De pop vroeg nergens om.
En nu was het ‘aangestapt’ naar den tuin, waar Agaat's zusje haar reeds by een net gedekt tafeltje zat te wachten.
Marie was gedurende de wandeling heel zoet geweest: al de lanen was zy mede doorgegaan zonder een enkel bloempje aan te raken of op de grasperken te loopen; waarlijk, zy gedroeg zich by deze gelegenheid als een groot meisje.
Vervolgens, daar zy de lessen goed onthouden had, wanneer zy in de stad op een dinétje gingen, zoo wachtte zy beleefd met niet het eerst aan tafel te gaan, zat behoorlijk regt op, morste niet en vroeg vooral nergens om, maar wachtte geduldig tot zy bediend werd.
Agaat was ten hoogste verwonderd over de regt fatsoenlijke, ongedwongen en lieve manieren van deze pop en kon niet nalaten hare vriendin Pauline over de zorgvuldige opvoeding te roemen en aan beiden allen lof toe te zwaaijen.