaeren lyve	L lib. gr.
Lucie van der Sare, priorinne, oudt XLI jaeren, ende in tclooster gheweest XXVII jaer	XII lib. gr.
Barbere de Lantheere, onderpriorinne, oudt XXXVIII jaeren, gheresideert XXIII jaeren	XII lib. gr.
Marie de Tolleneere, oudt LXXVI jaeren, ghewoont LXII jaeren	XII lib. gr.
Anna de Beaufremez, oudt LXVIII jaeren, gheresideert LII jaeren	XII lib. gr.
Lysbette Hoorebaut van den oude LVIII jaeren, ghewoont XLII jaeren	XII lib. gr.
Jozyne van Rejable, oudt LVIII jaeren, ghewoont XL jaeren	XII lib. gr.
Margriete van Hove L jaeren, ende in tconvent ghewoont XXXVII j.	X lib. gr.

[p. 244]

Anthonyne van Nieuweghe^(1), oudt LVIII jaéren, ghewoont XXXVIII j.	X lib. gr.
Anna Meeusens, oudt XLVIII j., gheweest in tconvent XXVIII j.	X lib. gr.
Margriete van Hove, L j., ende in tconvent ghewoont XXXVII j.	X lib. gr.
Lysbette Meyne, XL j., ende gheweest in tconvent XXIIII j.	X lib. gr.
Janne Aurys, oudt XXXIII j., ghewoont XVIII j.	VIII lib. gr.
Adriane van den Berghe, oudt XL j., ghewoont XVI j.	VIII lib. gr.
Lysbette van der Sloote, oudt XXX j., gheweest in tconvent XIIII j.	VIII lib. gr.
Lysbette van Huerne, oudt XXV j., ghewoont in tconvent X j.	VIII lib. gr.
Margriete Donaes, van oude XXIII j., ghewoont IX j.	VIII lib. gr.
Janne Sanders, XXIIII j. oudt, ende in tcouvent ghewoont VIII j.	VIII lib. gr.
Anthonine Loupes, oudt XXI j., ende aldaer ghewoont IIII j.	VIII lib. gr.
Janne Brandts, oudt XXI jaeren, ende ghewoont vier j.	VIII lib. gr.

(1) Op den kant: Mits dat Anthonine van Nyeuneghe verclaerst by Requeste oudt te zijn tusschen den LXIIII ende LXV jaeren, hebben myn heeren scepenen haeren toelech gheredresseert op XII lib. gr. innegaende van den XXIIII^en Junii lestleden. Actum IX^en dach van Sporcle 1580.

Leecke susterkens.

Kerstyne van Tombeele, oudt LXXVIII j., ende ghewoont LXVI j.	X lib. gr.
Anna Zoets, oudt LXXI j., ende in tconvent ghewoont LVI j.	X lib. gr.

[p. 245]

Jozyne sMulders, oudt LXVII j., ende gheresideert LI j.	X lib. gr.
Margriete Lanchals^(1), van den oude van LVIII j., ende in tconvent gheweest XL j.	VII lib. gr.
Lysbette de Mellyn, oudt LIII j. ende ghewoont in tclooster XXXIX j.	VII lib. gr.
Anna Aertsen, LIII j., ende in tclooster ghewoont, XXII j.	VII lib. gr.
Barbelken Nueckermans^(2), oudt XXXIX j., ende aldaer ghewoont XXIIII j.	V lib. gr.
Mayken Wittebroot, oudt XL j., ende gheresideert XVI j.	V lib. gr.
Tanneken Mangheleere, XXIII jaeren oudt ende ghewoont vijf j.
Janneken Sutters, oudt XXVI j., aldaer ghewoont V j.	V lib. gr.

Naemen van de ghecommitteerden tot het maecken van den staet: Lucas van Scoonhove, Jan Bollaert, Gillis de Wulf, M^r Reynier Heylinck.

Register van de alimentatien gheconsenteert de gheestelicken persoonen, by myn heeren scepenen van beede bancken ende beede de dekenen van der stede van Ghendt, in den jaere XV^c LXXIX, f^o 17. - Eene andere lijst heeft tot opschrift: Dit sijn de naemen ende haude van de religieusen nonnen van den clooster van S^te-Margriete, gheseyt den Groenen Briele, binnen Ghendt, voor den troublen tijt. Men vindt hier eene leeke zuster meer: Pierynken Smets, hauwt 51 jaeren, en de spelling van eenige namen is verschillend (Slootens, Haurys, enz.)

(1) Op den kant: Gheordonneert by myn heeren scepenen dat joncv. Margriete Lanchals zal hebben X lib. gr. by jare. Actum den XII^en van Lauwe 1578.

(2) Op den kant: Den lesten Meye 82, is dese Barbelken gheconsenteert, nyetjeghenstaende zy bynnen Aelst gheresideert heeft, uut gracien gheconsenteert thaerer alimentatie vyf ponden grooten, die beghynnen zullen thaeren profyte te loopen van den XXIIII^en Maerte lestleden.

[p. 246]

198.
1579. - Jan van den Piet bekent twee rekeningen van de bezittingen ontvangen te hebben.

Ic Jan van den Piet kenne ontfaen te hebben van den eersaemen heere meester Roelant van Himbieze, secretaris deser stede, twee rekeninghen van den incommende goedynghe van den cloostere van den Groenen Briele deser stede, deene van ghehent Kersmisse, 1577, onderteekent Lievynne Franxs, abdesse, groot 27 blaeren, ende noch eene andere rekeninghe tsichtent den voornomden Kersmisse tot ende met den 12 septembris 1578. Orconden mijns naems.

By my (Get.) Jan van den Piet.

Ibid., f^o 18. Men leest in hetzelfde register f^o 8 v^o: Waeren by resolutie van myn heeren scepenen van der Kuere ghecommitleert totten ontfanck van den gheestelicken goedynghen de navolghende personen:...Groenen Briel: Jan van den Piet. Prestitit juramentum X^a Julii 79.

199.
1579-1580. - Verkoopingen van goederen toebehoorende aan het klooster te Gent.

I.

Partye van huusaige, mueren, temmerweerck ende metsweerk om van stonden an af te brekene, die mijne heeren ghecommitteerde totter recompense van den beschaedene deur de fortificatie, vercoopen zullen om te weerene ende aldaer een straete te laten maeckene deur tclooster ten Groenen Briele was, metten conditien zo hier naer volcht (1579.)

[p. 247]

Eerst zal men vercoopen de metselrye metten temmerweercke, de oude poorte int gheheele met alle de mueren, met den comptoire vooren by zyden, met der voorpoorte up de zuydtwest zijde,...⁽¹⁾ - F^o 4.

De tweede vercoopinghe zal wesen het afbreken van een deel van der keercke, te wetene de huyve tot in den houc ende anghele van den peaer ofte freyte, naerst den inganc van de voornoemde keerke an beede zyden, metgaders de huusaige daerneffens dat ingang van den cloostere was, zo verre rechte vute, als heur de metselrye van der huyve bestrect. - F^o 4 v^o.

Den derden coop zal wesen een deel van den huusaige van onder tot boven commende van achtere jeghens den wal, daer boven den dormtere was, de wydde van ontrent XXIIII voeten. Zal den annenemer volghen de materialen van steenen de hautweerck, ghereserveert het erduyn ende yserweerck die deser stede volghen moet ten oirboire van de fortificatie. Zal desen coop volghen den steenput staende tusschen der keercke ende desen huuse. - F^o 5.

(1) Na iederen koop volgen de voorwaarden van de verkooping en de opbiedingen.

II.

[De] vyfste vercoopinghe [van geestelyke goederen] es binnen 't clooster van den Groenen Briele, waeraf den eersten clopslach ghehauden es den XIIII^en January 80, ende den tweeden clopslach den XVI^en January 80.

Den eersten coop es d'huusaige naerst de afghebroken binnenpoorte up de zuydtwestzyde, metter erven gheleghen

[p. 248]

tusschen den wal ende der freyten van der keercke. Was de zelve huusaige wydt omtrent tzeventich voeten ende diepe achtien voeten, twee staigen hooghe met dhuusaige daer rechte achter gheleghen met een uutganck neffins den pylaer ende freyte van den voornoemde keercke, hebbende up de zuydtzyde de erve totten walle ende den watere...- F^o 21 v^o.

Den tweeden coop es een partye naerst dafghebroken keerke, was vooren opene, daer een strate commen zal streckende naer den Voghelen sanghe, de zelve keercke streckende westwaerts...- F^o 22.

Den derden coop es daude zale naerst de keercke, up de noortzyde, met noch andere huusaige daer anne gheleghen westwaerts. Zal desen derden coop noch volghen ende toebehooren de voutcamere dat den reeftere was, onder eene vaute, tzamen breedt ontrent vyftich voeten...- F^o 22 v^o.

Den vierden coop es een schoon huusaige dat wylent den durmtere was, wesende vooren opene de up doosthende daer de straete commen zal...- F^o 22 v^o.

Conditien van de voorgaende coopen boven den ghemeene conditien hierboven verclaert: nemaer zal ten proffyte deser stede om de fortificatie volghen ende toebehoiren alle de zaerken, wit en de blau, groot ende cleene, die inde voornoemde vier coopen bevonden zullen werden, die by de weercklieden van der stede wech ghedaen zullen werden. - F^o 23.

Den vyfsten coop es tgroote huus metten stallen ende huusen daer de poortiersche woont, metten boomgaert

[p. 249]

ende dander erve gheleghen binnen grachten tot nevens de Nieuwestraete, mette voorplaetse oock nevens der zelver Nieuwestraete, al te ruymen binnen eender maent die daer inne logieren. Zal desen coop volghen dheelft van alle de grachten an desen coop gheleghen metgaders de twee strooyhuusekens commende ten voorhoofde in de Palincstraete, ende de uutplantinghe van veerthien voeten nevens den muer. - F^o 23.

III.

De veerthienste vercoopinghe [van geestelijke goederen] es ghehauden den VIII^en Martij 1580, den eersten clopslach ende den X^ne Martij 1580; ten Groenen Briele.

Den eersten coop es thuus daer Melchior de Voldere inne woonen moet tot Bavonis tweeentachtentich voor dry ponden grooten tsiaers, tzelve huus es belast met twee schelling ellef grooten den Heleghen Gheest Michaelis. - F^o 46.

Tweeden coop wesende thuus daer M^r Cornelis Croesins inne ghestorven es, met derve over twater totter haghe, mette toebehoirten zonder het contoir twelc vercocht es om af te breken, ende oock metter erve commende tot Jan de Weers coop. - F^o 46 v^o.

Den derden coop, eenen meersch ten Groenen Briele ligghende achter de brauwerye metten grachten ende andere zynen vryheden van oudts tyden daer an clevende. - F^o 47.

Den vierden coop es thuus daer Joes de Voocht inne woonen moet (tot) Martini 1581, voor vier ponden grooten

[p. 250]

tsiaers, ofte naer uutwijs en van zijn voorwaerde, metten boomgaert ende tmeerschelken daer achtere, ende moet de singhele volghen commende totten rampart. - F^o 47.

IV.

De tweeendertichste vercoopinghe [van geestelijke goederen], den XIII^en en de XV^en Octobris 1580, ten Groenen Briele.

Eersten coop, eenen meersch gheleghen oostwaert van de Nieuwer strate, zuudt ghelant joncheer Joos Triest, f^s M^r Joos, noort de oude Leye, wert vercocht met conditien dat den cooper ghehouden wert te gravene eene gracht van an den grooten wal tot in den cleenen noortwaerts, wijdt boven twee roeden ende diepe dry voeten beneden tplanck watere date deser...- F^o 103 v^o.

Den tweeden coop metten voorseiden conditien es eenen meersch zo den zelven metten cattheylen ende meubelen ghestaen ende gheleghen es, oock metten walle ende singhele totten afstecke van den voorgaenden coop hier te vooren ghedaen by Joos Seys, ligghende west de oude Leye, oost de oude gracht, commende in den wal ten Groenen Briele was, de welcke gheheel strate blyven moet metten conditien van tgraven ende maken van de strate vooren verhaelt, zonder ook eenich recht thebbene an de materiale van de sluus an den ouden wal. - F^o 105.

Register Verkoopingen geestelijke goederen, 1579-1580.

[p. 251]

200.
1580-1581.

- Betaling van jaarlijksche ‘alimentatien’ aan de volgende ‘eerstyts religieuse’ van den Groenen Briel: ‘Barbara de Lantheere, Anna de Beaufremez, Joozynne Rejaeble, Anthonine van Nieuweghe, Margriete Donaes, Jannekin Brandt, Christyne van den Tombeele, Anna Zoets, Margriete Lanchals, Anna Aertssins, Maykin Wittebroot.’

Rekeninghe joncheere Joos Triest, die hij als tresorier deser stede van Ghendt ghecommiteert gheweest totten generaelen ontfanck⁽¹⁾ van de ecclesiasticque goedinghen van de voornoemde stede ende Ghendtschen quartiere...als oock van den uutghevenen daeruppe ghedaen zindert den XV^en Augusti XV^c tachtentich, totter presentatie van dese (XI^en dach van Ougste XV^c LXXXI tich). Geteekend: Hembyze. - Register Ecclesiasticque rekeninghe 1581, f^o 53.

(1) Als ontvangst is vermeld: Ontfaen van Arendt van Vlaendren, als ontvanghere van den goedynghen van den cloostre was ten Groenen Briele, de somme van vierenvijftich ponden seventien scellinghen grooten, in minderinghe ende ten goeden bevinden van den slote zynder rekeninghe, f^o 14.

201.
1580, december 27.

- Betaling van 7 p. 19 sc. 6 gr., gedaan aan de gemeene schippers, voor de aanvoering van meerdere ladingen gruis, ter aanvulling van den wal ten Groenen Briele en tot het maken der nieuwe straat, volgens aanteekeningen gehouden door Willem de Keysere, sergeant van de fortificatien.

XXVII^en Decembris XV^c LXXX.

Register Rekeningen fortificatie, 1580-1581 f^o 46 v^o.

[p. 252]

202.
1581, januari 18. - Terugbetaling aan J^r Joos Triest, tresorier dezer stede, eener somme van 31 sc. gr., door hem betaald voor de aanvoering van gruis tot het maken der nieuwe straat, gelegd door de bezittingen van het klooster.

Ordonnantie van de comisen der fortificatien van daten XVIII^en lauwe XV^c LXXXI.

Register Rekeningen fortificatie 1580-1581, f^o 52 v^o.

203.
1581. - Ontvangst van gronden gelegen aan de Muidepoort toebehoord hebbende ‘wijlent Groenen Briele.’

Ontfaen van Pieter Brant, coopere van eenen mersch ghenaempt het Wiel, liggende up de Mudde, bij den steenen muelenwal, oost ende zuut den heere van Boucle, west ende noort den zelven Boucle, west ende noort (sic) den heere van Cauwenhove, pachtere Pieter Brant, f^s Ghysels, groot drye ghemeten, LXXI roeden, omme de somme van CII Lb. XII sc... - F^o 23 v^o.

Pieter Brant, coopere van twee partyen van mersschen, west daer anne, groot drye ghemeten I^c XV roeden, omme de somme van CXIIII Lb. XVI s. II gr... - F^o 23 v^o.

Willem Thys, coopere van eenen mersch ligghende thenden de Nieuwstraete, oost derfve van Symoen Bate, zuut Gheeraert Struvynck, noort ende west den traghele, ligghende in twee parcheelkyns, tsamen groot honderd

[p. 253]

neghenen twintig roeden, omme de somme van XXV lb. gr... - F^o 33 v^o.

Reynier de Pestere, als coopere van eenen mersch inde Wondelghemmerschen, zuut Prouffetkin, west de Lieve, noort de kerke van Wondelghem, ghenaempt het Paddepoel, pachtere Lievin Buusse, groot VII^c LXXXVI roeden, omme de somme van LXXII Lib. XXVII s. VIII gr... - F^o 34 v^o.

Joos van Loo, cooper van eenen mersch, oost den Duuckerdam, west de weduwe van Anthonis Galle, naerpachtere Sanders de Muelenaere, groot een hondert LIIII roeden, omme de somme van XVII lb. IX s. gr... - F^o 35 v^o.

Joos Branckaert, filius Thomaes, coopere van een stick landts ghenaempt den Gaubergh, an den muelene van Jan van Hoorebeke, oost de straete die noortwaerdt loopt naar de veste, ende is pachtere Lambrecht Danins, metten laste van eenentwintig gr. tsiaers in den spickere van sente Baefz, groot vier hondert dry en veertich roeden, omme de somme van XLV lb. XV s. IX gr. III d... - F^o 231.

Getrokken uit den Ontvanck van de vercoopinghe ghedaen binnen Muelenstede, van den mersschen ende andere gronden van erfven gheleghen in de Wondelghemmersschen ende Muelenstede, metgaders de prochie van sHeylich Kerst, eertijden toebehoort hebbende capitele van sente Veerle, ende den cloostere van den Groenen Briele, Jacopynen, Augustynen ende Vrauwenbroeders, danof de laatste vercoopinghen gheschiet es den XXIIII^en Octobris XV^c eenentachtentich. - Register Verkoopingen geestelijke goederen 1581, f^o 10.

[p. 254]

204.
1584, januari 17.

- Clemens Crabeels, algemeen vicaris van het bisdom van Gent, sede vacante, bevestigt de verkiezing van Lucia van der Sare tot abdis, na het overlijden van Livina Vrancx. De zusters zullen de gebruikelijke plechtigheden volgen, indien de tijdsomstandigheden het toelaten. De benoeming zal bevestigd worden door den bisschop van Brugge.

Datum Aldenardae, Anno Domini millesimo quingentesimo octuagesimo quarto mensis Januarii die decima septima, stylo reformato.

Oorspr. get. op de plooi: J. Heylbrouck. Met een klein overblijfsel van het zegel in rood was, afhangend aan dubb. st. van perkament. (Archief van het Bisdom).

205.
1584, januari 25.

- Voor den notaris Dame, te Doornik, zijn verschenen Balduinus Meganck en Cornelius van der Haghen, kanunniken, gezonden door den algemeenen vicaris van Gent, alsook Lucia vander Sare, gekozen abdis, en de andere religieusen. Deze laatste erkennen de door hen gedane verkiezing, en Lucia legt den eed af.

Acta fuerunt haec Tornaci in parochia S. Brixii in aedibus habitationis predictae electae nec non ceterarum religiosarum, anno, mense et die quibus supra, [a Nativitate Domini, millesimo quingentesimo octuagesimo quarto, die vero mensis Januarii vigesima quinta], predictis canonicis praesentibus et me notario publico. (Get.) Dame.

Op den rug van het vorige stuk.

[p. 255]

206.
1584, december 27.

- De religieusen betoogen aan Schepenen, dat zij van ouden tijde vrijdom van accijns hebben gehad, en diensvolgens hopen vrijdom van bieren wijnaccijns te zullen bekomen, ghemerct den cleynen middele die zij nu hebben om leven. Ende zullen de supplianten bidden voor de welvaert van mijne Ed. heeren.

Apostille. Schepenen van der keure ordonneren de Comysen van der accijse dezer stede, de supplianten te laten ghenieten van heurlieder vrijheit van accijse, ende overzulcs hemlieden vrij billet uut te gheven. Actum den 27 December 1584.

(Get.) J. Kerckhove.

Minuut op papier.

207.
1585, december 7.

- De abdis van den Groenen Briele en de geburen van het huis Ter Lucht, gelegen aan het einde der Molenaarstraat, betoogen aan Schepenen, dat Lucas Dooghe en Laureins Franse dit huis gekocht of gehuurd hebben om daarin eene zoutkeet op te richten, waardoor groote schade zou veroorzaakt worden aan de omliggende huizen en meerschen, indien tzaut ghezoden wierde met hoilgen ofte turven, ghemeerct de cenders ofte asschen zeer verre vallen.

Apostille. Schepenen van de Keure te Gent, bevelen dat men niet anders dan hout in de zoutkeet zal branden. - Actum den VII^en December 1585. (Get.) J. Kerckhove.

Minuut op papier.

[p. 256]

208.
1586, december 31.

- Dezelfde zaak. Lauwereins Fransse en Lowys Payen beloven jaarlijks aan de abdis een zak zout te zullen schenken voor haren os, ende datte om vryenschap met mevrauwe te hauden.

Desen 31 December anno 1586. (Get.) Lowys Payen. (Merk van Fransse).

Minuut op papier.

209.
1592, november 23. - Besluit van Schepenen betreffende eene terugbetaling aan de stad.

Geresolveert ende dien volgende gecommitteert joncheere Fr. Borluut ende dheere meester Cornelis de Hertoghe, omme gesaemdelyck te communickeren met mevrauwe van den Groenen Briele, ende debvoor te doene dat de stede mach geremboursseert wesen van tghene dat zij int clooster gedaen hebben maken zekeren notable wercken, bedragende bet dan XIII^c lib. t., boven de C lib. gr. die de selve stede daertoe gegeven heeft.

Actum desen XXIII^en November 1592.

Resolutien van de Keure, register 1592, f^o 8. - Op den kant de naam: Jacques Taccoen.

210.
1596, december 16.

- Overeenkomst gesloten voor Schepenen, tusschen Arent Hueghebaut, voogd van Michiel en Joosyken Goethals, en meester Olivier

[p. 257]

Goethals, advocaat in den Raad van Vlaanderen, eischers, ter eener, en mevrouw Lucia van der Sare, abdis van den Groenen Briele, als houdende den landboek van het huis genaamd St-Jacob, in de Langemunt, ter andere zijde, ten aanzien van eene rente van 2 pond. 10 sc. gr., verkent door Jan ser Lippens in april 1554 ten voordeele van Amelberghe ser Lippens, weduwe Pieter van Doorne. - De volgende namen komen nog voor in dit stuk: Pieter van den Broucke, Bruus, Gillis ser Lippens, Jan Goethals, 's eischers vader, Joos de Deckere, Jan Mallepart, Pieter Roost, hoir van Joos van Doorne, Joncheer Heynric Steerke, Jonkheer Philibert Rym, heer van Belhem, Meester Heyndrick Wasteel, pensionnaris.

Dit was ghedaen den XVI^en Decembre XV^c zessentneghentich, int scependom Joncheere Anthuenis Triest, heere van Ruddershoue, joncheere Ghyselbrecht de Courtewille ende heuren medeghesellen. (Get.) Vriend.

Afschr., gemerkt n^o 79. Hierop staat eene kwijting van 16 januari 1597, geteekend: Arent Hughebout, Ol. Goethals en Michiel Goethals.