Jaarboek De Fonteine. Jaargang 1982-1983

[p. 330]

De tekst van dit Refereijn, dat op 10 september 1981 door Dirk Coigneau, de auteur ervan, werd voorgelezen bij het overhandigen van een fraai ingebonden exemplaar van de Opstellen voor A. van Elslander (Jaarboek 1980-1981, deel II), wordt hier gereproduceerd naar de in-plano, verzorgd door de drukkerij Sanderus en bestemd voor de aanwezigen op het feestmaal in het Sint-Jorishof te Gent: de naaste medewerkers van de jubilaris, de bestuursleden van De Fonteine en de heer Marcel Van den Abeele.

[p. 331]

Een Refereijn te deser Feeste / ten hove sente Ioris / den tiensten dach septembris A.D. .M.CM.LXXX.I.

O edel gheest, AANTOONder onser lettren,
Wilt toch gheionstichlijck uw oor te luystren legghen
Naer dit, ons cleijn vermaen. tEn es gheen vierich spettren
Van Const of Rhetoriken. tEs maer een simpel segghen
Wat ons versamen dee al over haech en hegghen
Om een die seer gheleert en hooch gheeert es
Een cransken voer te legghen:
tEs goet te prisen dat des prisens weert es.

Dit cransken, ach, het is versaemt uut ionsten
Van clercken en clercgessen in uwen dienst vergaert.
Aenveert ghenadichlijck, meester vol consten,
Dit slecht bewijs van hen die ghi bewaert.
In reijn gheneucht wilt lesen al dattet u verclaert;
En judicieert niet stranghelijck wat naer u sin verkeert es
Maer siet ghewillichlijck naer smenschen aert:
tEs goet te prisen dat des prisens weert es.

Moegh' dit cransken naest den cransse staen
Die in het eyghen ELSLAND staet te bloeyen
Gracieus en virtueus. Tien esels sie ick gaen,
Een pelgrim sie ick hijgend hem vermoeijen,
Refreijnen die in aental blijven groeyen
En Elckerlijc die op het eynd bekeert es;
Carel, Cyriel en Virginie sijn oock niet om vergoeyen:
tEs goet te prisen dat des prisens weert es.

Prince hooch gheleert, aenveert dit cleijn refreijn
Ick weet dattet niet seer gheleert es,
Het cransken echter sal veel beter sijn:
tEs goet te prisen dat des prisens weert es.