Reformatorische Rederijkersspelen uit de eerste helft van de zestiende eeuw (Haarlem 1937), als proefschrift met lof bekroond, heeft nog altijd betekenis voor wie zich met deze stof bezighoudt. Naast een weloverwogen inleiding en een bespreking van de Gentse spelen bevat het de toegelichte teksten van Brugghe en Edijnghe en van het indertijd niet in de Bibliotheca Reformatoria Neerlandica opgenomen Tafelspel van drie personagien.
Vervolgens gaven we samen het eerste deel uit van de Spelen van Zinne vertoond op het landjuweel te Gent van 12-23 juni 1539 (teksten), precies vier eeuwen nadat dit feest gevierd was. Voor de Bundel Opstellen van Oud-leerlingen, aangeboden aan Prof. Dr. C.G.N. de Vooys toen deze 25 jaar hoogleraar was, schreef Van Dis Onderzoek naar de invloed van een zestiende-eeuwse concordantie op enkele rederijkersteksten (blz. 104-118). In de Nieuwe Taalgids besprak hij Drie Schandaleuse Spelen van W. van Eeghem (jrg. 32) en N. van der Laans Uit het Archief der Pellicanisten (jrg. 33).
Tevens begonnen we aan de voorbereiding van het tweede deel van de Gentse Spelen, maar dit werk werd onderbroken door de oorlog en kwam door alles wat daarna gebeurde voorlopig niet meer op gang. Beiden werden we te zeer door andere zaken in beslag genomen. De leraar Van Dis werd rector, privaat-docent, opleider voor de middelbare akte, inspecteur; de maatschappelijk betrokken mens werd stimulator en bestuurder op allerlei gebied waar hij zich nuttig kon maken. Hij werkte mee aan een serie schoolboeken, gaf met Dr. Jac Smit Den Bloem-hof van de Nederlandsche Ieught uit (1955) en besteedde vooral veel zorg aan de Reinaert in de reeks Van Alle Tijden. De twintigste druk daarvan (1972) is langzamerhand een model-uitgave geworden.
Toch verzorgde Van Dis af en toe nog een recensie op rhetoricaal gebied: De Refreinbundel van Jan van Doesborch (C. Kruyskamp), N.T. 35; Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en zeventiende eeuw (P.J. Meertens), N.T. 39. Na een lange onderbreking weer De Sinnekens in het Rederijkersdrama (W.M.H. Hummelen), Sp. d. Letteren. 4e jrg.; De Rederijkers (J. Mak), N.T. 58; Het Esbatement van den Appelboom (P.J. Meertens), N.T. 59. Tenslotte Verkenningen van Matthijs Casteleins Const van Rhetoriken (S.A.P.J.H. Iansen), Sp. d. Letteren 15e jrg., 1973.
Deze laatste bespreking verscheen toen we eindelijk weer aan het tweede deel van de Gentse Spelen begonnen waren. Ze ge-