Jaarboek van het Taalverbond. Jaargang 1
(1889)– [tijdschrift] Jaarboek van het Taalverbond– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina LXIX]
| |
In Memoriam.Het jaar 1888 zal ons treurige herinneringen nalaten. Het Taalverbond verloor twee zijner hoogst geschatte leden. Den 9den November stierf de heer Geeraard Jan Dodd, die den 10den September 1821 te Antwerpen werd geboren. Hij zocht zijnen weg beurtelings in de schilderkunst, de drukpers en het onderwijs, totdat hij eindelijk ambtenaar werd voor het overige zijns levens. Alhoewel de heer Dodd novellen geschreven heeft, is 't voornamelijk als dichter, dat hij zich onderscheidde. Hij gaf achtereenvolgens drie bundels poëzie uit, waarin zijne Muze wel nooit eene hooge vlucht nam, maar welke toch menig pareltje bevatten van gevoel en fijnen humor. Het ware zeer wenschelijk, dat er zoo spoedig mogelijk eene volledige verzameling van verschene, welke aan alle vrienden onzer Nederlandsche letteren uiterst welkom zou wezen. Grooter, onherstelbaarder nog heeten wij het verlies, dat onze maatschappij, de Vlaamsche Beweging, neen! heel Nederland onderging door het afsterven van Jan van Beers, wiens dood, den 14den November 1888, alle Vlamingen, of zeggen wij gerust: alle Nederlanders, zoo pijnlijk verraste. Ontzaglijk was de lange schaar van vrienden en vereerders, uit alle gouwen en steden van Noord en Zuid naar Antwerpen gestroomd, om den veelbewonderde en veelgeliefde naar zijne laatste rustplaats te vergezellen. | |
[pagina LXX]
| |
Eene begrafenis, zoo grootsch, zoo koninklijk als die van Jan van Beers, is de schitterendste hulde, de waardigste lof, dien men eenen beroemden man kan brengen, en het aandenken daarvan zal immer in ieders geheugen voortleven. Met Hendrik Conscience stond Jan van Beers aan de spits der strijders voor de herstelling onzer grieven. De eerste werd meer gelezen door het volk, doch de andere vond daarentegen ingang bij de beschaafden en ontwikkelden. Conscience was een verteller zonder weerga, van Beers een kunstenaar bij Gods genade. De schrijver van den Leeuw van Vlaanderen bezielde ons meer en sleepte ons mee, terwijl de dichter van Begga ons een hooger kunstgenot liet smaken. En Jan van Beers onderscheidde zich niet alleen op het gebied van taal en kunst, hij bewees ook uitstekende diensten aan het onderwijs, en op 't einde zijns levens nam hij geeftdriftig deel aan den eeuwenlangen kamp tusschen vooruitgang en stilstand, tusschen geestesontslaving en versteend geloof. Nog wil ik herinneren, dat het op van Beers' voorstel was, dat onze maatschappij ‘Het Taalverbond’ gedoopt werd. Op zijne grafstede werd door ons verbond eene grafkroon neergelegd. Ons medelid Pol De Mont voerde bij de treurige plechtigheid het woord in naam der Nederlandsche letterkundigen. Van Beers en Dodd, hoe verschillend ook van karakter en talent, Gij genoot beiden toch evenzeer de genegenheid en de achting van al onze leden, en wij roepen U met weemoed een ‘Rust in vrede!’ toe.
Frans VAN CUYCK. |
|