De auteurs
Mr J.D. van Asbeck is sinds 1980 werkzaam bij de RDMZ, eerst als jurist en sinds enige jaren deel uitmakend van de Stafdienst Beleidszaken.
Piet Bakker werkte 34 jaar bij de Vereniging Natuurmonumenten en heeft zich de laatste 10 jaar ingezet voor een volwaardige plaats van de cultuurhistorie in het beleid van Natuurmonumenten. Hij nam hierbij het initiatief voor het opstellen van herstelen renovatieplannen voor 25 buitenplaatsen. Verzorgde totaal 70 publicaties over botanie, natuurbeheer en cultuurhistorie. Speciale belangstelling voor historische tuinen en oude cultuurplanten. Leidt sinds 1996 het Adviesbureau voor cultuurhistorie ‘Verweving’ te Kortenhoef.
Eric Blok is als landschapsarchitect en tuinhistoricus verbonden aan SB4 Bureau voor Historische Tuinen, Parken en Landschappen te Wageningen/Utrecht. Dit bureau richt zich zowel op onderzoek naar de tuinarchitectuur in het verleden als op restauratie, renovatie en beheer van waardevolle tuinen en parken. Blok is speciaal geïnteresseerd in de tuinarchitectuur van de eerste helft van de 20ste eeuw.
Ir Dominique Blom (1970) studeerde tuin- en landschapsarchitectuur in Wageningen. Vanaf februari 1996 promovendus Landschapsarchitectuur op de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft.
Catharina van Groningen (1946) is sinds 1974 werkzaam bij de RDMZ, eerst als algemeen wetenschappelijk medewerker, vanaf 1986 als beschrijver. Op dit moment bezig met de beschrijving van de Utrechtse Heuvelrug. Een belangrijk gedeelte hiervan wordt ingenomen door de Stichtse Lustwarande, een reeks van bijna 100 buitenplaatsen tussen De Bilt en Rhenen.
Mr G.W. van Herwaarden (1936) was van 1974 tot 1987 hoofd van de afdeling Monumenten van de departementale directie Musea, Monumenten en Archieven en van 1987 tot eind 1995 secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumenten.
Drs R.H.M. van Immerseel (1971) studeerde politieke geschiedenis in Utrecht. Sinds 1995 werkzaam als historicus bij de afdeling Onderzoek en Planvorming van de Stichting PHB. Lid van de symposiumcommissie ‘Werken aan Arcadië’.
Dr E.A. de Jong (1954) is universitair docent aan de VU in Amsterdam. Heeft zich in een toenemende mate gespecialiseerd in de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur in een West-Europese context.
Drs R. de Jong (1944) sedert 1969 werkzaam bij de RDMZ, vanaf 1972 als hoofd van de Kunsthistorische Afdeling, later van de Afdeling Historie, maakt thans deel uit van de Stafdienst Beleidszaken. Bereidt als coordinator vanwege de RDMZ de Nederlandse nominatie voor de Lijst van het Werelderfgoed van de UNESCO voor. Is voorzitter van het International Committee of Historic Gardens and Cultural Landscapes, ICOMOS-IFLA. Treedt regelmatig op als gastdocent in binnen- en buitenland. Voor de UNESCO verrichtte hij missies in diverse landen omtrent het werelderfgoed.
Mr H.M.A. Kamerling Onnes (1924) is sinds 1973 algemeen secretaris van de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB) en sinds 1985 president of the Executive Committee of the Union of European Historic Houses Associations (UEHHA).
Mariël Kok (1968) studeerde in Utrecht kunstgeschiedenis en archeologie, met als specialisatie bouwkunst. Vanaf 1996 is zij werkzaam bij de RDMZ als architectuur-historisch consulent in regio Oost.
Dr E.F. Koldeweij (1959) is sinds 1997 werkzaam als coordinator interieurs bij de RDMZ.
Drs D. Koper-Mosterd is sinds 1996 in dienst bij de RDMZ als tijdelijk medewerkster op het gebied van historische buitenplaatsen.
Dr M.C. Kuiper (1951) is sinds 1977 als architectuurhistoricus werkzaam bij de RDMZ, met name op het gebied van de inventarisatie, selectie en registratie van jongere monumenten.
Drs U.M. Mehrtens, sinds 1982 werkzaam voor de RDMZ, hield zich tot 1991 onder meer bezig met historisch onderzoek naar historische buitenplaatsen en is sinds 1994 projectleider van de uitvoering van het Programma bescherming historische buitenplaatsen.
Wim Meulenkamp (1953) is voorzitter van De Donderberg Groep: Stichting voor Follies, Tuinsieraden en Vermaaksarchitectuur, en Vice-president en Trustee van de Britse Folly Fellowship. Publiceert o.m. over follies en tuingeschiedenis. Meest recente boek is Buiten de kerk: processieparken, Lourdesgrottes en Calvariebergen in Nederland en België (met Pauline de Nijs). Hij is werkzaam bij de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland.
C.S. Oldenburger-Ebbers (1939) studeerde biohistorie en plantenecologie. Werkzaam als conservator van de Bibliotheek van de Landbouwuniversiteit Wageningen. Actief in de Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade, het Gelders Landschap, de Nederlandse Tuinenstichting en de Stichting Donderberggroep.
Ir P.F.M. van Oosterhout (1955) studeerde landschapsarchitectuur in Wageningen. Hoofd van de afdeling Onderzoek en Planvorming van de Stichting PHB. Lid van de symposiumcommissie ‘Werken aan Arcadië’.
Drs Carla Scheffer (1961) studeerde kunstgeschiedenis en archeologie in Leiden en is sinds 1987 werkzaam als zelfstandig architectuurhistoricus, o.a. voor diverse gemeenten. Van 1990 tot 1998 was zij projectmedewerker bij het M.I.P. en het daaropvolgende M.S.P. in Zuid-Holland. Auteur van Architectuur en Stedebouw in Zuid-Holland, 1850-1945 (samen met A.J.F. Niemeijer). Momenteel vanuit eigen adviesbureau gedetacheerd bij de RDMZ als plaatsvervangend projectleider MSP-Utrecht.
Mr K.W. Sluyterman van Loo (1953) is sinds 1989 directeur van de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB).
Drs H.M.J. Tromp (1950) is als cultuurhistoricus werkzaam bij de Stichting PHB en gespecialiseerd in het onderzoek naar historische buitenplaatsen, waarbij de samenhang van huis, parkarchitectuur en interieur centraal staat.
Drs H.C. Vesters studeerde Sociale Geografie en Planologie. Werkzaam als projectmedewerker bij het Nat. Contact Monumenten. Belangrijkste taakveld: planologische monumentenzorg. Secretaris van het Platform Landschap en Cultuurhistorie. Medeauteur van het boek Het Groene Hart. Een Hollands Cultuurlandschap.