Wees niet boos op mijn dochtertje.
Nu ging Pauline met allen yver aan het werk voor de kleeding van hare Pop; eerst maakte zy hemdjes en borstrokjes, vervolgens allerliefste nachtmutsjes; in één woord binnen acht dagen ontbrak er geen enkel stukje meer aan de geheele kleeding en verschooning van Marie.
Pauline's goede Mama wilde haren yver beloonen en verzocht daarom Pauline's vriendinnetje Agaat een geheelen dag by haar, want Pauline behoorde niet tot die kinderen, die hun speelgoed niet eens willen leenen, of die huilen, als men er maar even aanraakt; neen, het was voor haar een regt genoegen hare Pop ook eens by en op den schoot van hare vriendin te zien.
Lieve Agaat! zeide zy tot haar vriendinnetje. Wees niet boos op mijn dochtertje, omdat zy U niet reeds ‘goeden dag’ gezegd en haar compliment gemaakt heeft, maar ik zal U zeggen hoe dit komt. Zy weet nog zoo de manieren niet en zy is nog wat beschroomd. Doch ik hoop dat dit spoedig wel zal beteren en ik twijfel niet of zy zal, als Gy wêer eens komt, wel beleefder zijn.