Publications de la Société Historique et Archéologique dans le duché de Limbourg. Deel 10

Anno 1618.

In desen jaere syn burgermeisters geweest Dierick Styns, Peeter Roeyen.

Den 6 ende 7 Marty syn de heeren vande magistraet der stadt Ruremunde omgegaen om eenich gelt te becomen tottet maecken vande nieuwe orgele⁽¹⁾.

Inde maendt Aprilis hebben die heeren vande magistraet tho Ruremunde, alsoe sy daegelicx meer ende meer genouchspuerden de goede affectie, die syne gnaden graeff Hendrick vanden Berghe etc. tot welfaert deser stadt ende die geheele gemeynte was toudraegende in alle voiruallende saecken, soe van linderlich garnisoen als andersints, den seluen als toucomende stadthelder willecom geheeten

(1) Omstreeks dezen tijd hadden verscheidene verfraaijingen in de moederkerk plaats. De hoofdsteden van Gelderland schonken daaraan, in het jaar 1615, ieder een geschilderd glas venster, waarvan de uitvoering door den magistraat, op den 8^sten April 1616 aan meester Jan Roeloffs van Diepenbeek (een dorp tusschen Hasselt en Bilsen) opgedragen werd. Deze zoude vier glasvensters voor het Lieve Vrouwen koor maken, voorstellende de volgende 8 historiën van Onse Lieve Vrouw, als ‘int klein’: De annuntiatie, kersnacht, de purificatie en afneming Christi; ‘int groot’: Christus op den schoot van Maria, het overlijden, de hemelvaart en de krooning van Maria en die daarenboven nog met de wapens der steden Roermond, Nijmegen, Arnhem en Zutfen versieren.
Roeloffs verbindt zich tevens om dit alles klaar te hebben binnen de 13 à 14 maanden en zoodanig werk te leveren ‘dat hij des van alle verstendighe ende erf harene meisters eere ende prys becomen ende by de selve verclaert sal wurden, syne beloefte ende aengenomen werck volcomentlick voldaen to hebben’.
Hij bekwam voor ieder venster 106 Philippen (waarschijnlijk Philipsdaalders) en daarenboven nog ‘tot eene vereeringhe eenen rose nobel in specie.’ (verdrag in het stedelijk archief.)

[p. 342]

ende mit einen silueren vergulden kop vereert, soe mit vergulden als arbeyt gecost 310 gulden 10 st.⁽¹⁾.

Den 12 Juny hebben die heeren vande magistraet Ruremunde tegens het incomen vande compagnie vanden coronnel Gulsin die billeten beginnen te maecken.

Ende is om desen tyt den lieutenant van graeff Hendricx compagnie ruyteren, Steelandt, in Cruchten huys opden Driess gelogeert geweest.

In Augusto heeft men etlich holt vuyt het Elmpter bosch gehaelt tot die nieuwe orgele te gebruycken.

Den 3 Septembris is syne exellentie graeff Frederich vanden Berghe etc. tot Bocxmeer inden heere verstoruen.

Den 20 Septembris syn die heeren van Ruremunde verreist ende syne exellentie graeff Hendrick zudem Bergh etc. gecongratuleert ende geluck gewunst mit het stadthelderschap.

Aenden coeldreger ampt, dat sy 10 ofte 11 daeghen hebben beluydt het afsteruen van graeff Frederich vanden Berghe zaliger gedechtenisse, gegeuen ende daervoir betaelt 10 gulden.

(1) Hendrik, graaf van den Bergh, heer van Stevensweert, een broeder der beide laatste stadhouders Herman en Frederik van den Bergh, werd na den dood van Frederik 1618 als zoodanig benoemd. Wij hebben bereids medegedeeld, dat hij in het jaar 1633 den dienst des konings verliet en tot de generale staten overging.