| |
| |
| |
Jaarverslag 1996
Het begin en het einde van 1996 werden gemarkeerd door opwindende gebeurtenissen, die in de media dan ook bepaald niet onopgemerkt zijn gebleven. Op 5 januari werd bekend, dat een persoon die onbekend wenste te blijven het museum ruim twee miljoen gulden had nagelaten. Er is inmiddels een steunstichting opgericht, die dit bedrag beheert. Uit de opbrengst kunnen jaarlijks bijzondere projecten worden gefinancierd. En bijna elf maanden later, op 26 november, mocht het museum, helaas ‘tegen betaling van heel veel geld’, zich de gelukkige eigenaar noemen van het volledige manuscript van De avonden, dat in al zijn stadia van ontstaan is overgeleverd. De aankoop was mogelijk gemaakt dankzij een aanzienlijke financiële bijdrage van een geldgever wiens rechterhand niet wil weten wat de linker doet, en met steun van de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum. Enkele dagen later al waren de prenatale stadia van het meesterwerk op een speciaal ingerichte tentoonstelling te bewonderen.
Het museum trok in 1996 bijna 24.000 bezoekers, 3.000 minder dan in het topjaar 1995. Maar er was dan ook dit jaar geen speciale Annie M.G. Schmidt Voorlees Estafette. Tevreden mogen we ook zijn met enkele andere aanwinsten verworven in de laatste maanden van 1996: de literaire nalatenschap van Anne de Vries (bruikleen), een groot deel van de nalatenschap van Albert Helman (schenking) en de aankoop van de vergeten negentiende-eeuwse classic Fabriekskinderen (1863), van J.J. Cremer, evenals De avonden overgeleverd in diverse stadia en met
| |
| |
bijlagen. De novelle van Cremer gaf een belangrijke impuls aan de totstandkoming van het ‘kinderwetje van Van Houten’ (1874), onze eerste sociale wet, die fabrieksarbeid voor kinderen verbood.
Minder in het oog lopend dan avonden en erfenis waren de onderhandelingen met het ministerie van OCenW over de financiering van de nieuwe ingang (gereed in mei 1997) en van de nieuwe permanente tentoonstelling Gaan waar de woorden gaan (te openen 27 november). Ze hadden als resultaat, dat het museum niet alleen de beschikking kreeg over de besparing van ruim zes ton op de huisvestingslasten van 1995 als gevolg van een aangepaste huurovereenkomst, maar ook over die van 1996. Daarmee kan ons aandeel in de nieuwe gemeenschappelijke ingang met de Koninklijke Bibliotheek worden bekostigd, en ook een deel van de inrichtingskosten van de nieuwe vaste expositie over onze literatuur vanaf 1750 tot heden. Daarnaast is door interne prioritering geld gevonden uit het reguliere subsidie voor 1997. Om de dan nog resterende gelden bij elkaar te krijgen, is inmiddels een sponsoractie opgezet. In de loop van het verslagjaar werden de plannen voor deze tentoonstelling nader uitgwerkt. Wegens de ontwikkelingen in de tweede fase van havo en vwo zal Gaan waar de woorden gaan zich mede richten op het voortgezet onderwijs, hoewel de expositie uiteraard ook aantrekkelijk zal zijn voor een breed publiek van in literatuur geïnteresseerden. Leerlingen van het voortgezet onderwijs en andere groepen zullen met ingang van eind 1997 ontvangen kunnen worden in een aparte ontvangstruimte voor volwassenen, gelegen naast de in februari 1996 in gebruik genomen videozaal en de Dr. W. Moll-zaal.
1996 is ook het jaar geweest waarin door het Rijk gesubsidieerde instellingen, zoals het museum, te horen kregen hoe het ministerie van OCenW op hun beleidsplannen 1997-2000 heeft gereageerd. Wij zijn er met een jaarlijkse verhoging van het subsidie met twee ton niet slecht van af gekomen. Het extra geld zal goeddeels worden besteed aan de structurele uitbreiding van onze activiteiten op educatief gebied. Naar een andersoortige uitbreiding werd in het verslagjaar door het organisatie-adviesbureau Rijnconsult bv in opdracht van het NBLC en het museum een onderzoek verricht, te weten naar de mogelijke overgang van Boek en Jeugd naar het Letterkundig Museum. Het rapport, dat eind december gepresenteerd werd, adviseert Boek en Jeugd volledig in het Letterkundig Museum te integreren. Het museum staat daar in beginsel positief tegenover en onderzoekt de mogelijkheden.
Ten slotte kan hier nog worden opgemerkt, dat de staf met de aanstelling van
| |
| |
Nelleke Noordervliet, de nieuwe voorzitter van de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum. (Foto: Jan Stegeman; collectie Lecterkundig Museum, Den Haag.)
mevrouw J.A. Smit als hoofd Bedrijfsvoering vanaf I april weer op sterkte is gekomen, dat de heer mr. C.J. Schneider (F. Springer) als voorzitter van de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum op 5 november werd opgevolgd door Nelleke Noordervliet en dat per 1 januari 1997 in het kader van de arbeidsduurverkorting (36-urige werkweek) niet langer alleen het museum, maar ook de leeszaal op maandag gesloten is.
De documentencollectie werd in het verslagjaar 593 maal (1.065 collecties) geraadpleegd door studenten, wetenschappelijk onderzoekers en tekstbezorgers (1995: 485 maal en 1.063 collecties). Op de documentencollectie werd negentien maal (21 collecties) telefonisch of schriftelijk een beroep gedaan (1995: negentien maal en 25 collecties). Bij deze aantallen is het gebruik door medewerkers van het museum niet meegeteld. De iconografische collectie (inclusief de audio-visuele collectie) werd 125 maal (491 collecties) geraadpleegd (1995: 175 maal en 359 collecties). Op de iconografische collectie werd 53 maal (75 collecties) telefonisch of schriftelijk een beroep gedaan (1995: 67 maal en 106 collecties). De knipselcollectie werd door onderzoekers en journalisten, maar vooral door studenten en scholieren 1.083 maal (2.173 collecties) ter plekke geraadpleegd (1995: 916 maal en 1.434 collecties). Op de knipselcollectie werd 1.075 maal (1.616 collecties) telefonisch of schriftelijk een beroep gedaan (1995: 1.435 maal). Openbare bibliotheken hebben vrijwel alle een abonnement op de literaire knipselkrant van het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum. Het museum stelde ook dit jaar zijn omvangrijke knipselcollectie ter beschikking ten behoeve van deze knipselkrant. Het aantal aanvragen voor fotokopieën en reproducties van documenten bedroeg 107 (1995: 126). Het aantal ten behoeve van gebruikers vervaardigde reproducties van iconografisch materiaal bedroeg 439 (1995: 156). De hoeveelheid ten behoeve van gebruikers gemaakte fotokopieën van krantenberichten en recensies die per
| |
| |
post werden verzonden bedroeg 15.900 (1995: 21.222). In het verslagjaar werden door bezoekers in de leeszaal 9.802 fotokopieën gemaakt (1995: 10.190).
In 1996 werden ten behoeve van tentoonstellingen of wetenschappelijk onderzoek veertien maal documenten en objecten in bruikleen gegeven: Kunsthal (Rotterdam), tentoonstelling over Han van Meegeren; Museum van de Twintigste Eeuw (Hoorn), tentoonstelling 1996-een spannend jaar; Mondriaanhuis (Amersfoort), tentoonstelling Mondriaan in Laren, 1915-1919; Historisch Museum (Apeldoorn), tentoonstelling Leven en werk van de dichter-zanger J.H. Speenhoff (1869-1945); Louis Couperus Museum (Den Haag), meubilair ten behoeve van permanente tentoonstelling; Sotheby's Art Foundation (Amsterdam), tentoonstelling Letterlijk en Figuurlijk; Kramer & Staal (Leidschendam), stoelententoonstelling; Nederlands
Tekening van Gerrit Komrij door P. Hermanides op de omslag van de Boekenbijlage van Vrij Nederland, 16 maart 1985 (Collectie Letterkundig Museum. Den Haag.)
| |
| |
Scheepvaartmuseum (Amsterdam), tentoonstelling Gevangen in het ijs. Willem Barentsz overwintert in het Behouden Huys; Museum Booijmans Van Beuningen (Rotterdam), tentoonstelling De onbekende Van Dongen. Vroege en fauvistische werken op papier; Rijksuniversiteit Groningen, ten behoeve van onderzoek betreffende Jan Engelman; Amsterdams Historisch Museum, tentoonstelling over de geschiedenis van de SDAP; Rijksarchief in Noord-Holland (Haarlem), ten behoeve van onderzoek betreffende Anton van Duinkerken; Rijksmuseum Twenthe (Enschede), tentoonstelling Feesten; Louis Couperus Museum (Den Haag), tentoonstelling Een witte stad van weelde. Couperus en Nice 1900-1910.
In het verslagjaar werden 184 aanwinsten geregistreerd (1995: 179; 1994: 223; 1993: 223). Daarvan werden er dertig door aankoop verworven. De overige 154 ontving het museum als schenking, met uitzondering van vijf bruiklenen.
Het museum verwierf literaire documenten van onder meer de volgende letterkundigen: Ernst van Altena, Jo van Ammers-Küller, Ary Baggerman, Chris en Toos Blom, P.C. Boutens, Tine van Buul, J.J. Cremer, A. den Doolaard, Hans Edinga, Jacques den Haan, Heere Heeresma, Albert Helman, Leo Herberghs, Hans Jacoby, A.M. de Jong, Henk Kooyman, Jef Last, Hans Lodeizen, P. van Renssen, P.H. Ritter jr., Hein Roethof, Henri Roorda van Eysinga, Nico Slothouwer, Gabriël Smit, Paul van 't Veer, Nico Verhoeven, Jan Vermeulen, Simon Vinkenoog, Marie Vos, Anne de Vries, Theun de Vries, Leo Vroman, August Willemsen en van Benn Posset, organisator van het One World Poetry-festival. Naast deze nalatenschappen en archieven behoorden tot de belangrijkste aanwinsten een auteursexemplaar van De sonnetten van de kleine waanzin door Hans Andreus, met correcties van de auteur; een map met knipsels, brochures en illustratiemateriaal betreffende Nicolaas Beets; een geluidsopname betreffende Godfried Bomans; een libretto door Graa Boomsma voor Westerling, een kameropera van Jan Bus; een penning met de beeltenis van P.C. Boutens, ter gelegenheid van diens overlijden in 1943; zes gedichten in manuscript door Gerard den Brabander; tien door C. Buddingh' vervaardigde kijkkastjes; olieverfportret van Bart Chabot door ‘Marcello’; manchetknopen en broche met de beeltenis van Louis Couperus; vijf etsen door Rie Cramer; twee gedichten in manuscript door Cola Debrot; olieverfportret van Adriaan van Dis door Jopie Roosenburg-Goudriaan; dichtbundel Het gemis in typoscript door Pierre H. Dubois; gedicht in typoscript door A. van Duinkerken; ets van Emiel Erens door
| |
| |
Emiel B. de Kat; twee gedichten in manuscript door Jacques Gans; notitieboekje, poesiealbum en cahier van Anna van Gogh-Kaulbach; sonnet in typoscript door G.H. 's-Gravesande; essay in typoscript door J. Greshoff; olieverfportret van Maarten 't Hart door Jopie Roosenburg-Goudriaan; (omslag)illustraties door Wim Hofman; twee gedichten in typoscript door Ed. Hoornik; twee etsen van Anton Koolhaas door Otto B. de Kat; Morgens aan de rivier, dichtbundel van Rutger Kopland, met ingeplakte brief; Old age, cd van The Jazz Transmitters & Rutger Kopland; typoscript, drukproef en planning van Laten we eerlijk zijn! door Diet Kramer; 22 illustraties en 120 foto's betreffende Pinkeltje door Dick Laan; manuscript van Fantastische vertellingen door Jan van Lelyveld, onder het pseudoniem Victor Flemming; negen tekeningen door Robert Loesberg; manuscript van Schipper op het zand door Herman de Man; één bladzijde manuscript door A. Marja; typoscripten van De foltering en Zonneblind door Bertus Meijer; pennenbakje van de broer van Nescio; titelblad in kopie van Gedichten door Constant van Nouhuys, met aantekeningen voor de drukker; videoband betreffende Geert van Oorschot; (omslag)illustraties door Mance Post; drukproeven en soms kopij van Querido-auteurs; manuscript van De avonden door Gerard Reve; De vlakte, essay in manuscript door M. Roelants; olieverfportret van A. Roland Holst door Frans W. van de Spek; twee nieuwjaarswensen van J.C. van Schagen; bronzen beeldje van Annie M.G. Schmidts Dikkertje Dap door Hans Bayens; reiskist van W.A.P. Smit; olieverfportret van Marten Toonder door Sylvia Willink-Quiël; nieuwjaarskaart met gedicht in druk van Maarten Vrolijk; potloodportret van Leo en Tineke Vroman door Nel Bannier; vier dichtbundels in manuscript
door Louis Weyts en twee getekende nieuwjaarskaarten door Marie van Zeggelen.
Behalve de hierboven vermelde aanwinsten werden in de collectie manuscripten en typoscripten opgenomen van onder meer A.M. Hammacher, Wim Hofman en A. Roland Holst. Tevens werd de collectie aangevuld met onder meer brieven van en/of aan Bertus Aafjes, R.C. Bakhuizen van den Brink, Fred Batten, Martien Beversluis, Hein Boeken, Herman Pieter de Boer, Godfried Bomans, Henri van Booven, Gerard den Brabander, Dirk Coster, mevrouw E. Couperus, August Cuypers, N.A. Donkersloot, Huib Drion, Reinier Flaes, Sadi de Gorter, G.H. 's-Gravesande, J. Greshoff, J. van Hattum, Heere Heeresma, K. Heeroma, W.F. Hermans, Han G. Hoekstra, A.M. de Jong, J.C. Kelk, Frans Kellendonk, Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, Dick Laan, G.A. de Lange, Boeli van Leeuwen, E.J. Lidth de Jeude, Robert
| |
| |
Paul Biegel in gesprek met enkele kinderen tijdens de opening van de aan hem gewijde tentoonstelling. (Foto: Rop te Riet; collectie Letterkundig Museum, Den Haag.)
Loesberg, A. Marja, R.P. Meijer, Maurits Mok, Adriaan Morriën, Joep Nicolaas, E. du Perron, Gerard Reve, A. Roland Holst, J.C. Schagen, Bert Schierbeek, J.J. Slauerhoff, Adriaan van der Veen, Dolf Verspoor, S. Vestdijk en Gerard Walschap.
De collectie boeken met opdracht werd onder meer uitgebreid met opdrachtexemplaren van boeken van Hans Andreus, S. Carmiggelt, P.N. van Eyck, Willem van lependaal, Maurits Mok, J.J. Slauerhoff en Leo Vroman.
Behalve met 7.857 kranteberichten en recensies en 1.839 knipsels met primair werk van tot de collectie behorende schrijvers die dagelijks geknipt worden uit in Nederland en Vlaanderen verschijnende dag- en weekbladen (1995: resp. 8.120 en 1.221), groeide de verzameling ook met knipsels van oudere datum en met knipsels uit buitenlandse kranten, afkomstig uit schenkingen.
De fotocollectie werd ook dit jaar uitgebreid met vele honderden foto's van en/of betreffende onder meer Naima El Bezaz, Paul Biegel, Carla Bogaards, Adriaan Bontebal, Gerardus Johannes Bos, Ina Boudier-Bakker, Jeroen Brouwers, Miep
| |
| |
Diekmann, Ton Duyns, Carl Friedman, Eva Gerlach, J. Greshoff, Evert Hartman, Veronica Hazelhoff, Jan Kal, Rutger Kopland, Alfred Kossmann, Tim Krabbé, Josien Laurier, Ed Leeflang, Adriaan Litzroth, Nicolaas Matsier, Hanny Michaelis, Charlotte Mutsaers, Joost Niemöller, Nelleke Noordervliet, Annie van den Oever, Renate Rubinstein, Annie M.G. Schmidt, Karin Spaink, F. Springer, Marten Toonder, Bob den Uyl, Anne Vegter, Leo en Tineke Vroman, Harrie Wijnhoven, Jan Wolkers en Zohra Zarouali. Naast foto's van letterkundigen werden ook foto's verworven van diverse literaire manifestaties, waaronder prijsuitreikingen en boekpresentaties.
De verzameling curiosa werd uitgebreid met onder meer vier Poë-T-shirts, waarop gedichten van Hans Andreus, Remco Campert, Gerrit Komrij en Tim Krabbé, een lessenaar waarvan het blad de vorm heeft van een opengeslagen boek, gebruikt door J.M.A. Biesheuvel, een schetsboek van J. van Oudshoorn en een Chinees tochtscherm van J.J. Slauerhoff.
Ten slotte werd een aantal affiches en rijmprenten verworven.
Jan Wolkers bekijkt een door hem vervaardigd beeld op de tentoonstelling Tijd bestaat niet. (Foto: Rop te Riet; collectie Letterkundig Museum, Den Haag.)
| |
| |
Tot en met 17 maart 1996 was de op 8 december 1995 opengestelde tentoonstelling Wie A zegt. Het alfabed opgeschud nog te bezichtigen. Onder de titel Tijd bestaat niet werd van 27 april tot en met 25 augustus een overzichtstentoonstelling over leven en werk van Jan Wolkers georganiseerd. De tentoonstelling werd overgenomen door Centrum Beeldende Kunst te Groningen. Op 13 september werd een tentoonstelling over Paul Biegel geopend: Paul Biegel. Meesterverteller met een rovershart. Deze expositie was tot 1 april 1997 te zien.
In het verslagjaar waren in de Dr. W. Moll-zaal vijf kleinere tentoonstellingen te zien. De op 24 juni 1995 geopende expositie De A van Annie was tot 14 januari te zien. Op 10 februari werd de tentoonstelling Fetisj! De schrijvers en de dingen geopend. In deze expositie werden een kleine honderd curiosa uit eigen collectie getoond. De tentoonstelling duurde tot en met 9 juni.
De start van de Tour de France in Den Bosch op 29 juni vormde voor het museum aanleiding een speciale tentoonstelling in te richten: Woorden tussen de wielen. Een eeuw wielrennen in de Nederlandse literatuur. De expositie was te zien van 20 juni tot en met 17 september. Het honderdste geboortejaar van Hendrik de Vries vormde de aanleiding voor de tentoonstelling ‘Stuntvlucht: vrille, feuille morte, salto's.’ Hendrik de Vries en het expressionisme van De Ploeg, geopend op 3 oktober en te zien tot en met 2 februari 1997. De avonden. Het handschrift was een kleine expositie naar aanleiding van de verwerving van het handschrift van Reves meesterwerk, te zien van 30 november tot en met 12 januari 1997.
De tentoonstellingen trokken in totaal 23.729 bezoekers (1995: 27.165).
Er vonden naast de door het museum georganiseerde bijeenkomsten in 1996 verschillende andere literaire activiteiten plaats. Op 28 maart werd de Gabriela Mistral Medal, een prijs van de Chileense ambassade, in het museum uitgereikt aan Hella S. Haasse, Cees Nooteboom en Bert Schierbeek. Op 11 mei vond de jaarvergadering van het E. du Perron-genootschap in het Letterkundig Museum plaats. Op 21 mei vond in de aula de uitreiking van de P.C. Hooft-prijs 1996 aan K. Schippers plaats, die deze prijs ontving voor zijn beschouwend proza. Op 20 en 24 juni werden relaties van de sponsors van het Schrijversprentenboek over Jan Wolkers Tijd bestaat niet, Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, rondgeleid door de Wolkers-expositie. Op 15 november vond in de aula het jaarlijks symposium plaats van de Jan Campert-stichting, onder de titel De openbare bibliotheek is er niet voor
| |
| |
ons. Verschillende organisaties, waaronder de Vakopleiding Boekenbranche, maakten gebruik van de ontvangstruimten en faciliteiten van het museum.
In het verslagjaar startte het museum de Pissebed-reeks. Hierin verschijnen in een beperkte oplage gedichten of verhalen van kinderboekenschrijvers. De eerste aflevering was een poëziebundel van Paul Biegel, Boekweitkorrels. Ter begeleiding van de tentoonstellingen verschenen Tijd bestaat niet. Leven en werk van jan Wolkers (Schrijversprentenboek 38) en Paul Biegel. Meesterverteller met een rovershart (Schrijversprentenboek 39). Ter gelegenheid van de expositie ‘Stuntvlucht: vrille, feuille morte, salto's.’ Hendrik de Vries en het expressionisme van De Ploeg verscheen van de hand van Wim Koops Hendrik de Vries geportretteerd door leden van ‘De Ploeg’. Bij de gelijknamige expositie verscheen het boek Fetisj! Schrijvers en de dingen. Hierin zijn meer dan vijftig curiosa uit de eigen collectie afgebeeld. Ter gelegenheid van de tentoonstelling Woorden tussen de wielen. Een eeuw wielrennen in de Nederlandse literatuur verscheen in tweehonderd genummerde exemplaren het boekje Ritueel van heimwee door Hugo Camps, uitgegeven door Kees Thomassen van De Uitvreter. De tekst verscheen eerder als column in NRC Handelsblad. Verder verscheen deel 28 van de reeks Achter het Boek, ‘Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’ Briefwisseling tussen Menno ter Braak, Frans Coenen, J. Greshoff, Van Holkema & Warendorf, H. Marsman en S. Vestdijk over de reorganisatie van het letterkundig maandschrift Groot Nederland in 1935. In het vijfde Jaarboek Letterkundig Museum zijn bijdragen opgenomen van Jos van Assendelft, Lysberth Bonnema, Salma Chen, W.R.H. Koops, Margriet van Lith en Wilma Scheffers. In het verslagjaar is de videoreeks Schrijvers in Beeld uitgebreid met de documentaire De
onverbiddelijke tijd over Jan Wolkers. De film is in samenwerking met de Nederlandse Programma Stichting (NPS) tot stand gekomen en op televisie uitgezonden op 24 april 1996, twee dagen voor de opening van de tentoonstelling over Wolkers in het museum. Met financiële steun van het Prins Bernhard Fonds is een verkorte versie van de documentaire gemaakt, speciaal bestemd voor het onderwijs. Deze educatieve versie is gebruikt als introductie bij de museumlessen over de Wolkers-tentoonstelling. Daarnaast werd de video met bijbehorend lesmateriaal aangeboden aan een groot aantal middelbare scholen. Ten slotte verscheen de laatste, afsluitende aflevering (nr. 107. dec. 1992) van Mededelingen van de Documentatiedienst. |
|