| |
Brussel.
34. Antheunis (Gentil-Theodoor).
35. Brans (Johan-Mathijs).
36. Coremans (Eduard).
37. Cortebeeck (Mevrouw Regina).
38. De Smet (Alfred).
39. De Neve (Camiel).
40. De Neve (E.).
41. Doorenbos (Willem).
42. Havermans (Xavier).
43. Hegenscheidt.
44. Hoste (Julius), geboren te Thielt (West-Vl.), op 23 Jan. 1848. Onder het pseudoniem Julius Van Thielt is hij sedert 1868 hoofdopsteller van het Vlaamschgezinde weekblad De Zweep.
Werken: De Brusselsche Straatzanger, Breidel en De Coninck, De kleine Patriot, Waterloo, vaderlandsche drama's; De plezante Reis, kluchtspel met zang in 4 bedrijven en 5 tafereelen.
45. Janmoulle (J.-B.).
46. Josson (Maurits), advocaat.
47. Kesler (Johan-C.), leeraar bij de stedelijke normaalschool; stichtte in 1888 Ons Vaderland, tijdschrift voor de jeugd.
48. Langerock (Huibert), candidaat in de wis- en natuurkunde. Josaphatstraat, 145, Schaarbeek.
49. Leefson (Leo).
50. Leën (Hubert).
51. Perk (Jufvrouw Betsy).
52. Peeters (Hendrik-Barthel), geboren te Antwerpen, 26 februari
| |
[pagina XLVII]
[p. XLVII] | |
1825. Werken: Maria van Brabant, tooneelspel in 5 bedrijven. Willem de Gek, geschiedkundig verhaal, benevens verscheidene gedichten, verhalen en levensschetsen. In de laatste jaren heeft hij nog vele andere tooneelgewrochten geleverd.
53. Segers (Lodewijk).
54. Sleeckx (Dominicus).
De Patriottentijd en De Jacobijnen in België, beide uitgaven van het Willems-Fonds.
55. Stiénon (Gustaaf-Josef).
56. Stijns (Raymond), geboren te Mullem (bij Oudenaerde), op 10 Mei 1850.
Werken: Behalve degene, welke hij te zamen met Is. Teirlinck uitgaf (zie verder), schreef hij alleen: Schetsen en Verhalen, Broodnijd, Ruwe Liefde, De Stekelbaars en Sprokkelingen.
55. Stiénon (Gustaaf-Jozef).
57. Teirlinck (Isidoor), geboren te Segelsem (Oost-Vlaanderen), 2 Januari 1851. Leeraar van natuurlijke wetenschappen aan de Normaalscholen van Brussel, Hovenierstraat, 31, Molenbeek.
Werken met Reimond Stijns geschreven, onder den naam Teirlinck-Stijns.
1. Bertha van den Schoolmeester, roman, Havermans, Brussel. - 2. Frans Steen, roman, id., id. - 3. Gedichten en Novellen, id., id. - 4. Lina Donders, drama, Dehou, id. - 5. Lucia Staps, drama, id., id. - Stella, lyrisch drama, muziek van Waelput. - 7. Beersel-bij-Brussel, eene monographie. - 8. Aldenardiana, novellen, Havermans, Brussel. - 9. Baes Colder, roman, id., id. - 10. Kruidkunde, een handboek, Deseyn, Roeselare. - 11. Bloemenleven, id., id. - 12. Uit het Leven van ons Volk, novellen, id., id. - 13. Emanuel Geibel herdacht, een keus van gedichten, naar het Hoogduitsch, id., id. - 14. Arm Vlaanderen, roman, id., id. - 15. 't Is uit Liefde! blijspel, muziek van Miry, Dehou, Brussel.
Alleen schreef hij:
1. Wie niet hooren wil moet voelen, alleenspraak bekroond. - 2. Mina Bor, tooneelspel. - 3. Blozende Kriekske, novellen, Deseyn, Rousselare. - 4. Woordenboek van Bargoensch, id., id. - 5. Bloeiende Reuzen, id., id. - 6. Cilia, roman, Hoste, Gent. - 7. Mirza-Schaffy's liederen ten love des wijns, Delamontagne, Antwerpen. - 8. Uit een onuitgegeven diwan, gedichten. -
| |
[pagina XLVIII]
[p. XLVIII] | |
9. Blesse, novelle (in Jaarboek van Taalverbond). - 10. Onze oude Kruidkundigen uit een folkloristisch oogpunt (in Jaarboek van het Kruidkundig gezelschap, Gent). - 11. Botanique, à l'usage des élèves-instituteurs, Havermans, Bruxelles. - 14. Physique, id., id. - 15. Anatomie et Physiologie, Deseyn, Roeselare. - 16. Zoologie, Deseyn, Roeselaere. - 17. Tal artikelen in Nederlandsche tijdschriften en weekbladen (de Kerels, de Ontwaking, de Kunstbode, de Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, Flandria, Ons Vaderland, Nederlandsch Museum, de Toekomst, enz. - 18. Molleke, novellen, Verlooij, Rotterdam.
51. T'sjoen (Emiel-Frederik), Koninklijke Prinsstraat, 4.
59. Van de Weghe (Victorien), gepensioneerd majoor.
60. Versnaeyen (Karel), geboren te Gent, 25 Maart 1836. Benevens eenige gedichten en blijspelen schreef hij: Gijsbrecht Barlo, drama; Lange Jan, De Viooltjes, De hoovaardige Kleermaker, De Huismeester, Pier de Zuiper, novellen; Het Woud, bekroonde cantate; Berken de Diamantslijper, lyrisch drama in 4 bedrijven, muziek van Hendrik Waelput.
61. Het Kunstgenootschap De Distel.
| |
Verslag over het bestuurjaar 1888. - Uittreksels.
Bestuur. In de algemeene vergadering van 21 Januari werd het uitgaande bestuur (E.H. T'sjoen en L. Buyst, schrijvers; C. Cortebeeck, kashouder) bij eenparigheid herkozen.
Leden. Onze maatschappij verloor 1 eerelid, den heer Dodd, die op 8 November overleed. Twee nieuwe briefwisselende leden (de heeren Van Cuyck en Van Steenweghen, van Antwerpen) werden aangenomen. Zeven nieuwe leden kwamen bij; vier gaven hun ontslag: het aantal gewone leden bedraagt thans 46.
Vergaderingen. De leden kwamen 45 maal bijeen; 14 algemeene vergaderingen en feestzittingen werden gehouden. Twee algemeene vergaderingen (die van 21 Januari en 16 Juni) werden aan bestuurlijke zaken gewijd; op de andere werd, in hoofdzaak, het volgende verhandeld:
14 Januari. Lezing door de leden Brans en Kesler van een dramatisch zedespel, getiteld: Schuld en Onschuld.
14 Maart. Lezing door den heer Frans Van Cuyck (Antwerpen),
| |
| |
briefwisselend lid, van eene novelle Droeve Dagen. - Toonkundig gedeelte door de heeren Rühlmann en Hegenscheidt.
31 Maart. Lezing door E.H. T'sjoen, 1en schrijver: Walter en Hildegonde (middeleeuwsche heldensage). - Voordracht door J.M. Brans (met bespreking). Onderwerp: De betrekkelijke waarde van portret- en landschapschilder.
28 April. Voorlezing, door den heer Frans Van Steenweghen (Antwerpen), briefwisselend lid, van Schetsen uit Spanje. - Uitvoering op de piano van de muziek door den heer Rühlmann geschreven op de bekroonde cantate Het lied van den stroom (gedicht van Amatus Bogaerts, briefwisselend lid).
5 Mei. Lezing door het lid I. Teirlinck van eene novelle, Blesse (gedrukt in het Jaarboek van het ‘Taalverbond’). Bekroning door de ‘Distel’ der muziek van den heer Rühlmann op Het lied van den stroom.
2 Juni. Lezing door den heer Pol de Mont, eerelid, van een tiental gedichten (3 minneliederen, 1 wijsgeerig gedicht, 2 idyllen, 3 balladen, 1 ode). Concert onder de leiding van den heer Rühlmann, met de medewerking van ons medelid Mej. K. Hoppe, de heeren Koester (citerspeler), Schoepen (baryton) en ons medelid V. T'sjoen (bas). - De puike uitnoodigingsbrieven, door den heer Havermans geleverd, vonden algemeene bewondering.
9 Juni. Lezing door den heer Isidoor Albert (Beirvelde) van een tooneelstuk, De rampzalige Clara, en van twee schetsen, Blanca, Georges.
7 Juli. Lezing door het lid R. Stijns van brokken uit een nog onuitgegeven roman.
29 September. Lezing door Mevrouw Cortebeeck, eerelid, van het drama De bastaard van Wesemaal.
10 November. Lezing door E.H. T'sjoen over Frans de Cort (Gedrukt in het Januari-Nummer van 1889 der Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle).
15 December. Lezing door ons medelid Brans, van een hoofdstuk uit een onuitgegeven roman Mijnheer en zijne Kornuiten (Gedrukt in het jaarboek van het Taalverbond). Mondelijke ontwikkeling, door J. Kesler, van een onderwerp: Een ambacht leeren (uit de geschiedenis van eenen gewezen leerjongen). Lezing,
| |
| |
door W. De Zaine, van eene humoristische novelle De Tandentrekkers.
31 December. Viering van Oudejaarsavond, evenals in 1887. Lezing door N. De Tière, van het symphonisch gedicht Liefdelicht; uitvoering van de muziek op Liefdelicht, door den toonzetter, den heer Joost De Mol. Lezingen, nieuwjaarsreden, toasten, zang.
Onze feestzittingen, vooral die van 28 April en 2 Juni, werden druk bezocht. Buitengewoon veel dames vereerden ons door hare aanwezigheid. De pers en de studentenwereld waren ook goed vertegenwoordigd.
Lezingen. Deze waren 114 in getal, 7 meer dan in 1887; enkele namen den ganschen avond in. Ziehier, voor elk werkend lid, de opsomming: Brans (17), Buyst en E.H. T'sjoen (14), Kesler (13), De Zaine (12), Van Langendonck (11), Leefson (7), De Quéker, Hoppe, Stiennon, Stijns (3), Hertogs, Janmoulle en Slachmuylders (2), Coremans, Cortebeeck, De Tière en Teirlinck (1).
Evenals verleden jaar waren de onderwerpen zeer afgewisseld; meestal de lettervakken vonden beoefenaars. Onder de 178 voorgelezen stukken waren 88 in proza en 90 in poëzie. Buiten de hierboven vermelde, stippen wij nog aan:
Poëzie. De sonnetten, liederen en andere gedichten van Van Langendonck, Buyst, De Quéker en De Zaine; de fabels van Leefson met de Duitsche vertaling van Hoppe.
Proza. De fragmenten uit De Koning en de Lattenzager van Brans; een volksverhaaltje van Buyst; stukken uit eenen roman Die Schele, een reisverhaal en eene kerstvertelling van De Zaine; eene novelle van Hertogs; eene legende en de voorrede uit nr 1 van het tijdschrift voor jongens Ons Vaderland, van Kesler; novellen uit het Noordsch, door Janmoulle; een sprookje en een fragment uit eenen roman, van Stiennon; eene humoreske en eene kindervertelling De Landverhuizer, van Stijns; een luimig verhaal, van Slachmuylders; bijdragen tot de Germaansche godenleer, naar het Duitsch, van E.H. T'sjoen. Letterkundige ontledingen werden geleverd door Brans, Buyst, T'sjoen; beoordeelingen en verslagen, door De Zaine en Van Langendonck; levensberichten, door Brans; opstellen over kunst, door Brans en Van Langendonck.
| |
| |
Muziekcomiteit. Dit comiteit verschafte ons, buiten de feestzittingen, nog menigen genoeglijken en smaakvollen avond. We herinneren de uitvoering van fragmenten uit Het Lied van den stroom, van Het Kerstlied, van de Fabels van Leefson, door Rühlmann getoondicht, enz.
Onze boekenkas. Deze werd met 17 werken verrijkt, of liever met 21, zoo wij den verschenen jaargang van De Vlaamsche School, De Dietsche Warande, Volkskunde en Ons Vaderland mederekenen, waarop wij in den loop van het jaar inteekenden. Werden, o.a., aangekocht: Makamen en Ghazelen (J. Fergunt), Keizer Karel (De Geyter), Sinjoren (Van Cuyck). De maatschappij ontving geschenken in boeken, vlugschriften en liederen van de heeren De Geest, Brans, Buyst, Leefson, De Zaine, Pallemaerts, J.R., De Preter, De Quéker, Willekens.
Werken van leden. Dit jaar verschenen: Schimmen en Schetsen (Brans); Het gevonden Kind, tooneelspel, Kaf en Koorn, dichtbundel (De Quéker); Licht en Schaduw, dichtbundel (Buyst); De Stekelbaars, kinderboekje (Stijns); Cilia, roman (Teirlinck); Jan Boendale, monographie (H. Haerynck); verschillige zangen tooneelstukjes van De Tière, enz.
Ons medelid, de heer Kesler, stichtte Ons Vaderland, tijdschrift voor de jeugd, dat geroepen is, om eene ware leemte in onze letterkunde aan te vullen.
Verschillige leden gingen voort met het leveren van bijdragen in de Vlaamsche en Noordnederlandsche tijdschriften; andere traden op als dagbladschrijvers in de thans beduidend uitgebreide Vlaamsche pers der hoofdstad.
Ons eerelid, de heer Sleeckx, die op meer dan zeventigjarigen ouderdom nog met jeugdigen iever en taaie aanhoudendheid blijft arbeiden, schreef, o.a., Karel VI en Maria-Theresia, Jozef II, Cervantes als toondichter. Andere eereleden en briefwisselende leden, o.a. de heeren Pol. de Mont en Fr. Van Cuyck, bleven op het gebied van kunst en fraaie letteren veelzijdig werkzaam.
Vlaamsche Beweging. Hoewel zich met den eigentlijken Vlaamschen strijd minder bemoeiend, achtte de ‘Distel’ het zich ten plicht, die vertoogen en manifestatiën te ondersteunen, die buiten allen partijgeest de algemeene Vlaamsche belangen
| |
| |
beoogden (Onze Taal in het leger, in de Brusselsche gemeentescholen, landdag van 5 Februari, taalwet over het gebruik van 't Vlaamsch in de gerechtelijke zaken, enz.)
Kunstbeweging. In Februari ondersteunde de ‘Distel’, het verzoekschrift van het West-Vlaamsch muziekcomiteit, waarbij aan de Regeering verzocht werd de Antwerpsche muziekschool tot den rang van koninklijk Conservatorium te verheffen. Tot onze bittere teleurstelling zagen wij weeral een jaar voorbijsnellen, zonder dat aan dezen hartwensch aller Vlamingen gehoor werd verleend.
Onze Vlaamsche Mannen. 1. Frans de Cort. Eene inschrijving werd tusschen de leden geopend voor het borstbeeld, dat de studenten ter vereering van den betreurden dichter in Antwerpen willen oprichten. Ons Kunstgenootschap stelde zich in betrekking met de Brusselsche studenten, die een plaatselijk comiteit hebben benoemd.
2. Aan Pol de Mont zond de ‘Distel’ een telegram van gelukwensching voor de puike redevoering, die hij ter gelegenheid der prijsuitdeeling in het Antwerpsch atheneum in onze taal uitsprak.
3 Aan de familie van onzen grooten dichter Jan van Beers stuurden wij, bij diens afsterven, eenen brief van rouwbeklag.
4. De ‘Distel’ liet zich vertegenwoordigen bij de begrafenis van haar eerelid J.G. Dodd; de schrijver hield op het graf eene korte lijkrede.
5. De Brusselsche letterkundigen en vlaamschgezinden werden op twee zittingen uitgenoodigd, waar de ontworpen Rodenbach's feesten grondig werden besproken Ten gevolge van opwerpingen en verschil van zienswijze onder de leden, nam de ‘Distel’ geen besluit over de medewerking in de hulde, die in September aan de nagedachtenis van dichter Albrecht Rodenbach werd gebracht.
6. Om de kosten van het geding Maingie-Schegens te helpen bestrijden, werd in Brussel eene inschrijving geopend, waarbij zich vele leden aansloten.
7. Op de zitting van 31 December werd eene dagorde van hulde gestemd aan den kloeken Vlaamschen strijder, Frans Reinhard.
8. Op zelfden datum werd eene huldemotie aangenomen ter eere van volksvertegenwoordiger Coremans, voor zijne vastbe- | |
| |
radene houding tijdens de bespreking der wet op de Nederlandsche taal in strafzaken.
Zuid-Afrikaansche Vereeniging. Gezien de lofwaardige pogingen dezer Vereeniging, om in Zuid-Afrika den Nederlandschen invloed en de Nederlandsche taal te handhaven en uit te breiden, liet de ‘Distel’ hare toetreding als lid aan die Maatschappij geworden, die bij onze Noorderbroeders terecht zooveel waardeering en steun mocht verkrijgen.
De algemeene schrijver,
E.H. T'sjoen.
|
|