Klioos kraam. Deel 2(1657)–Anoniem Klioos kraam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Lyk-zang Over de doodt vanden E. Heere Kornelis Boom, Regeerend' Burger-meester, en Raadt der Stadt Amstelredam. GY zyt ô Boom te vroeg ter neêr gehouven, ô Regte Spruit van d'over-oude-stam! Die on-langs liet zoo willigh op u Bouwen Een-vierde-opper-last van Amsteldam. Het Raad-huis ach nu zulk een steun ont-trokken! Ont-bloot zig voelt, van zoo een onder-standt, Zy steld' haar hoop, op 't geenz' nu ziet mislokken, Die starke zuil, bestolpen gants met zandt. O vrugt-b're Boom! de Stadt zit droef verslaagen, Dewylze aan u zoo trouwe-vier-man mist; U vrugten hebt gy voor u minst gedraagen, Voor and'ren meest. Wy kussen uwe kist. Gelyk elk schreidt, plagh elk u duur-zaame Ougste Met onder-ling verlang te wagten af, Nu komt den ougst, u leevens-ougst, verwoesten: En rukt eilaas! u lighaam in het graf, Maar niet u naam, die kant zig teegens d'eeuwen, En stelt zig schoor, tegens vergeetel-heidt: U Ouwde-Groot-vaa'r heeft al voor twé eeuwen, Dien grond-vest van d' onwelk'b'ren-stam geleidt: Zoo kleeft d' aaloude deugd' aan zulke erven Zoo streeft Godt-vrugtigheidt door alle noodt! En kuist het lyf, van aller-ley bederven, Houdt zellef standt, in 't midde van de Doodt. D. Questiers. Vorige Volgende