hij werkzaam als bouwhistoricus bij het Gelders Genootschap te Arnhem. Publiceert regelmatig over kastelen en bereidt een proefschrift voor over woontorens.
Hoeve, ir J.A van der (1960) studeerde bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. Tussen 1986 en 1992 was hij bij verschillende overheidsinstellingen werkzaam op het gebied van monumentenzorg en bouwhistorie. Sinds 1992 werkt hij als particulier bouwhistoricus voor onder meer de Rijksgebouwendienst en de Gemeenten Amsterdam, Den Haag, Groningen en Utrecht.
Homma, H. (1950) volgde een opleiding tot bibliothecaris en studeerde MO Geschiedenis te Utrecht. Zij is sedert 1977 werkzaam als bibliothecaris bij de RDMZ.
Hundertmark, H. (1968) volgde mbo-bouwkunde in Oss en in 's-Hertogenbosch en te Raesfelt (D) een cursus mbo restauratie medewerker. Sinds 1993 zelfstandig bouwhistoricus, o.a. voor de gemeenten Utrechten 's-Hertogenbosch.
Jans, dr E. (1941) geboren als oudste zoon van de Twentse architekt Jan Jans (189-1963). Na HBS-A diploma in 1966 volgde studie aan de universiteit van Groningen (geografie, geschiedenis) en sinds 1970 aan de Westfalische Wilhelmsuniversitat te Münster (D) met als hoofdvak kunstgeschiedenis en de bijvakken volkskunde en geografie. Promotie bij prof. dr G. Kauffmann op het proefschrift ‘Burgerhausformen zwischen IJssel und Ems 1400-1850’. Werkzaam bij architektenbureau Morsink BV te Ootmarsum en sinds 1985 bureaumedewerker volkskunde en kunstgeschiedenis en beheerder beelddocumentatie bij de Twente Akademie, eerst te Borne, daarna in Enschede. Tussen 1986 en 1994 redacteur van ‘Heemschut’ (Amsterdam). Lid van de Arbeitskreis für Hausforschung en bestuurslid van de Jan Jansstichting te Almelo.
Janse, dr ing H. (1926) studeerde bouwkunde aan de HTS te Amsterdam. Van 1950 tot 1958 werkzaam aan de restauratie van de Oude en de Nieuwe kerk te Amsterdam, waar hij voor het eerst de bouwgeschiedenis bestudeerde aan de hand van bouwkundige historische kenmerken, met name van de kapconstructies. Van 1958 tot 1991 werkzaam bij de RDMZ, achtereenvolgens als bouwhistorisch onderzoeker, rayon- en districtsarchitect en hoofd van de afdeling onderzoek en documentatie. Sedert 1986 belast met bouwhistorische publicaties, onder andere in het Restauratievademecum. Promoveerde in 1989 aan de Rijksuniversiteit te Leiden op het proefschrift Houten kappen in Nederland 1000-1940. Bij zijn pensionering verscheen Werk en Merk van de steenhouwer (samen met D.J. de Vries).
Jehee, J.J. (1938). Na het volgen van de LTS (reclame,- en huisschilder) heeft de auteur 10 jaar in de steenhouwerij gewerkt. Vanaf 1966 is de auteur werkzaam bij de RDMZ als bouwhistoricus. Vanaf 1972 was hij mede verantwoordelijk voor de bouwhistorische inbreng in diverse delen in de serie de Geïllustreerde Beschrijving.
Jong, drs R. de (1944), studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Sedert 1969 werkzaam bij de RDMZ. Momenteel ondermeer belast met het voorbereiden van voorstellen voor de Lijst van het Werelderfgoed van UNESCO. Is voorzitter van het International Committee of Historic Gardens and Sites, ICOMOS-IFLA. Regelmatig gastdocent in binnenen buitenland.
Kamphuis, ir J. (1956) studeerde bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft met als specialisatie restauratie en bouwhistorisch onderzoek en is sinds 1986 als particulier bouwhistoricus werkzaam.
Kipp, drs A.F.E. (1947) studeerde kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Sinds 1975 werkzaam als gemeentelijk bouwhistoricus te Utrecht.
Klück, B.J.M. studeerde biologie aan de RU Utrecht, thans gemeentelijk bouwhistoriscus in Utrecht en bestuurslid van de Stichting Bouwhistorie Nederland. Hij treedt regelmatig op als spreker over bouwhistorie en publiceert in de Archeologische en Bouwhistorische kroniek van de gemeente Utrecht. Hij onderzoekt daarnaast gebouwen in diverse andere steden.
Kooij, ing B.H.J.N. (1953) studeerde bouwkunde aan de HTS te Haarlem. Na verschillende ander functies vervuld te hebben is hij sinds 1981 als bouwhistoricus verbonden aan de RDMZ in Zeist bij de afdeling ‘Beschrijving’ (thans cultuurwaardenonderzoek). Naast het werk aan de Geïllustreerde Beschrijving van Geschiedenis en Kunst levert hij bijdragen aan het Restauratievademecum en de nieuwe reeks Monumenten in Nederland.
Kuipers, dr M.C. (1951) studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden en is sinds 1977 als architectuurhistorica werkzaam