De klagende moeder met haar zoon.
Wijs: Moet ik op schildwacht staan.
Hoort hier de droeve klachten aan
van eenen zoon tegen zijn moeder,
die moet naar het slagveld gaan.
De zuster weent met haren broeder.
hij zegt: ‘Mijn liefste kind,
Waar hebt gij dit verdiend,
moet scheiden voor uw leven!
gij zijt helaas uw moeders ..... vrucht!’
De moeder roept: ‘Ach, liefste kind!
moet gij gaan onder de soldaten?
Ik heb u van jongsaf zo teer bemind!
Moet gij uw moeder gaan verlaten?
Ik heb u met mijn borsten
Het zal mij 't leven kosten,
mijn eigen vlees en bloed!
moet gij de wapens dragen.
dat menig moeder van haar kindren ziet!
Had ik u in mijn jonge tijd
liever de aarde moeten geven,
dan waar ik van die druk bevrijd.
moet gij gescheiden van uw moeder zijn?
Moeder, het is mijn droevig lot.
Zuchten en klagen kan niet baten.
Denk, dat het is de wil van God,
dat ik mijn ouders moet verlaten.
vertroost u, lieve moeder!
Zuster, bid voor uw moeder,
dat God mij zal verlenen moed en kracht.
Kind, vertrek in de naam van God!
Ik zal u benedictie geven
en zijt verduldig in uw lot!
De hemel spaar' uw teer jong leven!
ons g'hoorzaam hebt geweest.
Adieu, mijn eerste zoontje
vertrekt met d'andre jonkheid altegaar.
|
|